Dat de mainstream media in Nederland zoals het NRC of het NOS-journaal hun publiek bewust zouden misleiden met eenzijdige ‘pro-Palestijnse’ berichtgeving is een standaard topos van de Nederlandse Israël-lobby. Vanwege een persoonlijke aanvaring en navenante kinnesinne met het NRC schreef journalist en historica Els van Diggele er een boekje over.
Boekjes van journalisten over andere journalisten die zogenaamd bevooroordeeld zouden zijn en hun werk niet goed doen, zijn over het algemeen poepsaai. De overdreven illusionaire pretentie van objectiviteit die journalisten onderling voor het lezerspubliek denken moeten hoog te houden verhullen zelden de persoonlijke rancune en kinnesinne die vaak ten grondslag liggen aan dit soort werkjes. Journaliste en historica Els van Diggele schreef met haar gisteren uitgekomen ‘De Misleidingsindustrie’ een klassieker van karikaturale proporties in het genre.
Van Diggele is journaliste en historica die omdat zij in Israël en op de bezette Westoever in Ramallah heeft gewoond, schrijft over het Israëlisch-Palestijns conflict en de Israëlische en Palestijnse samenleving. Van Diggele heeft nogal een overtrokken beeld van haar eigen objectiviteit en expertise dat in haar boekje op lachwekkende manier naar voren komt. Els deelt als historica namelijk de allang door serieuze geschiedschrijving weerlegde officiële Israëlische zionistische visie op het Israëlisch-Palestijns conflict. Els is dus pro-Israël of zoals zij in haar pamflet tot vervelens toe haar tegenstanders met betrekken tot Palestijnen omschrijft: een die-hard fan van ‘de Israëliër als slachtoffer’ of een ‘Israëliër-knuffelaar’.
Door een gebrek aan historische kennis, intellect en het kunnen scheiden van hoofd en bijzaken – hoe heeft deze vrouw een studie geschiedenis kunnen voltooien? – komt de algemene argumentatie waarmee zij de misleidende ‘Palestijnenknuffelaars’ in de media te lijf gaat, dan ook niet verder dan de standaard drogredenen die de Nederlandse Israël-lobby dagelijks in het publieke debat propageert. Ja maar de Tibetanen en de Westelijke Sahara dan? Ja maar de ‘Heimatzvertriebenen’ (ja echt!). Ja maar de Palestijnen zijn ook slecht en ‘haten elkaar meer dan de joden’. Waarom wordt daar niet over bericht? Els schreef hier niet geheel toevallig ook een boekje over. De simplistische en bevooroordeelde kijk van Van Diggele op het conflict maakt hiermee een serieuze discussie over de berichtgeving erover – die zeker extra aandacht verdient – bij voorbaat onmogelijk.
Het is zelf zo erg dat Van Diggele niet door heeft dat ze zichzelf tegenspreekt in het pamflet. Zo schrijft ze om haar zogenaamde objectiviteit te etaleren dat ze geen ‘Nakba-ontkenner’ is. Toch gebruikt ze om haar tegenstanders Derk Walters en Peter Malcontent van Palestijnenknuffelarij te kunnen beschuldigen meerdere keren het standaard en allang weerlegde onlogische onhistorische door Israël gepropageerde verhaal dat de Palestijnen in 1948 het land ontvluchtten omdat de Arabische leiders van omringende landen daartoe opriepen. Waarom? Els heeft dit gelezen in de memoires van de Syrische ex-premier Khaled al-Azm. En dat is geen verdachte bron volgens Els! Dat Els zelf in een andere context vindt dat de Arabische leiders vreselijk slecht en niet te vertrouwen zijn waar het de Palestijnen betreft, laten we maar weer even in het midden.
Die Nakba blijft wel een terugkerend dingetje in het pamflet. Want Els vindt dat de Palestijnen geen recht op terugkeer hebben. Los van de discussie hierover legt Van Diggele namelijk aan het eind van het pamflet de verantwoordelijkheid voor de Nakba bij de Arabische staten die Israël aanvielen na de uitroeping van de staat Israël in mei 1948. Dat een groot deel van de Palestijnen binnen de zogenaamde groene lijn al voor de internationale oorlog verjaagd werden, behoort blijkbaar niet tot de standaard kennis van ‘historica’ Van Diggele. Ook verwijt Van Diggele de activisten en Palestijnenknuffelaars hun ‘mening’ dat ‘de zionisten Palestina van meet af aan om hebben willen vormen’ (ja echt!). Natuurlijk is zionisme an sich ouder dan de politieke ideologie die vanaf begin 20e eeuw vorm kreeg in onder andere Palestina maar toch raad ondergetekende als historicus Els aan om eens een standaard historisch werk over het zionisme te lezen. Zelfs die uit de officiële zionistische historiografie. Dan blijven haar boekjes in het vervolg verschoont van lachwekkende beweringen als ‘de zionisten gingen pas aan een onafhankelijke staat in Palestina denken toen Ben Goeirion in 1942 over Auschwitz hoorde’. Zou Van Diggele als historica Der JudenSTAAT van Herzl gelezen hebben?
Valt er dan niets nieuws of origineels te lezen in het pamflet van Van Diggele? Nou, nee. Buiten Van Diggeles persoonlijke akkefietjes met het NRC niet. Dat ‘de media’ nooit objectief zijn is natuurlijk een dooddoener maar dat het hier een ‘misleidingsindustrie’ betreft ten behoeve van ‘de Palestijn als slachtoffer’ weet zij nergens hard te maken. In het inleidende hoofdstuk ’70 jaar campagne journalistiek’ schetst Van Diggele aan de hand van wat details een karikatuur van de Nederlandse journalistiek over het Israëlisch-Palestijns conflict en haar eigen objectiviteit. Dit laatste wordt naarmate de lezer verder in het boek vordert echt lachwekkend.
Om haar pamflet een wat algemeen – niet persoonlijk – karakter te geven, somt Van Diggele eerst wat fouten van de NOS op. Deze fouten zijn de afgelopen jaren uiteraard al lang en breed uitgemeten door de Nederlandse Israël-lobby in stukken en op sociale media. Het journalistieke niveau en noodzakelijke kennis van het Israëlisch-Palestijns conflict bij de NOS is inderdaad al jaren onder de maat. Maar van partijdigheid of doelbewuste misleiding over de kern van de zaak is geen sprake want soms doen die fouten duidelijk het Palestijnse narratief te kort. Echter, omdat de NOS structureel onder een vergrootglas ligt van de Israel-lobby, wordt iedere fout op detail niveau uitvergroot en als partijdigheid geframed. Toevallig precies hetzelfde wat Els doet in haar recensies en pamflet. De niet te ontkennen realiteit, die van de staat Israël als de bezetter en onderdrukker van Palestijnen binnen het conflict – al decennia lang – moet worden bestreden door de geloofwaardigheid van het medium aan te vallen aan de hand van domme fouten.
In het tweede hoofdstuk wordt Van Diggeles persoonlijke ingegroeide teennagel en de reden voor het pamflet al iets duidelijker. Namelijk het NRC handelsblad waar Van Diggele voor schreef. Het betreft een langere uitwerking van haar recensie in NRC van 22 mei 2018 over het boek Israël zegt geen sorry meer van NRC-journalist Derk Walters. Van Diggele mist het intellect om het beschrijvende boek van Walters, van een steeds extreem rechtsere reactionaire Israëlische overheid en samenleving binnen de context van het Israëlisch-Palestijns conflict ,te kunnen begrijpen. Daarnaast is ze zelf zo bevooroordeeld – Walters is immers een Palestijnenknuffelaar – dat ze niet verder komt dan een paar details en bijzaken uit te vergroten om hier mee Walters het ‘ontberen van historische kennis’ aan te wrijven.
In het derde hoofdstuk komen we eindelijk bij de echte reden en aanleiding van Van Diggeles pamflet. Van Diggele schrijft een recensie voor het NRC over de studie van historicus Pater Malcontent Een open zenuw. Naast haar gebruikelijke gebrek om zich te verliezen in details die niet in dit boek staan en een grote lijn van historische consensus te begrijpen, gaat Els in deze recensie over tot laster. Zij beschuldigt Malcontent valselijk het bestaansrecht van de ‘Joodse staat’ in twijfel te trekken en u weet in de kringen van Van Diggele staat dit al snel gelijk aan ‘antisemitisme’. Bovendien stelt Van Diggele in deze recensie de wetenschappelijke integriteit van Malcontent en de historici in de begeleidingscommissie van de Universiteit van Utrecht ter discussie omdat het project gefinancierd is door de Woltjer stichting. Een pro-Arabische ‘pressieclub’ volgens Els. De academische regels zijn netjes gevolgd bij dit project – en ja ook wetenschap is niet geheel objectief uiteraard – dus dit gaat Malcontent en andere collega’s te ver. Hij schrijft een reactie die NRC-chef boeken Michel Krielaars in eerste instantie niet wil plaatsen. Krielaars speelt een saillante rol in het relletje want hoewel een historicus die beter zou moeten weten, is hij geheel op de hand van Van Diggele.
Door tussenkomst van NRC ombudsman Sjoerd de Jong wordt de reactie van Malcontent op de recensie van Van Diggele alsnog geplaatst en schrijft de Jong een column over het relletje naar aanleiding van de recensie van Van Diggele. Hij uit hierin ook terechte kritiek op de werkwijze van Van Diggele. U snapt het al. Sjoerd de Jong, eerst karikaturaal neergezet als een held van Van Diggele, valt van zijn voetstuk en hoort voortaan ook bij de Palestijnenknuffelaars omdat hij weerwoord toestond van Malcontent op de laster van Van Diggele in NRC. Dit en terechte kritiek op haar recensie kon Els niet verkroppen en deze frustratie mondde uit in de De Misleidingsindustrie dat gezien het voorgaande als titel weer een glimlach op het gezicht ondergetekende doet ontstaan.
Aan het einde dient Van Diggele natuurlijk nog een conclusie te trekken over het waarom van de ‘misleidingsindustrie’ en de vele ‘Palestijnenknuffelaars’ in de media. En u raadt het al weer goed! Els gaat onder de subtitel ‘no jews no news’ vol op het ‘antisemitisme’ insinuatie orgel en alle topoi van de inhoudelijke werkwijze van Israël-propaganda industrie passeren de revue. Om haar eigen objectiviteit die ze met dit pamflet volledig ten gronde heeft gericht toch nog maar eens te onderstrepen, voert ze aan dat ‘ze geruime tijd in Ramallah heeft gewoond’ en dat dit echt niet mogelijk zou zijn geweest ‘zonder vriendschap te sluiten met Palestijnen’. Er valt nog veel meer te lachen om De Misleidingsindustrie maar deze uitsmijter die het niveau van Van Diggele als journalist en historica niet beter zou kunnen omschrijven laat ik u de lezer achter. Als onbedoelde satire, case study voor aspirant Israël-lobbyisten of journalisten kinnesinne is De Misleidingindustrie een echte klassieker. Inhoudelijk echter van nul en gener waarde en zonde van het papier.