Kent u Marko Ruijtenberg?
Hij is fractievoorzitter van GroenLinks in Lansingerland en hij is actief op Twitter.
Tweets
Een paar voorbeelden van tweets van hem:
- 24 augustus 2017: Dit zijn de jaren 30 van onze generatie, laten we ditmaal wel de juiste keuzes maken en opstaan tegen volksmenners.
- 22 december 2017: De PVV staat nergens voor, het is vehikel voor Wilders om geld te verdienen. Zie hun stemgedrag in de Kamer, ze geven geen fluit om gemiddeld Nederland.
- 21 maart 2019: De kiezer heeft gesproken en de leider van FvD ook. Met een overwinningsspeech van Mussolini-achtige attitude heeft hij duidelijk gemaakt waar hij voor staat. Mij motiveert het om nog harder in actie te komen voor dit land en tegen discriminatie. Want Nederland is van iedereen.
Het moge duidelijk zijn: Marko is GEEN fan van PVV en FvD en hij heeft er een handje van om deze partijen te linken aan de jaren 30 en fascisme.
Normaal gesproken zou ik me nooit met zo iemand bezig houden. Dit soort etiketten vind ik negen van de tien keer onterecht; het is meestal meer schelden dan serieus iets aankaarten. Toen Baudet na de Statenverkiezingen aan de lopende band voor fascist werd uitgemaakt, heb ik zelfs de moeite genomen om daar een kritisch artikel over te schrijven.
Waarom heb ik zo’n aversie tegen ‘fascisme-roepers’?
- Als mensen voortdurend ten onrechte dit soort termen gebruiken, slijten die door het gebruik. Dan gaat de kracht van de waarschuwing eraf.
- Wie dit soort etiketten te makkelijk gebruikt, bagatelliseert de misdaden van de echte fascisten.
- Dit soort termen zijn vaak bedoeld om de tegenstander tot minderwaardig mens te verklaren; iemand waar je niet mee hoeft te praten. Het maakt elk debat onmogelijk.
- Als een partij dit label krijgt, zullen mensen huiverig zijn om zich erbij aan te sluiten, zelfs als ze het eigenlijk met deze partij eens zijn. Dan wordt hun stem niet meer gehoord. M.i. zijn deze labels dus slecht voor de democratie.
- Er is al meerdere keren geweld gebruikt tegen politici die voortdurend voor fascist werden uitgemaakt, denk aan de aanslag in Kedichem (1986) en natuurlijk aan de moord op Fortuyn.
Kort samengevat: politieke tegenstanders al te gemakkelijk vergelijken met fascisten vind ik leugenachtig, contraproductief en bovendien gevaarlijk.
En toch schrijf ik nu over Marko Ruijtenberg; in de titel stel ik zelfs dat hij een punt heeft.
Waarom?
Een bedreigd linksmens
Op 21 juli ‘19 verscheen van mij een artikel waarin ik het opnam voor Els, die een fanfilmpje over Wilders had gemaakt en vervolgens door linkse internettrollen belaagd werd. Het artikel trok nogal de aandacht en ik kreeg heel wat linkse twitteraars over me heen. Het leek in die dagen vrijwel uitgesloten dat iemand op links nog iets met mij te maken zou willen hebben. Ik was dan ook nogal verbaasd toen ik op 24 juli – drie dagen na het verschijnen van bovengenoemd artikel – een bericht in mijn DM vond van Marko Ruijtenberg. Hij meldde zich als ‘linksmens die bedreigd is op Twitter.’
Vorig jaar had ik eerder al geschreven over rechtse twitteraars die – dankzij druk en dreigementen van ‘links’ – zich niet vrij voelden om hun mening te uiten, en ik had me toen afgevraagd of dit andersom ook voorkwam. Ruijtenberg zei dat hij door rechtse twitteraars was bedreigd, en we spraken af dat ik daar een artikel over zou schrijven.
Op dat moment wist ik nog helemaal niet met wie ik te maken had. Marko kon best een of ander links lammetje zijn dat gekwetst was omdat iemand iets lelijks tegen hem had gezegd. Toen ik zijn Twitter ging bekijken, liet ik die gedachte al snel los. Niks lammetje, eerder een straatvechter. Iemand die stevig uitdeelde en fel de discussie aanging. En die vroeg mij om over hem te schrijven?
Dat noem ik lef hebben. Maar het artikel werd er meteen een stuk interessanter van, want met zijn provocerende tweets in gedachten, moest ik echt gaan nadenken.
Waar ligt de grens?
Wanneer valt een uitspraak nog onder de vrijheid van meningsuiting en wanneer gaat iets de grens over? Waar zou ik de grens leggen?
Ik sprak Marko aan op zijn tweets en we hadden een paar verhelderende discussies, eerst via DM, later via de mail. Intussen ging ik natuurlijk op hem letten op Twitter, en ik zag regelmatig tweets van hem voorbij komen waar ik kromme tenen van kreeg. Maar twee dingen vielen me op: hij blockt niet, en hij bedreigt niet.
Lomp is hij wel en hij krijgt (dus) vaak stevige reacties, zie bijvoorbeeld deze ‘conversatie’ tussen Ruijtenberg en Harm Beertema (PVV):
- R: Eerlijk is eerlijk, om de geestelijk gesteldheid van Beertema en Naber vast te stellen, hoef je inderdaad geen psychologie gestudeerd te hebben.
- B: GeestelijkE, heer Ruijtenberg. Als het daarover gaat, hoe staat het met de geestelijke gesteldheid van uw linkse vrienden Paul Pol Pot Rosenmöller, Wijnand inbreker Duyvendak, uw Wageningse collega-wethouder Jack Bogers?
- R: Het gaat hen goed, dank voor de belangstelling. Hoe is het met uw fractiegenoten Geert ‘groepsbelediger’ Wilders, Dion ‘vrouwenmepper’ Graus en Gidi ‘verboden wapenbezitter’ Markuszower?
- B: Heel goed, dank u. Beter dan met uw partijgenoot Van der Graaf, lees ik. Of was/is die geen lid van uw overwegend blanke establishmentpartij van communisten, anarchisten, trotskisten, internationaal socialisten, Antifa’s en Afa’s. Heeft u het naar uw zin als houder van de wet?
Tja. Niet mijn smaak, maar het is duidelijk dat de heren allebei uitdelen en incasseren zonder te piepen. Lang leve de vrijheid van meningsuiting, zullen we maar zeggen.
Maar wat te denken van deze tweets?
- Hopelijk gaat 2020 het jaar worden dat: knalvuurwerk verboden gaat worden; ZP uit het straatbeeld verdwijnt; en GroenLinks lamlul Marko Ruijtenberg overlijdt.
- Als je Marko dood wil schieten zeg dan PAF, als je Marko dood wil schieten zeg dan… =D
- (bij afbeelding opgehangen lijken gebroeders de Witt) Ja, je bent niet erg geliefd. Ben jij misschien afstammeling, misschien via moederskant, van De Witt? Ook een politicus uit de Randstad en de appel valt niet ver van de boom tenslotte. Maar gelukkig hebben we nu Twitter en kunnen wij daar ons ei kwijt.
- Alle GL’ers moeten doodgeknuppeld worden, te beginnen met Marko Ruijtenberg.
- Heeft iemand zijn adres? Kunnen we eens aan zijn familie vragen wat die van hem denken.
Iemand dood wensen. ‘Grapjes’ maken over doodschieten. Plaatjes sturen van vermoordde politici en suggereren dat er verwantschap is. Zeggen dat iemand doodgeknuppeld moet worden. Voorstellen om bij zijn familie langs te gaan.
Valt dit ook onder de vrijheid van meningsuiting?
NEE. Dit is precies hetzelfde als de vele ‘grapjes’ die gemaakt worden over Wilders en Baudet, sterker nog: het is hetzelfde als de bedreigingen die deze politici helaas over zich heen krijgen. Dit is simpelweg iemand intimideren omdat je hem de mond wilt snoeren.
En daar wordt wat mij betreft een grens overschreden.
Vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Die vrijheid houdt op waar anderen werkelijk schade lijden. Er is een grijs gebied in de overgang naar laster of pestgedrag, maar bedreigingen zijn werkelijk een keiharde grens.
Wie er ook bedreigd wordt, dat mag nooit gebagatelliseerd, goedgepraat of ontkend worden.
Meten met twee maten?
Op rechts klagen wij graag over de linkse trollen en bedreigers van rechtse politici, maar hoe zit het eigenlijk met onszelf?
Hoe velen van ons doen hun mond open als linkse politici bedreigd worden door rechtse trollen? Zijn wij consequent in wat wel of niet ‘moet kunnen’?
We protesteren als demonstranten zingen: ‘Als je Thierry dood wil schieten, zeg dan PAF.’ We winden ons op als er weer eens smakeloze cartoons over Wilders worden gemaakt. We worden boos als Herman Koch grapjes maakt over Baudet die hij ‘een wandeling langs de snelweg’ gunt.
We wijzen graag op geweld van links en daar hebben we historisch gezien wel reden voor.
Maar worden we ook boos over een doodskist voor Rob Jetten of Jesse Klaver? Hoe reageren we op stickers met ‘ik rem niet voor Klaver’?
Toen een foto van Klaver als doelwit werd gebruikt bij carbidschieten, stuurde ik daar een boze tweet over en al kreeg ik ook bijval, veel mensen vonden dat ik het niet zo zwaar op moest nemen. Het was maar een grapje…
Hebben wij ‘rechtsen’ het niet vaak over hypocriet links?
Even de definitie van hypocrisie: Hypocrisie of huichelarij is het voorwenden van geloof, gevoelens, moraal of deugden zonder daar volledig achter te staan of de daaraan verbonden normen en waarden zelf in praktijk te brengen, in het bijzonder bij het bekritiseren van anderen.
Als wij met twee maten meten; als wij ons kwaad maken over ‘grapjes’ over rechtse politici terwijl we vinden dat ‘grapjes’ over linkse politici moeten kunnen, dan zijn wij hypocriet.
En als wij vinden dat het ‘moet kunnen’ dat hinderlijke figuren als Marko Ruijtenberg bedreigd worden, dan zijn we zelfs erger dan hypocriet, dan zijn wij degenen die anderen monddood willen maken.
Marko stelt: Vrijheid van meningsuiting gaat voor mij heel ver, alleen als er gedreigd wordt met concreet fysiek geweld of kindermisbruik, daar ligt voor mij de grens.
Er is weinig waar Marko en ik het over eens zijn, maar hierin vinden we elkaar.
We zijn pas werkelijk voorstanders van de vrijheid van meningsuiting als we diezelfde vrijheid gunnen aan mensen waar we het totaal mee oneens zijn. En daar hoort bij dat we bedreigingen – ook van onze politieke tegenstanders – keihard veroordelen.
En daarom heeft Marko Ruijtenberg een punt.
Vond je dit artikel goed? Steun Repelsteeltje via repelsteeltje.backme.org
Voor meer artikelen van Repelsteeltje, zie deze link.
Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen? Volg me op Twitter.
,