Het woord van de week en misschien wel van het jaar is vergiskraak. Van een vergiskraak is sprake wanneer je een woning wilt kraken die al bewoond is. Je kan natuurlijk denken dat zoiets stoms alleen theoretisch voorkomt, maar het overkwam de vluchtelingengroep Wij Zijn Hier deze week tweemaal.
Het leuke van het woord zelf is dat het zo een onzinnige term is, dat we hier met recht van een vergiswoord kunnen spreken. In de eerste plaats omdat het een bizar eufemisme is voor huisvredebreuk of inbraak. Deze term zal vast geïntroduceerd zijn in de hoop dat één en ander wat minder negatief overkwam. Dit bleek een vergissing. Op Twitter deden termen als vergismoord en vergismillieuramp hun intrede, op de redactie van Saltmines wordt maffia nu ‘vergisfiscus’ genoemd en Geenstijl kwam zelfs met een vergiswoordenboek.
Maar ach, volgens het gezegde is vergissen menselijk en ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat ik in mijn leven de nodige vergissingen heb gemaakt. Het is dan ook logisch dat er bij deze vergiskrakenkwestie (prima scrabblewoord) meer vergissinkjes gemaakt zijn, die ik dan ook graag voor u onder de loep neem.
Om vergissingen te voorkomen; over de vraag of het verstandig is om kraken harder aan te willen pakken, kun je uren uitweiden maar dat ben ik niet van plan. Bij tegenstanders is het meest gehoorde argument dat het belachelijk is dat, in tijden van woningnood, huiseigenaren aan dit probleem bijdragen door hun huis zo lang leeg te laten staan. Hiertegenover staat natuurlijk de gedachtegang dat als ik een huis koop, ik potverdriedubbeltjes zelf wel bepaal wat ik daarmee doe! Wat ik daar allemaal van vind is voor dit artikel niet zo belangrijk. Wat ik er wel over kwijt wil is dat de krakersgedachtegang mij een beetje krom lijkt. In Nederland kennen we een armoedeprobleem. Toch zou ik het vrij vervelend vinden als mijn bankrekening (ook als ik daar al een jaar geen gebruik van maak) wordt overgenomen door iemand die wel een extra centje kan gebruiken.
Terug naar de kraakvergissinkjes (niet te verwarren met vergiskraken, dat zou een vergissing zijn). Voor de eerste vergissing moeten we terug naar 2010. Ik heb het dan over de anti-kraakwet die de Tweede Kamer destijds aannam.
Tot 2010 kenden we in Nederland een gedoogconstructie. Hoewel officieel verboden, waren er richtlijnen waar krakers zich aan dienden te houden, en zolang ze dit netjes deden werd er niet opgetreden. Op zich een prima compromis, dus tijd voor de politiek om daar verandering in te brengen middels het kraakverbod. Zoals gezegd een principiële, politieke keuze waar je van alles van kunt vinden maar wat je in een democratische rechtsstaat simpelweg te accepteren hebt.
Wat is dan wel het probleem met deze anti-kraakwet? Het feit dat de politici bij de totstandkoming hun huiswerk niet hadden gedaan en daarmee krakers de mogelijkheid boden de wet kapot te schieten. Samengevat duurt het ontzettend lang voor je een kraker je huis uit hebt, de krakers laten vaak een bende van jewelste achter en kraken vervolgens een nieuwe woning waarna het juridisch tijdrekken weer van voren af aan begint. We hebben hier dus met een vergissingswetje te maken.
Dat brengt ons bij Wij Zijn Hier, die inderdaad zo te werk gaat. Dit is een groep van afgewezen maar onuitzetbare vluchtelingen in Amsterdam die vanuit de Nederlandse overheid geen onderdak krijgt maar ook niet mag werken. Althans dat claimen ze op hun website. Hun verhaal klinkt sympathiek en begrijpelijk: we willen wel weg maar het is praktisch onmogelijk om terug te keren naar ons land van herkomst. Wat moeten we anders dan kraken als we geen gebruik kunnen maken van overheidsvoorzieningen?
Als dit al niet voldoende sympathie opwekt, dan is er nog de reactie van woordvoerder Khalid Jone inzake de vergiskraken. Hij trekt onomwonden het boetekleed aan, biedt zijn excuses aan de bewoners aan en heeft de vergiskrakers inmiddels uit de We Are Here-groep gegooid. Al met al een daadkrachtiger optreden dan de integriteitscommissie van de VVD.
Om te onderzoeken of er hier toch geen sprake is van vergissympathie, besluit ik contact op te nemen met Thomas Thissen. Een oud-klasgenoot waarmee ik jaren in diverse schaakteams heb gezeten. Belangrijker voor dit verhaal is dat hij als advocaat gespecialiseerd is in asielrecht. Het verhaal van Thomas is inderdaad een stuk kritischer. In de eerste plaats denkt hij, hoewel hij de individuele dossiers natuurlijk niet kent, dat het overgrote merendeel van de uitgeprocedeerde asielzoekers als ze dat zouden willen (!), terug zou kunnen naar hun land van herkomst.
Kijk, je kan/mag/moet* (doorhalen wat niet van toepassing is) niet van uitgeprocedeerde asielzoekers verwachten dat ze het wel prima vinden als ze geen verblijfsvergunning krijgen en vrolijk op het vliegtuig stappen. Maar ja, het verschil tussen niet kunnen en niet willen, was wel een kernvoorwaarde voor mijn sympathie. Als je het systeem onsuccesvol doorlopen hebt en uitzetting is praktisch gezien mogelijk, moet de overheid er ook gewoon voor (kunnen) zorgen dat uitzetting plaatsvindt.
En dat brengt ons bij de gedachtegang bij de overheid bij het ontwikkelen van het uitzetbeleid. Omdat de overheid beseft dat het verdomd lastig kan zijn onwelwillende asielzoekers uit te zetten, kwam het, als ik me niet vergis, in 2002 met een vreemdelingenwet die erop neer kwam dat uitgeprocedeerde asielzoekers geen recht hebben op overheidsvoorzieningen. De aanname die men deed was dat door voorzieningen weg te nemen, je het leven voor uitgeprocedeerden zo onaangenaam maakt dat ze uiteindelijk uit zichzelf wel weg willen omdat er hier ook geen bal aan is. Helaas bleek dit een vergisaanname, want een aanzienlijk deel van de uitgeprocedeerden bleef ook zonder werkmogelijkheden en andere voorzieningen liever in Nederland.
Intussen is inderdaad een groot deel van de bij mij opgebouwde sympathie voor We Are Here verdwenen. Dat je, terwijl dat wel mogelijk is/zou moeten zijn, niet uitgezet wordt, is een prettige vergissing in het systeem voor uitgeprocedeerden. Als er intussen dan ook bed-bad en brood-voorzieningen en mogelijkheden tot 24-uursopvang zijn, lijkt me dat je weinig te klagen hebt. En tja, als de situatie je dan toch niet bevalt, kun je altijd nog terug naar het land van herkomst. Sterker nog, omdat dit precies is wat de overheid wil bereiken, kun je je afvragen of er hier geen sprake is van vergiszieligdoenerij.
Hierbij houd ik wel een aantal slagen om de arm. De eerste betreft ‘vergisuitzettingen’. Dat zijn de mensen die moreel gezien een verblijfsvergunning verdienen maar door het systeem genaaid zijn. Bijvoorbeeld iemand wiens afwijkende geloof of seksuele voorkeuren weliswaar niet bewezen zijn maar er wel voor zorgen dat ze bij terugkomst door de lokale autoriteiten met handboeien en een laatste avondmaal verwelkomd worden. De tweede groep zijn diegenen- die er vast zullen zijn- waarvan het praktisch inderdaad niet mogelijk is terug te keren. Bijvoorbeeld omdat het land van herkomst weigert iemand binnen te laten. Tot slot hebben we als maatschappij natuurlijk de verantwoordelijkheid om te voorkomen dat er zich humanitair ernstige situaties voordoen. Daar is in de huidige situatie in ieder geval geen sprake van. Dat je in de andere gevallen niet uitgezet wordt terwijl dat wel zou moeten, is een vergissing van de overheid in uw voordeel, maar daar kunnen geen rechten aan ontleend worden.
En dat brengt ons bij een van de grootste problemen in deze kwestie: het gebrek aan handhaving. Als we als maatschappij de regels die we gezamenlijk afspreken niet handhaven, hebben we geen rechtsstaat maar een soort anarchistische ‘ we zouden het fijn vinden als’ maatschappij. Als er geen consequenties zitten aan het niet naleven van de wetgeving, verworden ze tot een soort vage suggesties die je gerust kunt negeren. En dat zijn precies de vergissingen die de Amsterdamse gemeenteraad maakt bij de naleving van de wet bij zowel vluchtelingen als krakers.
Zoals eerder opgemerkt kun je uren steggelen over waarom kraken al dan niet keihard aangepakt moet worden en hoe ruimhartig ons asielbeleid moet zijn. Maar als via het democratische systeem afspraken zijn gemaakt, dan is het wel zo netjes om deze na te leven, ook als je het daar als gemeenteraad niet mee eens bent. In het geval van de vergiskraken heb je dus mensen die er openlijk voor uit komen hier illegaal te zijn, die bovendien de wet al overtreden door te kraken en dat ook nog eens zo knullig doen dat het kraken eigenlijk huisvredebreuk wordt. Wellicht dus een uitgelezen moment voor bepaalde autoriteiten om eens in actie te komen. Het is voor mij dan ook onbegrijpelijk dat zowel bij de naleving van het krakers- als het vluchtelingenbeleid, de gemeenteraad haar kop in het zand steekt, weigert te handhaven, en in het geval van de kraakvergissingen het zelfs in de gemeenteraad weigert te bespreken. Van vergishandhaving kunnen we hier eigenlijk niet spreken omdat er van handhaving überhaupt geen sprake is maar dat het hier wel om een domme, kostbare vergissing gaat, lijkt me duidelijk.
Dat er in deze hele kwestie dus een scala van vergissingen gemaakt zijn, is intussen wel duidelijk. Tijd om af te ronden en een laatste type vergissing te introduceren. In normale gevallen is het een logisch proces dat wanneer je een vergissing begaat, je vervolgens je fout inziet en probeert deze te herstellen. En bij dit laatste punt gaat het hier helemaal mis. In deze hele kwestie is het zo verdomd opvallend (en vervelend) dat zo goed als niemand bereid is zijn vergissingen onder ogen te zien en probeert deze goed te maken. We are here komt er nog het beste vanaf omdat ze wel excuus maken. Maar ja, intussen begaan ze wel een week tweemaal dezelfde fout (iets met ezels en stenen). De politici in Den Haag hebben geen zin om de wetgeving zorgvuldig aan te passen omdat kraken ongetwijfeld als hoofdpijndossier wordt gezien waar ze zich niet aan willen branden. En in Amsterdam vinden ze het beleid vanuit Den Haag principieel stom dus weigert men tot handhaving over te gaan. Met deze houding zullen dezelfde vergissingen keer op keer gemaakt worden en als er al dingen veranderen zal dat vooral van kwaad tot erger zijn. Een duidelijker voorbeeld van vergisvergissingen heb ik niet.