Naar aanleiding van de dood van George Floyd, een zwarte Amerikaanse man die op schandalige wijze vermoord werd door een politieagent, is het racismedebat – hoewel vandaag de dag immer sluimerend onder de oppervlakte – weer in volle hevigheid losgebarsten. Dit debat beperkt zich niet enkel tot de Verenigde Staten, maar heeft zich in sneltreinvaart als een olievlek uitgebreid tot in alle vier hoeken van de wereld. Ook in Nederland gaat het de afgelopen week maar over weinig anders. Dit is in die zin opmerkelijk te noemen dat, hoewel het schandalige optreden van Derk Chauvin (de moordenaar van Floyd) buiten kijf staat, nog altijd niet bewezen is – en dat lijkt me toch niet een onbelangrijke voorwaarde in een rechtstaat – dat hij handelde uit racistische motieven. Dit weerhield velen er echter niet van om de straat op te gaan met als doel aandacht te vragen voor racisme en politiegeweld.
In dit artikel zal getoond worden dat deze aandacht echter van eenzijdige aard is en dat het actuele racismedebat een sektarische schaduwzijde heeft. Diverse instituties, waaronder andere media, onderwijs, politiek en grote bedrijven, maar ook gewone burgers komen aan bod, meer bepaald met betrekking tot de kwalijke rol die ze in het debat spelen.
Uiteraard is het in principe een lovenswaardig initiatief om aandacht voor deze problematiek te vragen. Degenen die het hier niet mee eens zijn, zijn allicht op één spreekwoordelijke hand te tellen. Eenieder die een ander, enkel en alleen op basis van zijn of haar huidskleur, als minderwaardig beschouwt (en hier ook naar handelt) hoort daar keihard op aangesproken en passend voor gestraft te worden. Ondanks dat men de afgelopen dagen wel heel erg graag wil doen laten geloven dat racisme ook in Nederland een enorm probleem is – zo plaatste D66-leider Rob Jetten een filmpje op Twitter waarin hij op hallucinante wijze stelde dat ‘in Nederland mensen van kleur en met een ‘moeilijke’ achternaam elke dag met racisme en discriminatie te maken hebben – bestaat racisme wel degelijk in Nederland. Het is, helaas, een fenomeen van alle tijden en van alle volkeren. Vreedzame protestanten met oprechte – en heus niet altijd onterechte – zorgen verdienen alle steun die ze kunnen krijgen.
Overigens bleef Jettens leugenachtige ophitserij – godzijdank – niet onweersproken: op GeenStijl werd hij door Timon Dias vakkundig op zijn plaats gezet.
De grimmige andere kant van de medaille
Er bestaat nochtans eveneens een andere kant van de medaille. Deze kant is zowel gewelddadig, hypocriet, onoprecht, sektarisch en – niet in de laatste plaats – zélf racistisch. Via de – veelal sociale – media heeft de nieuwsconsument de afgelopen week een zorgwekkende hoeveelheid artikelen en filmpjes tot zich kunnen nemen waarin te zien is hoe gewelddadige en meedogenloze protestanten complete steden kort en klein slaan en in de hens zetten. Waar dit zich in het begin nog slechts uitsluitend in de Verenigde Staten voordeed, is de geweldsgolf inmiddels overgewaaid naar (West-)Europa. Zo werden in verschillende steden, zoals Rotterdam en Londen, standbeelden van ‘foute’ historische figuren onder luid gejuich beklad dan wel omvergetrokken. Het ging hier onder andere om beelden van Pim Fortuyn en Winston Churchill (de Britse oorlogspremier die het nota bene opnam tégen Hitler, tot zover het flagrante gebrek aan historisch besef van de vandalen) en van slavenhandelaren. Dat ook Afrikanen en Arabieren een grote rol in de slavenhandel speelden en tot op de dag van vandaag nog altijd spelen wordt door deze razende menigte voor het gemak even vergeten. Tevens is radicaal-links is blind voor de wandaden van in de eigen kringen geadoreerde communistische en homofobe massamoordenaar Che Guevara, die een standbeeld heeft in Utrecht (overigens tot verdriet van gevluchte Cubanen). Kleine kans dat dat beeld beklad en/of omvergetrokken zal worden. Verder moest ook in de Belgische hoofdstad Brussel de politie vandaag hardhandig optreden tegen gewelddadig tuig.
Als we vervolgens inzoomen op dit krapuul, dan zien we echter dat het lang niet altijd om zwarte daders gaat. Onder de geweldplegers bevindt zich een niet te onderschatten groep roomblanke sympathisanten van Antifa, een uiterst beruchte extreem-linkse ‘antifascistische’ organisatie die in het verleden meermaals aangetoond heeft absoluut niet vies te zijn van het gebruiken van excessief en bruut geweld, al vinden ze zelf dat het doel de middelen heiligt. De vraag is dan ook gerechtvaardigd in hoeverre de naam van de organisatie niet schaamteloos misleidend is (spoiler alert: dat is ze). Het is niet overdreven om te stellen dat Antifa net zo fascistisch is als dat de Democratische Republieken Noord-Korea en Congo democratisch zijn. Daarnaast is al dat geweld niet meer dan een regelrechte schande ten aanzien van de nagedachtenis van George Floyd. Zou er ook maar één weldenkende mens zijn die de mening toegedaan is dat Floyd hiermee op een respectvolle wijze eer betoond wordt? Ik waag het te betwijfelen. En wat men verder ook van Donald Trump vindt, de Amerikaanse president stond volledig in zijn recht om Antifa op de binnenlandse terreurlijst te plaatsen.
Radicaal-linkse hypocrisie
In het geval van zulke ernstige geweldpleging zou je logischerwijs mogen verwachten dat eenieder, ongeacht zijn of haar politieke kleur, deze daden scherp veroordeelt. Niets is helaas minder waar. Vanuit linkse hoek – tot academische kringen aan toe – werd ofwel gezwegen en weggekeken, ofwel werden de barbaarse daden zelfs goedgepraat en/of aangemoedigd. Zo sprak Clarice Gargard, een Amerikaans-Nederlands-Liberiaanse journaliste, programmamaakster en columniste die naast haar werk als Vrouwenvertegenwoordiger voor Nederland bij de Verenigde Naties van het schrijven over al dan niet denkbeeldig racisme een ordinair verdienmodel gemaakt heeft (en daarin, evenals blankemannenhatende collegae als Babah Tarawally en Seada Nourhussen, ruimschoots gefaciliteerd wordt door de ‘kwaliteitskranten’), onomwonden van ‘zwart verzet.’ Thijs Kleinpaste, historicus, schrijver, publicist en een van de drijvende krachten achter de radicaal-linkse podcast Het Redelijke Midden (weer zo een benaming die niet hoger dan een 1 voor de moeite scoort op de Nomen est omen-index), vond het brute geweld dan weer ‘simpelweg inspirerend.’ Dit zijn echter nog maar twee voorbeelden van een batterij aan kwestieuze radicaal-linkse lieden wier wereld direct te klein is wanneer Geert Wilders en Thierry Baudet weer eens (geweldloos!) wat de ether in slingeren (waarna er nimmer geschroomd wordt om de PVV en Forum-voorman onversneden voor ‘nazi’ en ‘fascist’ uit te maken), maar die doelbewust wegkijken wanneer bruut, excessief en mensonterend geweld dienstbaar is aan hun eigen agenda. Het is op zijn minst verrassend te noemen dat Gargard, Kleinpaste en co. nog altijd niet bezweken zijn aan de kilo’s boter die zich op hun hoofd bevinden.
Hoewel de hypocrisie van deze lieden dus amper te harden is, worden ze door de traditionele media – zowel de NPO als de ‘kwaliteitskranten’ – met fluwelen handschoen aangepakt. Een ander goed voorbeeld hiervan is Akwasi Owusu Ansah, kortweg Akwasi. Deze rapper was afgelopen maandag een van de sprekers bij de inmiddels door falend optreden van GroenLinks-burgemeester Halsema beruchte demonstratie tegen racisme en politiegeweld op de Dam in Amsterdam. Hij begon zijn toespraak quasi-lollig met de opmerking dat het ‘zwart privilege’ is dat een ‘witte’ vrouw zijn microfoon schoonmaakte. Het werd sowieso tijd voor ‘zwart privilege’, aldus Akwasi. Deze racistische teksten waren echter nog maar het begin. Even later brulde deze opruier voor een uitzinnig publiek de woorden ‘We are not our ancestors, we will fuck you up.’
Behalve dat het voor deze in Nederland geboren en getogen artiest klaarblijkelijk te moeilijk was om deze woorden in het Nederlands uit te spreken, valt er nog wel het een en ander aan te merken op deze uitspraak. Ten eerste kan het niet bepaald vredelievende, zelfs opruiende karakter ervan moeilijk ontkend worden, ten tweede is Akwasi zélf afkomstig uit een familie van relatief rijke Ghanese slavenhandelaren. Niet van slaven dus. Hij is afkomstig van de Ashanti-stam, net als KOZP-boegbeeld en beroepsagitator Jerry Afriyie, die eenieder die kritiek durfde te uiten op het ‘moedige handelen’ van burgemeester Halsema bijtend verweet daarmee ‘racisme goed te praten.’ Het is de bekende intimiderende reflex van radicaal-links: men tracht iedereen die zich ook maar een beetje rechts van D66 bevindt monddood te maken door bij het minste of geringste met termen als ‘racist’, ‘fascist’, ‘seksist’ en ‘islamofoob’ te gaan smijten. Andere zwarte mensen die weigeren zichzelf als eeuwig slachtoffer te zien en zelden tot nooit het gevoel zeggen te hebben gehad gediscrimineerd te zijn op basis van hun huidskleur, dreigen door geestverwanten van Akwasi en Afriyie hun ‘blackcard’ af te worden gepakt en ‘gecanceld’ te worden. Want hoe durven zij in vredesnaam zich zelfstandig een eigen mening te vormen? Overigens weiger ik Akwasi te veroordelen voor zijn familiegeschiedenis, daar hij niet in het minst verantwoordelijk is voor de daden van zijn voorvaderen. In dat opzicht zou het zijn eigen geestverwanten en sympathisanten eveneens sieren wanneer zij zelf evenmin autochtone, blanke Nederlanders verantwoordelijk houden voor de daden van hun voorvaderen.
Sektarische blanke zelfhaat
Een ironisch gegeven is dat blanken zich alsmaar schuldiger en schuldiger lijken te voelen voor het simpele feit dat ze met een bepaalde huidskleur ter wereld gekomen zijn. Zo zijn er opinieartikelen verschenen met koppen als Waarom ik me schaam blank te zijn en zijn er vanuit de Verenigde Staten verbijsterende beelden opgedoken van groepen blanken – waaronder ook politiemensen – die de voeten van zwarte mensen wassen en die knielend, sommigen zelfs huilend, om vergeving vroegen aan zwarte mensen.
Welgestelde en geprivilegieerde linkse studentes roepen via sociale media massaal op tot ‘witte zelfreflectie’ en het (financieel) ondersteunen van de #BlackLivesMatter-beweging. Blijkbaar zijn deze gehersenspoelde lieden ervan overtuigd dat er zoiets bestaat als een ‘erfzonde.’ Bij een demonstratie in Groningen werd door de organisatie opgeroepen, teneinde de ‘zichtbaarheid van zwarte mensen te vergroten’, tot raciale segregatie: zwarte mensen vooraan, blanken achteraan.
Deze oproep – die in wezen racisme bestrijdt met racisme – zal eerder polarisatie dan verbinding in de hand werken en riep dan ook meer dan terecht veel weerstand op. De genoemde – en zo zijn er nog vele – voorbeelden maken dat ook blanken zelf bijdragen aan een soms openlijk racistische sfeer jegens mensen van hun eigen huidskleur. Door deze massahysterie en doorgeslagen zelfhaat brengen ze het begrip ‘nuttige idioten’ (het gebruiken van (voornamelijk) publieke figuren voor propagandadoeleinden, zonder dat die persoon zich daarvan bewust is) naar een weerzinwekkend nieuw niveau.
De kwalijke rol van de media
De schokkendste uitspraak van de reeds gememoreerde toespraak van Akwasi moest echter nog komen. Op een gegeven moment kwam in zijn discours – we vroegen ons al af waar hij toch bleef – onze dierbare vriend Zwarte Piet om de hoek kijken. Akwasi brulde: ‘Hou je niet meer in! Hou je niet meer in! Op het moment dat ik in november een zwarte piet zie, trap ik hem hoogstpersoonlijk op zijn gezicht.’ Er hebben mensen voor ‘minder, minder, minder!’ voor de rechter gestaan.
https://www.youtube.com/watch?v=3BUfzVvU2fU&feature=emb_title
Dezelfde avond was Akwasi te gast bij het praatprogramma M. Presentatrice Margriet van der Linden, die er met haar redactie dankzij allerlei eenzijdige items over ‘diversiteit’, ‘emancipatie’, ‘feminisme’ en ‘racisme’ vakkundig voor gezorgd heeft dat dit programma voorganger De Wereld Draait Door keihard links-activistisch ingehaald heeft, refereerde aan het begin van de uitzending aan de gewraakte woorden van de rapper, waarbij ze insinuerend vermeldde dat deze ‘losgeknipt waren door GeenStijl’ (en GeenStijl is natuurlijk foute extreemrechtse boel, dus dan weet je het wel). Akwasi reageerde uiterst lafhartig door te stellen dat hij niet opriep tot geweld, maar slechts tot ‘verzet tegen een fictief figuur.’ Alsof er geen échte mensen – vaders, moeders, zonen, dochters, broers en zussen – achter deze fictieve figuur schuilgaan. De Clarice Gargards en Thijs Kleinpastes van deze wereld zullen dit ongetwijfeld als iets als ‘artistieke vrijheid’ kwalificeren, maar de goede verstaander had aan slechts een half woord genoeg om te begrijpen wat Akwasi daadwerkelijk bedoelde met zijn woorden. Het zou de rapper gesierd hebben wanneer hij keihard afstand genomen zou hebben van zijn eigen woorden. Helaas niets van dit alles.
Normaliter zou je daarna van een goede journalist mogen verwachten dat hij of zij hier uiterst kritisch op zou doorvragen, maar dat is helaas buiten activiste Margriet van der Linden gerekend. Zij zei slechts ‘Helder!’ We dronken een glas, we deden een plas en alles bleef zoals het was. Dit was nu écht ‘zwart privilege’ in optima forma. Zwarten, moslims en vrouwen kunnen in veel gevallen simpelweg meer maken dan de blanke medemens. Immers, zij hebben altijd de uitermate waardevolle racisme-, islamofobie- en seksismekaart achter de hand, die zij – ook in het geval van louter inhoudelijke kritiek – sans gêne op tafel kunnen gooien. Een goed voorbeeld hiervan is het Trouw-artikel waarin vijf linkse vrouwen (alsof je aan vijf neonazi’s vraagt of de Holocaust niet wat overdreven was) aan het woord kwamen die twijfelden aan de intenties van de critici van burgemeester Halsema van Amsterdam. Het kwam geen seconde in het hoofd van deze vrouwen op dat deze kritiek zich louter richtte op het bestuurlijke falen van de Amsterdamse burgermoeder, nee, het had er ongetwijfeld mee te maken dat ze een vrouw was. In M (hoe kan het ook anders) was in de uitzending van 10 juni eenzelfde soort speculatief, feitenvrij gewauwel te horen uit de monden van – de ideologische en genderdiversiteit was weer eens ver te zoeken – tafelgasten Hedy D’Ancona, Sylvana Simons, Nadia Bouras en Amma Assante. Het mag geen verrassing meer heten dat presentatrice Margriet van der Linden geen enkele kritische vraag stelde en de dames zelfs gretig in hun mening bevestigde.
Gratuit deugen en eenzijdige verontwaardiging, door BN’ers en jongeren…
Naast de media lieten uiteraard ook vele (semi-)BN’ers en onbekende Nederlanders – veelal roomblanke, welgestelde en gehersenspoelde linkse jongeren en studenten – zich niet onbetuigd om schaamteloos deugend hun gratuite hypocrisie aan de wereld te tonen. Op Instagram werden massaal zwarte schermen getoond, vergezeld van de hashtag #blackouttuesday. De vraag die bij dergelijke acties altijd opspeelt – de Facebook-profielfoto in de kleuren van de Franse vlag na de aanslagen in Parijs uit 2015 is hier een ander goed voorbeeld van – is die of het niet louter bij woorden blijft, maar dat deze ook gevolgd worden door daden. Uiteindelijk blijkt het vaak uitsluitend deugen voor de bühne is, teneinde het eigen geweten te sussen en de wereld te laten zien hoe erg men wel niet deugt. En zouden deze BN’ers en jongeren eigenlijk bereid zijn om hun eigen geprivilegieerde positie op te geven, indien de situatie daarom vraagt? Ik vrees dat de vraag stellen haar beantwoorden is. Zoals Juliaan van Acker scherp stelde in zijn artikel Het racisme waar we ons echt zorgen om moeten maken heet antiracisme: ‘Als ze zelf zullen solliciteren en ze worden als blanke voorgetrokken, zullen ze daar vrede mee hebben. Idealen moeten idealen blijven.’
Voorts mag ook afgevraagd worden of het wel daadwerkelijk zo is dat de slogan #BlackLivesMatter voor velen automatisch #AllLivesMatter betekent, zoals massaal beweerd wordt. Waar was bijvoorbeeld de tsunami aan zwarte schermen en de stortvloed aan massademonstraties toen enkele jaren geleden aan het sinistere licht kwam dat pedoseksuele moslimbendes – voornamelijk bestaande uit Pakistaanse mannen – jarenlang ongestoord bruut mochten huishouden in diverse Britse steden? (hier, hier, hier, en hier meer informatie).
Deze beesten hadden het hierbij gemunt op weerloze – veelal blanke – meisjes, soms zelfs tot in de basisschoolleeftijd aan toe. Groepsverkrachtingen – met soms zelfs zwangerschap tot gevolg – en het verslaafd maken aan harddrugs van de arme meisjes waren aan de orde van de dag. Nul zwarte schermen, nul demonstraties. Het bleef dood- en doodstil. Dit geldt overigens ook voor de ‘Plaasmoorde’ in Zuid-Afrika, oftewel de gewelddadige aanvallen op en berovingen van blanke boeren aldaar, die soms zelfs de dood tot gevolg hebben.
Helaas doet de Zuid-Afrikaanse overheid er niets aan om deze racistische problematiek op te lossen. Sterker nog, ze maken het enkel erger door ermee te dreigen deze boeren, zonder compensatie, te onteigenen. Heeft u hier massademonstraties tegen gezien? Zwarte schermen? Ik niet. Net als dat het vanuit het zich nu luid roerende kamp der gratuite deugenden doodstil was toen enkele weken geleden de 18-jarige Rik uit het Noord-Brabantse Heesch het dodelijke slachtoffer was van een bestiaal op hem instekende Soedanese statushouder.
En nu we toch bezig zijn: waar waren degenen, die het nu hartstochtelijk voor Akwasi opnemen, toen Geert Wilders voor de zoveelste keer zijn ‘fanmail’ op sociale media deelde? De PVV-leider kan als gevolg van een dagelijkse stortvloed aan ernstige doodsbedreigingen uit islamitische hoek al bijna zestien jaar niet meer vrij over straat. Wilders mocht willen dat hij de behandeling kreeg die Akwasi nu krijgt en bovenal, dat hij de vrijheid had die Akwasi heeft. Degenen die de haatzaaiende en geweld verheerlijkende rapper nu vurig verdedigen heb ik hier nog nooit over gehoord. Het zou allemaal extreem lachwekkend zijn als het niet zo godvergeten triest was.
… alsmede door hogescholen, grote bedrijven en politieke partijen
Als laatste willen uiteraard ook onderwijsinstellingen (die heus niet links zijn), grote bedrijven, politieke partijen en – daar zijn ze weer – de media maar wat graag laten zien hoe moreel zuiver ze wel niet zijn. Zo lieten onder andere de universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Leiden en de Rotterdamse Erasmusuniversiteit zich niet onbetuigd en prees de hogeschool Inholland in een Facebookbericht zelfs doodleuk de toespraak van Akwasi aan, alsmede het boek Hallo witte mensen van de notoire blankemannenhaatster (maar wel getrouwd met een blanke man) Anousha Nzume. Dit met het doel blanke mensen bewuster te maken van hun privileges en hun o zo verschrikkelijke (onbewuste) racisme. Vanuit dezelfde motivatie plaatste het vrouwentijdschrift Vogue een leeslijst met tips, waarin onder andere – wederom – Nzume, haar racistische vriendin Arzu Aslan (die eerder dit jaar op Twitter de nabestaanden en fans van acteur Aart Staartjes koud na zijn dood nog een genadeloze schop na gaf omdat hij jarenlang zijn medewerking verleend had aan het o zo racistische sinterklaasfeest) en de communistische criminele Angela Davis aangeprezen worden. Deze zelfde Davis was eerder op Twitter reeds op het schild gehesen door GroenLinks-leider Jesse Klaver.
Nu zou je nog héél misschien kunnen zeggen dat dat het daaraan toe is dat een tijdschrift zich op deze wijze opstelt, maar gesubsidieerde onderwijsinstellingen horen zich verre te houden van dit schaamteloze en dubieuze activisme. Aan hetzelfde euvel lijdend zijn de gesubsidieerde radiostations FunX en het zieltogende 3FM, dat de luistercijfers reeds sinds jaren nog harder ziet dalen dan de aandelenbeurzen haar koersen gedurende de coronacrisis. Ook zij (hier en hier steken het moraliserende anti-blanke vingertje huizenhoog de lucht in door met een artikel te komen waarin de lezer tips krijgt wat hij of zij allemaal kan doen tegen racisme. Alleen tegen racisme tegen ‘mensen van kleur’, dat dan weer wel natuurlijk. Politieke partijen als D66 en GroenLinks, die zich er maar wat graag op laten voorstaan zo ‘fatsoenlijk’, ‘tolerant’ en ‘antiracistisch’ te zijn, maar waarvan de eigen partijbijeenkomsten bijna net zo blank zijn als het lokale bejaardentehuis in Gasselternijveenschemond, maken zich op hun beurt ook onschuldig aan onvervalst racisme. Zo vond D66-Kamerlid Monica den Boer dat ‘er op ministeries te veel blanken werkten’ en pleitte zij er zelfs voor om hier actief personeelsbeleid op te voeren.
Hetzelfde geldt voor GroenLinks, waar men dag in, dag uit gretig fulmineert tegen de ‘witte man.’ Het is niet alleen racistisch, maar ook nog eens misandrisch. Voor deze clubs houdt het begrip ‘diversiteit’ niets meer of minder in dan ‘minder blanken.’ Waar de enige diversiteit die er daadwerkelijk toe hoort te doen diversiteit van meningen is, gaat het bij deze door huidskleur geobsedeerde clubs – net als overigens voor staatsomroep NOS, zo bleek uit de ophef die ontstond naar aanleiding van de zogeheten ‘Divibokaal’ – louter om kleurtjes en om de vraag of iemand al dan niet in het bezit is van een derde been.
Aangaande de grote bedrijven waren het onder andere Spotify en Netflix die zich gretig van hun meest deugende kant lieten zien. Eerstgenoemde adverteert met speciale ‘Black Lives Matter’-afspeellijsten, terwijl Netflix, net als 3FM en Inholland (nogmaals, beide gesubsidieerde organisaties), op Twitter tips verstrekt over hoe blanke mensen zich bewuster kunnen worden van hun eigen privileges en hun (onbewuste) racisme. Hierbij schroomt de streamingsdienst zelfs niet om bronnen van erkende racisten als BIJ1-angehauchten Gloria Wekker en Anousha Nzume (hebben we haar naam niet al eerder gelezen…?) aan te prijzen. Nzume zal financieel gezien nu ongetwijfeld aardig binnenlopen, al is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre ze deze inkomsten nu echt nodig heeft gezien het feit dat ze resideert in een mondaine, roomblanke enclave in New York. Doe wat ik zeg, niet wat ik doe: net als voor vele, vele anderen geldt dit adagium ook voor haar. Hoe komt het overigens in vredesnaam in de hoofden van de Spotify- en Netflix-bobo’s op om zich zo voor het karretje van radicaal-links te laten spannen? Hoort het niet zo te zijn dat zij hun uiterste best dienen te doen om zoveel mogelijk consumenten te bedienen? Zoals Bart Nijman van GeenStijl op Twitter terecht opmerkte: ‘Rot op met je beleringsdrift Netflix, je bent een streamingdienst en geen bibliothecaris van activistische subsidiepulp.’
Het erge is nog dat bovengenoemde voorbeelden nog maar het uiterst topje van een enorme, verdeeldheid zaaiende en niet zelden onvervalst racistische ijsberg zijn. Waar de als journalist vermomde activist Erik Mouthaan doodleuk beweert dat ‘Nederland overal liever over praat dan over racisme en kolonialisme’, gaat het in werkelijkheid in vele audiovisuele en schriftelijke media al dagen nauwelijks ergens anders meer over. Onder andere via NPO-vehikels als Buitenhof, Op1 en EenVandaag wordt de eenzijdige activistische deugkots al dagen onbeschaamd over de bevolking uitgestort. Dit weerhield de in discussies over al dan niet denkbeeldig racisme onvermijdelijke Sylvana Simons (BIJ1) er overigens niet van om zich via Twitter op snedige wijze tot het programma Nieuwsuur te wenden, toen het voor de verandering een paar minuten NIET over haar stokpaardje ging. De reactie van journalist Arjan Noorlander was even grappig als messcherp te noemen.
Voor het gemak wordt door de media trouwens even vergeten dat bijvoorbeeld PVV-stemmers, wier partij de tweede van het land is, totaal niet op dit slaafse activisme zitten te wachten. Daar de NPO gefinancierd wordt door álle belastingbetalers rust automatisch de zware verantwoordelijkheid op hun schouders om zoveel mogelijk burgers zo goed mogelijk te bedienen. In artikel 2.1, tweede lid van de Mediawet is zelfs expliciet vastgelegd dat de NPO zorg dient te dragen voor een pluriform aanbod. Het zou in dat opzicht mooi zijn om gekleurde Nederlanders die zich niet of nauwelijks gediscrimineerd voelen – jazeker, ze bestaan – eens aan de tafels van de gekende praatprogramma’s aan te laten schuiven.
Zolang media en overige instituties als het bedrijfsleven, de politiek en het onderwijs blijven verzaken in hun morele taak door te volharden in het massaal wegkijken bij en het moreel witwassen van de racistische en sektarische excessen binnen de zogenaamde antiracistenbeweging, zal het nog lang duren voordat de geest terug in de fles is.
De burger heeft het recht om volledig geïnformeerd te worden
Daar ik bij mezelf een alsmaar groter wordende ergernis over dit hypocriete en sektarische activisme voelde opkomen, waarbij een vijandige anti-blanke sfeer gecreëerd wordt en waar op hallucinant generaliserende wijze politieagenten geschoffeerd worden, ben ik het op het idee gekomen om een alternatieve lijst te maken met bronnen die op de een of andere manier betrekking hebben op en/of relevant zijn met betrekking tot het huidige racismedebat. Dit vanuit de overtuiging dat de burger het recht heeft om zo breed mogelijk geïnformeerd te worden en vanuit de trieste constatering dat dit momenteel allerminst het geval is. Via Twitter heb ik vele bruikbare tips mogen ontvangen, waarvoor dank. Het is de bedoeling dat ik in een volgend artikel een lijst met de beste tips publiceer.
Volg me ook via Twitter.
.