Extreem-linkse retoriek kan geweld al gauw legitimeren
Op 7 april 1977 stopt de blauwe Mercedes van openbaar aanklager Siegfried Buback voor een stoplicht in Karslruhe. Naast de auto duikt een motorfiets op. De duopassagier pakt een semi-automatisch geweer en lost vijftien schoten. Buback en zijn chauffeur zijn meteen dood, zijn lijfwacht sterft later.
Op 6 mei 2002 wordt de politicus Pim Fortuyn doodgeschoten op de parkeerplaats van het Mediapark in Hilversum. Kort daarna arresteert de politie de vermoedelijke dader, de milieuactivist Volkert van der Graaf. Fortuyn werd door extreem-links bedreigd, omdat hij zich sterk had gemaakt voor het behoud van de Nederlandse cultuur.
In de jaren zeventig kwam het geweld van links, nu komt het niet alleen van jihadistische moslims, maar helaas ook weer van links: Antifa, James Hodgkinson, Volkert van der Graaf. Vooralsnog is het linkse geweld in Nederland minder omvangrijk dan het linkse geweld in het Duitsland van de jaren zeventig. De Rote Armee Fraktion vermoordde behalve Buback nog 33 anderen. Niettemin spreekt Twitter van een ‘groene RAF’ die de democratie bedreigt.
Volgens veel politici was GroenLinks medeschuldig aan de moord op Fortuyn, omdat de partij al jarenlang een hetze voerde tegen politici die de grenzen willen bewaken. Zo’n voedingsbodemtheorie is altijd lastig, omdat ze gemakkelijk gebruikt kan worden om tegenstanders verdacht te maken. Al te vaak werden politici die zich voor immigratie uitspraken verketterd, waarop hun standpunten enkele jaren later in de programma’s van de middenpartijen stonden.
Toch is het moeilijk vol te houden dat de retoriek van GroenLinks helemaal niets te maken heeft met extreem-links geweld. Weer gaan mijn gedachten terug naar de jaren zeventig. Volgens een peiling had destijds een kwart van de Duitsers onder de 40 jaar sympathie voor de RAF. Eentiende zou zelfs bereid zijn om voortvluchtige terroristen in huis te nemen. De prominente schrijver Luise Rinser nam de RAF-leden Andreas Baader en Gudrun Ensslin daadwerkelijk in huis. ‘Ik had te doen met die twee overspannen kinderen’, schreef ze in haar dagboek. ‘Aan mensen die bereid zijn zich met huid en haar te geven aan een zaak die ze als de hunne beschouwen, geef ik altijd de voorkeur boven vrijblijvende welvaartsburgers.’
Kortom: de RAF kon tot wasdom komen in een klimaat waarin veel Duitsers met de beweging sympathiseerden.
Tegenwoordig steunt 10 tot 20 procent van het Europese electoraat partijen als GroenLinks. Kritiek op grensbewaking is een legitiem standpunt dat binnen de grenzen van een liberale democratie heel goed verdedigd kan worden. Maar veel extreem-linkse politici gaan aanzienlijk verder. Ze schetsen een apocalyptisch wereldbeeld, waarin ‘onze’ beschaving op het spel staat als we immigranten, in het bijzonder moslims, niet ongelimiteerd binnenlaten. In deze strijd worden ‘de vluchtelingen’ verraden door ‘racistische politici’. ‘Pim Fortuyn is niet gewoon rechts, maar extreem rechts,’ zei Paul Rosenmöller, een van de rauwste GL’ers. ‘Stop deze Berlusconi van de lage landen. Als Pim Fortuyn het voor het zeggen krijgt, komt er een vechtcultuur: wij tegen zij.’
Veel Nederlanders zijn het hiermee eens. Toch zullen zij zelf nooit geweld gebruiken, zoals menige RAF-sympathisant een brave student was die geen vlieg kwaad deed. Bij de meeste mensen komen zulke ideeën in conflict met waarden als respect voor andermans leven, schrijft de Franse socioloog Gérald Bronner in zijn boek La pensée extrême. Een extremist kent echter geen compromissen. Zijn gedachtengoed is extreem coherent, aldus Bronner. Op mechanische wijze voert hij de uitgangspunten van zijn ideologie naar een volkomen logisch einde. Als onze beschaving daadwerkelijk in een strijd op leven en dood is verwikkeld, en als politici als Pim Fortuyn ons verraden, dan wordt het zelfs een plicht om geweld te gebruiken. Wat is een mensenleven waard als onze complete beschaving op het spel staat? Zo dacht Andreas Baader ook: wat doet het leven van een kapitalist ertoe als hij de revolutie en daarmee het geluk van de mensheid in de weg staat?
GroenLinks roept niet op tot geweld, maar haar ideologie kan wel tot geweld leiden. De liberale democratie wordt hierdoor in verlegenheid gebracht. De vrijheid van meningsuiting staat toe dat een politicus roept dat zijn tegenstander ‘gestopt’ moet worden. Het verbieden van zulke taal zou een inbreuk op de democratie zelf zijn. Vooralsnog kunnen liberale democraten slechts hopen dat extreem-linkse politici wat langer nadenken over de potentiële gewelddadigheid van hun ondergangsscenario’s.
Hieronder de oorspronkelijke tekst zoals die op 21 juni ’19 in de Volkskrant stond.
Extreem-rechtse retoriek kan geweld al gauw legitimeren
Op 7 april 1977 stopt de blauwe Mercedes van openbaar aanklager Siegfried Buback voor een stoplicht in Karslruhe. Naast de auto duikt een motorfiets op. De duopassagier pakt een semi-automatisch geweer en lost vijftien schoten. Buback en zijn chauffeur zijn meteen dood, zijn lijfwacht sterft later.
Op 2 juni 2019 wordt CDU-politicus Walter Lübcke in zijn tuin gevonden, met een schotwond in zijn hoofd. Op 15 juni arresteert de politie de vermoedelijke dader, de neonazi Stephan E.
Lübcke werd door extreem-rechts bedreigd, omdat hij zich sterk had gemaakt voor de opvang van vluchtelingen.
In de jaren zeventig kwam het geweld van links, nu komt het niet alleen van jihadistische moslims, maar ook van rechts: Breivik, Brenton Tarrant, Stephan E. Vooralsnog is het rechtse geweld in Duitsland minder omvangrijk dan het linkse geweld van de jaren zeventig. De Rote Armee Fraktion vermoordde behalve Buback nog 33 anderen. Niettemin sprak de Süddeutsche Zeitung van een ‘bruine RAF’ die de democratie bedreigt.
Volgens veel politici is de extreem-rechtse AfD medeschuldig aan de moord, omdat de partij al jarenlang een hetze voert tegen immigranten en politici die de grenzen zouden openzetten. Zo’n voedingsbodemtheorie is altijd lastig, omdat ze gemakkelijk gebruikt kan worden om tegenstanders verdacht te maken. Al te vaak werden politici die zich tegen immigratie uitspraken verketterd, waarop hun standpunten enkele jaren later in de programma’s van de middenpartijen stonden.
Toch is het moeilijk vol te houden dat de retoriek van extreem-rechts helemaal niets te maken heeft met extreem-rechts geweld. Weer gaan mijn gedachten terug naar de jaren zeventig. Volgens een peiling had destijds een kwart van de Duitsers onder de 40 jaar sympathie voor de RAF. Eentiende zou zelfs bereid zijn om voortvluchtige terroristen in huis te nemen. De prominente schrijver Luise Rinser nam de RAF-leden Andreas Baader en Gudrun Ensslin daadwerkelijk in huis. ‘Ik had te doen met die twee overspannen kinderen’, schreef ze in haar dagboek. ‘Aan mensen die bereid zijn zich met huid en haar te geven aan een zaak die ze als de hunne beschouwen, geef ik altijd de voorkeur boven vrijblijvende welvaartsburgers.’
Kortom: de RAF kon tot wasdom komen in een klimaat waarin veel Duitsers met de beweging sympathiseerden.
Tegenwoordig steunt 10 tot 20 procent van het Europese electoraat partijen als de AfD. Kritiek op immigratie is een legitiem standpunt dat binnen de grenzen van een liberale democratie heel goed verdedigd kan worden. Maar veel extreem-rechtse politici gaan aanzienlijk verder. Ze schetsen een apocalyptisch wereldbeeld, waarin ‘onze’ beschaving een strijd op leven en dood voert met immigranten, in het bijzonder met moslims. In deze strijd wordt ‘het volk’ verraden door ‘de elite’. ‘Onze elites bestaan alleen nog uit verraders van het vaderland en daarom moeten ze zo snel mogelijk weg’, zei Björn Höcke, een van de rauwste AfD’ers. ‘In deze toestand is niet rust, maar woede en moed en compromisloosheid en burgerlijke ongehoorzaamheid de eerste burgerplicht. Laten we ons land terughalen, laten we vechten!’
Veel Duitsers zijn het hiermee eens. Toch zullen zij zelf nooit geweld gebruiken, zoals menige RAF-sympathisant een brave student was die geen vlieg kwaad deed. Bij de meeste mensen komen zulke ideeën in conflict met waarden als respect voor andermans leven, schrijft de Franse socioloog Gérald Bronner in zijn boek La pensée extrême. Een extremist kent echter geen compromissen. Zijn gedachtengoed is extreem coherent, aldus Bronner. Op mechanische wijze voert hij de uitgangspunten van zijn ideologie naar een volkomen logisch einde. Als onze beschaving daadwerkelijk in een strijd op leven en dood is verwikkeld, en als politici als Walter Lübcke ons verraden, dan wordt het zelfs een plicht om geweld te gebruiken. Wat is een mensenleven waard als onze complete beschaving op het spel staat? Zo dacht Andreas Baader ook: wat doet het leven van een kapitalist ertoe als hij de revolutie en daarmee het geluk van de mensheid in de weg staat?
De AfD roept niet op tot geweld, maar haar ideologie kan wel tot geweld leiden. De liberale democratie wordt hierdoor in verlegenheid gebracht. De vrijheid van meningsuiting staat toe dat een politicus zijn tegenstander een volksverrader noemt. Het verbieden van zulke taal zou een inbreuk op de democratie zelf zijn. Vooralsnog kunnen liberale democraten slechts hopen dat extreem-rechtse politici wat langer nadenken over de potentiële gewelddadigheid van hun ondergangsscenario’s.
De moraal van het verhaal:
Let allen op uw taalgebruik en roep niet te snel dat DE ANDER oproept tot geweld.
Lees onderstaand stukje nog maar eens door, en vraag je af in hoeverre deze tekst van toepassing is op Volkert van der Graaf.
Een extremist kent echter geen compromissen. Zijn gedachtengoed is extreem coherent. Op mechanische wijze voert hij de uitgangspunten van zijn ideologie naar een volkomen logisch einde. Als onze beschaving daadwerkelijk in een strijd op leven en dood is verwikkeld, en als politici als Pim Fortuyn ons verraden, dan wordt het zelfs een plicht om geweld te gebruiken. Wat is een mensenleven waard als onze complete beschaving op het spel staat?
Vond je dit artikel goed? Steun Repelsteeltje via repelsteeltje.backme.org