In Amerika zijn Twitter en Facebook er jarenlang in geslaagd om te ontkomen aan allerlei rechtszaken — in verband met bijvoorbeeld laster en smaad — doordat ze zich gepresenteerd hebben als “neutrale” websites. Zij zouden slechts mensen in staat stellen te posten, net zoals telecommunicatiebedrijven mensen in staat stellen elkaar te bellen. De inhoud van die posts (en telefoongesprekken) gaat hen verder niet aan. Daar houden ze zich niet mee bezig.
Dat was waarom ze wettelijk beschermd werden tegen aansprakelijkheid. Maar er is één probleem: Twitter en Facebook zijn nu al een tijdje druk bezig met het redigeren van content. Zo werd zelfs president Trump zelf onlangs “gecorrigeerd” door de extreemlinkse managers van Twitter.
Trump heeft daarom terecht besloten dat Twitter en Facebook zich niet als telecommunicatiebedrijven gedragen maar als publishers — als uitgevers. En die worden niet beschermd tegen zulke rechtszaken.
Daarom heeft hij een executive order ondertekend waardoor die speciale bescherming vervalt als ze politieke content censureren.
Links vindt dat natuurlijk verschrikkelijk, maar wat Trump hier doet had al lang gedaan moeten worden. Facebook en Twitter pretenderen neutrale communicatiebedrijven te zijn. Daar is hun hele juridische positie op gebaseerd. Prima, maar dan mogen ze dus niet content inhoudelijk gaan redigeren. Op het moment dat ze dat wel doen — en ze doen dat continu — zijn ze niet neutraal meer en moeten ze net zo behandeld worden als iedere andere uitgever van content.
Twitter en Facebook staan nu voor een keuze. Ze kunnen zich nu eindelijk gaan gedragen als de neutrale enablers die ze zéggen te zijn… of ze kunnen er definitief voor kiezen om te fungeren als linkse Deugmedia.