Vooraf: Sharia is geen wetboek. Sharia, als zodanig, is daarom ook niet een vervanging van een rechtssysteem. Sharia is plichtenleer die samen met de jurisprudentie, Fikh, ter aanvulling toegepast wordt. Dus degene die roepen voor of tegen invoering te zijn van de Sharia hebben de klok horen luiden maar weten niet waar de klepel hangt.
Moslims zijn, net als elke andere religieuze groep, verplicht zich te houden aan de wetten van het land waarin ze leven. Of het nu moslimlanden of niet-moslimlanden zijn. Als ze door de wet worden gedwongen om een zonde te plegen, dan is het in zo’n geval niet meer nodig om aan die specifieke wet te houden. De nadruk is dan ook “gedwongen“. In Nederland heb je altijd de vrijheid om te vertrekken wanneer je het niet bevalt, waar het in absolute zin op neerkomt. Echter is de kans dat er in ons land een dergelijke wet wordt aangenomen nagenoeg uitgesloten omdat het niet alleen in strijd is met onze Grondwet maar ook met tal van verdragen en fundamenteler, onze vrijheden. Dit is dan ook niet uniek aan islam en komt bij elk geloof voor.
Terug naar de moslims. Sommige moslims denken dat het toegestaan is om de wetten van landen die geen islamitische staat zijn te kunnen of mogen schenden.
Rechtsgeleerden hebben niet-moslimlanden (Dar Al-Harb/Dar Al-Kufr) verdeeld in twee categorieën, Dar Al-Khawf en Dar Al-Aman. Het eerste, Dar Al-Khawf, verwijst naar een land waar moslims in constante dreiging en angst leven met betrekking tot hun leven, religie en eigendom. Terwijl het laatste, Dar Al-Aman, verwijst naar een land waar moslims relatief veilig zijn. In Dar al-Aman, zoals veel niet-moslimlanden in het westen, zijn veel van de bevelen en uitspraken zeer vergelijkbaar met moslimlanden, Dar al-Islam, dus het bevel om de wetten van het land te volgen zou ook van toepassing zijn In deze niet-moslimlanden. Zie: Rad al-Muhtar
Sayyiduna Abd Allah ibn Umar vertelt dat de profeet Mohammed zei: “Het is noodzakelijk voor een moslim om naar de heerser te luisteren en te gehoorzamen, zolang men niet beveelt om een zonde te begaan. Als hij gedwongen wordt een zonde te plegen, dan is er geen aanhouding en gehoorzaamheid. ” – Sahih al-Bukhari, nr. 2796 en Sunan Tirmidhi
De bovengenoemde Hadith is algemeen, doordat het geen onderscheid maakt tussen moslim en niet-moslimlanden.
Degenen die van mening zijn dat het niet nodig is om de wetten van het land te gehoorzamen, tenzij het wordt bepaald door een behoorlijk islamitisch bestuurssysteem, zeggen meestal dat deze wetten niet-islamitisch en door de mens zijn gemaakt en dat men alleen verplicht is te houden aan De wetten van Allah!
In werkelijkheid is dit een zeer kinderlijke interpretatie van de islam, want zelfs het meest islamitische kalifaat zou wetten implementeren die in strijd (kunnen) zijn met het geloof. Als een islamitische regering de noodzaak heeft om een bepaalde wet te implementeren, dan heeft het de volledige jurisdictie om dit te doen, ook al is het niet gevonden in de Qur’an.
Wanneer men in een bepaald land legaal leeft, is men of mondeling of schriftelijk akkoord gegaan met de regels en voorschriften van dat land. Dit, volgens Sharia, wordt beschouwd als een verbond, overeenkomst en vertrouwen. Men is verplicht het vertrouwen te vervullen, ongeacht of het met een vriend, vijand, moslim, niet-moslim of een overheid is. De profeet Mohammed en zijn metgezellen bleef altijd bij hun woord en hebben geen vertrouwen of overeenkomst verbroken, zoals blijkt uit de boeken van Sunnah. Dus, om een belofte te breken of het vertrouwen van een niet-moslim te verbreken is absoluut onwettig en beschouwd als een teken van hypocrisie (munafiq).
“Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij tussen mensen richt, gij rechtvaardig handelt.” – Surah al-Nisa, vers 58
Het hier bovengenoemde is duidelijk, omdat een moslim verplicht is het verbond of de overeenkomst ook van een niet-moslim te vervullen. Als een dergelijke overeenkomst (ahd) plaatsvindt, dan is zijn leven, vrijheid en eigendom gewaarborgd.