Vooraf: een excuus voor de lengte, welke flink langer is dan gewoonlijk, van dit artikel.
Politieke partijen hebben steeds vaker standpunten die lijnrecht tegenover elkaar staan. Zo ook wat betreft vluchtelingen. De primaire reden, of uitweg van Jesse Klaver, dat de formatie nu met GroenLinks voor de tweede achtereenvolgende keer is mislukt.
Persoonlijk verwachtte ik dat geen normaal mens hier geen oplossing voor zou hebben. Het is, over het algemeen, mens-eigen om elkaar te helpen in tijden van nood. En dit probleem is, in essentie, niet zo lastig als men het doet voorkomen.
Laten we eens beginnen bij de definitievorming:
Vluchteling – een persoon die wegens een gegronde vrees voor vervolging om redenen van ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet is bereid om zich te beroepen op de bescherming van dat land; of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land van zijn reguliere verblijfplaats als gevolg van dergelijke gebeurtenissen, niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren; personen die ontheemd zijn geraakt door natuurrampen zijn.
en
Asielzoeker – een persoon die stelt dat hij of zij is een Vluchteling is maar waarvan dat nog niet definitief kan worden vastgesteld.
En nu een oplossing waarvan een ieder zich er wel in zou kunnen vinden:
Nu we de definities helder hebben gaan we even in op de verschillende partijstandpunten:
Opvang in de regio
Nederland zal zich inzetten om in samenwerking met de UNHCR en de Europese Unie een door de lidstaten ondersteund beleidsplan te creëren om opvang in de regio mogelijk te maken. Het beleid treedt in werking indien er zich een oorlogssituatie voordoet waarbij een Europees of VN-mandaat is om te interveniëren of humanitair te faciliteren. Op deze wijze weten Europese landen van tevoren wanneer er van ze verwacht wordt dat ze ingrijpen en kan dit hen niet meer overvallen.
Wij pleiten voor een actieve rol voor het UNHCR hierin. Het UNHCR is immers een organisatie die wij bekostigen om vluchtelingen waar dan ook ter wereld te helpen. Zij kunnen tevens uitvoering geven aan eventuele overeen te komen Europese afspraken rondom de verdeling van vluchtelingen in Europa. Zo borgt men ook dat een van de EU onafhankelijke organisatie geopereerd kan worden in het crisisgebied.
In het kader van opvang in de regio zal men meer gebruik moeten maken van lokale kennis om met buurlanden tot een oplossing te komen. Dit zien wij als een logische eerste stap.
Asielaanvraag in het land van herkomst
Wij pleiten voor een asielprocedure niet bij de grens aanvangt, maar bij een diplomatieke post (zoals een ambassade) van Nederland of een lidstaat van de Europese Unie in het land van herkomst. Dit draagt ons inziens bij aan het verkleinen van mensensmokkel, waarbij door criminelen misbruik gemaakt wordt van personen en de situatie door deze mensen voor grof geld en in erbarmelijke omstandigheden over grenzen te smokkelen. Daarnaast hebben op dit moment vooral de ‘rijkere’
inwoners de mogelijkheid een crisissituatie te ontvluchten terwijl personen met minder
bestedingsruimte geen enkele mogelijkheid daartoe hebben. Naar onze mening zouden de financiële mogelijkheden van vluchtelingen geen factor moeten zijn die de kans beïnvloedt om in aanmerking te komen voor een vluchtelingenstatus in Nederland.
Er kan dan op papier en digitaal bij de diplomatieke post van tevoren vastgesteld worden of een persoon in aanmerking kan komen voor asiel. Het COA kan een proactieve rol spelen in het faciliteren van dit proces. Hierdoor kan men gerichter asiel bieden aan personen die werkelijk asiel nodig hebben en draagt dit bij aan vermindering van het aantal personen aan de grens die noodgedwongen door Europa moeten trekken om uiteindelijk asiel aan te vragen.
Bovendien heeft deze wijze van opereren het voordeel dat het COA een goede opvang kan voorbereiden in plaats van dit achteraf te moeten regelen.
Opvang asielzoekers in Nederland
Mensen voelen zich bedreigd als er een asielzoekerscentrum komt, omdat zij onvoldoende vertrouwen hebben in de beheersbaarheid van de veiligheidssituatie rond het centrum.
Mensen die willen helpen en een band opbouwen met asielzoekers worden daarin ontmoedigd en tegengewerkt, bijvoorbeeld door het doorschuiven van asielzoekers van de ene naar de andere noodopvang. Daardoor krijgen asielzoekers geen kans om zich te voegen in de Nederlandse samenleving en de bereidwilligheid van bewoners om te blijven helpen kalft af. Dat is doodzonde. Asielzoekers moeten zoveel mogelijk worden gehuisvest in kleinschalige opvanglocaties (<300 personen), waarbij het COA intensief samenwerkt met de lokale besturen en bewoners vooraf uitvoerig geïnformeerd worden. Snelle, gedegen en feitelijke informatieverstrekking en beantwoording van vragen van inwoners is hierbij van groot belang. Daarbij zou het COA vooral een faciliterende rol moeten vervullen, terwijl de lokale overheid de ruimte krijgt om zelf invulling aan de
opvang te geven, waarbij kan worden gekeken naar manieren om de lokale economie te laten profiteren van de asielzoekers. Wij pleiten voor een duidelijke richtlijn die ervoor zorgt dat het proces van totstandkoming van een opvanglocatie voor elke partij begrijpelijk en uidelijk is. Door vooraf duidelijkheid te scheppen over de beschikbaarheid van extra en/of noodopvanglocaties in periodes van grote toestroom, wordt het draagvlak bij de inwoners versterkt. Alle asielzoekers worden verplicht om onderwijs te volgen waarbij ook dagactiviteiten kunnen worden aangeboden. Het aangeboden onderwijs en de dagactiviteiten moeten erop gericht zijn om een langdurig verblijf in Nederland succesvol te maken en een eventuele terugkeer te vereenvoudigen. Dit is geen opeisbaar recht door de asielzoeker alhoewel er een inspanningsverplichting is om hierin te voorzien. Er zullen altijd wel situaties ontstaan die dit tijdelijk kunnen verhinderen. Asielzoekers die een bijdrage willen leveren aan onze samenleving moeten
gestimuleerd en waar mogelijk begeleid worden. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het bekendmaken van de asielzoeker met de Nederlandse normen en waarden, onze vrijheden en ons democratische rechtssysteem, zodat het tijdelijke verblijf van de asielzoeker in de Nederlandse samenleving harmonisch kan verlopen. Asielzoekers die kunnen bijdragen aan de samenleving moeten daar de kans voor krijgen en kunnen daarbij worden begeleid.
Wij constateren dat er gehandeld moet worden tegen asielzoekers en vluchtelingen die zich schuldig maken door het plegen van misdrijven. Wij pleiten ervoor om deze personen, waar mogelijk vervroegd, terug te sturen of onder het toezicht te stellen van het COA of DJI. Het COA heeft een actieve rol in het signaleren van overlast gevend gedrag. Eén van de maatregelen die het COA kan nemen is om de asielzoeker of vluchteling in kwestie te herplaatsen naar een andere locatie welke al dan niet staat onder een strenger regime om zo de spanningen en eventuele recidiverend gedrag te
verminderen.
Wij pleiten er ook voor dat bij de oprichting van een opvanglocatie niet de Nationale Politie, maar het lokale politiekorps extra ruimte moeten krijgen om de veiligheid beter te organiseren. Hiervoor moeten eenduidige richtlijnen komen die transparant zijn voor burgers, colleges en de korpsen. De politie is immers in de uitvoering verantwoordelijk voor de openbare orde. Het extra geld dat beschikbaar wordt gesteld zou bijvoorbeeld in opleidingen voor agenten geïnvesteerd moeten worden.
Uitgeprocedeerde asielzoekers
Op het moment weet niemand precies hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen verblijven in Nederland. De stichting Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS) ging uit van 100.000 personen in 2009. Dit noch een wenselijke situatie voor de personen in kwestie noch voor ons als samenleving. Wij pleiten er daarom ook voor dat personen die uitgeprocedeerd zijn op een verantwoorde wijze worden uitgezet. Dat betekent niet een persoon vragen te vertrekken maar erop toe te zien dat de persoon op een vlucht wordt gezet naar het land van herkomst. Wanneer een persoon uitgeprocedeerd is, maar weigert mee te werken aan zijn uitzetting, moet naar onze mening deze persoon worden gedetineerd totdat deze bereid is mee te werken. Onze
mening is dat, als iemand het recht zou hebben om hier te verblijven, dat toegekend zou zijn ofwel door de IND, ofwel door de rechter of de rechters waarbij men in beroep is gegaan. Een voorwaarde zou kunnen zijn dat iemand zich als onderdeel van de asielaanvraag verbindt om mee te werken aan zijn uitzetting indien de rechter daartoe besluit en kennis heeft genomen dat men gedetineerd wordt indien men achteraf weigert mee te werken.
VLUCHTELINGEN
Na erkenning worden asielzoekers ‘vluchtelingen’. De vluchtelingenstatus is een tijdelijke status. Indien een conflict binnen 10 jaar na verkrijging van de vluchtelingenstatus stabiliseert, wat vaak het geval is, zal de vluchteling moeten terugkeren naar land van herkomst. Vluchtelingen kunnen in die jaren wel in Nederland een aanvraag doen om de vluchtelingenstatus om te zetten in een reguliere verblijfstitel, waar voorwaarden aan gesteld kunnen worden, zoals een duurzame dienstbetrekking en een blanco strafblad.
In de periode tussen de toewijzing van de vluchtelingenstatus en de terugkeer naar het land van herkomst wordt voorzien in de mogelijkheid voor de vluchteling om passend onderwijs te volgen. Aangezien het verblijf van de vluchteling tijdelijk is, heeft hij er weinig aan om in Nederland te integreren en Nederlands op school te leren. Daarom moet het primair en voortgezet onderwijs van internationale aard zijn en erop geënt zijn mensen de mogelijkheid te geven een bijdrage te leveren in het land van herkomst bij terugkeer. Nederland kent veel internationale scholen en het aantal leerlingen is hier ook groeiende. De infrastructuur, de kennis en de faciliteiten zijn dus al aanwezig.
Op deze wijze word voorkomen dat volledig geïntegreerde kinderen en jongvolwassenen hun plek in de Nederlandse samenleving verliezen wanneer ze gedwongen worden om terug te keren naar land van herkomst. In de bevolking kan weerstand tegen vluchtelingen groeien als de indruk ontstaat dat ze zonder tegenprestatie profiteren van de verzorgingsstaat. Vluchtelingen moeten worden ondersteund in hun bestaan – ze hebben onderdak, voedsel, zorg en onderwijs nodig, wat door de samenleving moet worden geleverd. Dat voelt voor veel mensen niet goed, zeker als ze zien dat op hun eigen voorzieningen wordt bezuinigd. De samenleving wordt door onveiligheid in andere landen opgezadeld met deze zorg.
Omwille van ontlasting van de sociale woningbouw worden erkende vluchtelingen voortaan uitsluitend in vrijesectorwoningen gehuisvest. De kosten daarvoor dragen zij in beginsel zelf. Voor die specifieke gevallen die de kosten niet zelf kunnen dragen moet ondersteuning in de huurlasten mogelijk zijn. Deze bijdrage is in lijn met reguliere voorwaarden waaronder alle inwoners van Nederland vallen.
Dat kleinschalige opvang werkt is nu al te merken en het komt de integratie alleen maar ten goede.
Naast dat onderwijs een belangrijke rol speelt is het hebben van werk nog veel belangrijker. Het COA zou naar onze mening het eerste aanspreekpunt moeten zijn voor werkgevers die vluchtelingen in dienst willen nemen, ook zouden ze hierin actief moeten faciliteren.
Een voorbeeld zou zijn dat de vluchteling middels een detacheringsconstructie via het COA arbeid verricht bij de opdrachtgever. Zo wordt de betreffende werkgever ook ontlast van ingewikkelde procedures en de vluchteling beschermd tegen eventuele uitbuiting. Een bijkomend voordeel is dat een dergelijke constructie het COA in staat stelt om salaris in te houden. Dit kan met rente en eventueel een premie ter beschikking worden gesteld bij terugkeer zodat de vluchteling in staat is om een nieuw bestaan op te bouwen in land van herkomst. Indien de vluchteling een verblijfsvergunning krijgt toegewezen zou dit bedrag kunnen dienen als buffer zodat hij in staat is om op eigen benen te staan in de Nederlandse maatschappij.
EUROPEES VLUCHTELINGENVERDRAG
Nederland ijvert voor een nieuw Europees verdrag tussen landen die bereid zijn om samen de vluchtelingen op te vangen. Er komt een centrale Europese verdeling van asielzoekers. De verdeelsleutel hiervoor moet voor de burger inzichtelijk zijn en de opvangcapaciteit per land of gebied dient te worden vastgesteld op basis van economische ontwikkeling, bevolkingsdichtheid, landoppervlak en inwoneraantal maar zal niet meer zijn dan 1% van de totale bevolking van het land, hetgeen we definiëren als het totale aantal staatsburgers minus het totale aantal buitenlanders dat aanwezig is in het land.
Deze verdeelsleutel moet door middel van een transparant en publiek proces tot stand komen en toegankelijk zijn voor alle burgers, zodat eenieder op elk moment kan uitvinden waar hij aan toe is in tijden van een grote toestroom. Gemeenten en landelijke overheden kunnen op deze manier niet uit politieke motieven AZC’s toewijzen zonder de inwoners op voorhand daarover te informeren. Indien dit proces niet wordt verbeterd, dan dragen de ontstane situaties bij tot verdere polarisatie van de samenleving. Deze onrust kan niet de bedoeling zijn van beleid en ondermijnt de veiligheid en openbare orde. Daarnaast komen burgers recht tegen over elkaar te staan en zijn ook vluchtelingen hier direct de dupe van.
Asielzoekers worden eerst in een korte Europese procedure voorgeselecteerd. Personen die duidelijk geen recht zouden hebben op asiel kunnen direct worden afgewezen, geregistreerd en uitgezet.
Conform het voorgestelde Europese verdrag zullen de overige asielzoekers verdeeld worden over de lidstaten, zodat de huidige migratieconcentraties worden voorkomen.
Dit zijn in mijn ogen prima uitgangspunten zijn waar het motorblok+GroenLinks zich in zouden kunnen. De reden waarom ik hiervan overtuigd ben is omdat bovenstaande tekst tot stand is gekomen door burgers van heel links tot heel rechts en gefaciliteerd door niemand minder dan GeenStijl. Echter de media exposure die er is voor burgers die verschillen overbruggen en samenwerken om gezamenlijk een doel te bereiken is jammer genoeg haast nooit nieuwswaardig.
Wederom dank ik de vele mensen die een jaar de tijd, onbetaald en op eigen rekening, hebben genomen om bij elkaar te komen en de vaak hoogoplopende discussies te voeren. We hebben veel van elkaar geleerd, waarvan de belangrijkste les: Als je (opr)echt samen een probleem wil oplossen dan kan dat. Altijd.