Nu Nederland geaccepteerd lijkt te hebben dat 50 miljard per jaar gaat worden uitgegeven aan de doelstellingen in de klimaatwet en de vergaande maatregelen in het klimaatakkoord is het eens tijd om dat bedrag in een perspectief te zetten. En, zoals Rob Jetten ons op het hart drukt, we gaan dit eerlijk verdelen. Maar wat is nou een eerlijke verdeling van de klimaatlasten? En moeten we dat wel willen?
Wat zijn die kosten nu eigenlijk
De realiteit is dat niemand dit precies weet. Het getal van 50 miljard per jaar (en daarmee de 1000 miljard van Thierry Baudet) is afkomstig van CE Delft directeur Frans Rooijers, die het weer overnam uit de studie ‘Net voor de toekomst’ en gaat in principe alleen over de kosten van energie zelf, niet over andere reductiemaatregelen, economische schade etc. Overigens is belangrijk om hierbij op te merken dat de 50 miljard niet alleen bijkomende kosten zijn (zoals FvD wel eens lijkt te stellen), maar dat we op dit moment al 30 miljard aan energiekosten aftikken. De Nederlandse bank becijfert dat de energietransitie een enorme impact zal hebben op de economie, maar stelt dat die impact afhangt van de snelheid van invoeren, hoe langzamer en doordachter, hoe beter.
Wat hierbij duidelijk moge zijn is dat van ontzettend veel maatregelen we nog niet eens kunnen beginnen met het becijferen van de kosten. Neem bijvoorbeeld het idee om verkoop van alle auto’s met verbrandingsmotoren te verbieden, ook tweedehands. Met het stagneren van de complete tweedehandsmarkt zou
Op dit moment geeft de overheid jaarlijks zo’n 264,6 miljard uit en krijgt iets meer dan dat binnen.
- De gasbaten gaan we kwijtraken als andere landen een beetje serieus werk maken van hun transitie
- Kosten voor infrastructuur en milieu gaan astronomisch omhoog omdat we bestaande infrastructuren volledig moeten vervangen en nieuwe moeten bouwen.
- Inkomsten uit CO2 belasting zullen stijgen.
- Alle sectoren van de overheid gaan in kosten omhoog omdat ze uitgaven moeten doen om de eigen uitstoot te verminderen.
De leugen van de CO2 reductie
Als je duikt in de materie van waar onze energie eigenlijk vandaan komt dan loop je al snel aan tegen de slimme trucjes waarmee de overheid, industrie en klimaatlobby ons een rad voor ogen draaien.
Exporteer het probleem
Een aanzienlijk deel van de ‘groene stroom’ in Nederland is geen in Nederland opgewekte groene stroom: Als er al echt iets wordt geïmporteerd komt dat uit waterkrachtcentrales in Noorwegen, maar dit is voor het grootste deel handel op papier die niet leidt tot enige klimaatwinst.
De echte import bestaat uit olie en kolen, die hier worden verstookt om 53% van de energie op te wekken die als duurzaam wordt verkocht. Tegelijk exporteren we gas die in andere landen als duurzamer geldt. (Bron) Andere energiebronnen doen in Nederland praktisch niet mee, allemaal 1 % of minder, met uitzondering van…
Biomassa
Biomassa is dé gigantische wassen neus van het duurzaamheidsbeleid. Het is niet milieuvriendelijk om bomen te verbranden. Op korte termijn (lees: Totdat die bomen over een paar decennia weer opnieuw zijn gegroeid) is de uitstoot van CO2 nog hoger dan voor kolen. Op lange termijn wordt het ook nooit 100% klimaatneutraal, want we verbranden op dit moment biomassa uit o.a. Canada. De kap, het vervoer en de verwerking van al deze biomassa kost energie die je nergens meer terugziet. Het hele klimaatakkoord moest om hun doelen realistisch te maken biomassa verzinnen die niet eens bestaat. En als klap op de vuurpijl wordt onherstelbare schade aan de biodiversiteit van bossen aangericht en gaat goed bruikbaar hout in de hakselaar vanwege hongerige Nederlandse verbrandingsovens.
Dus waarom doen we deze onzin nog? Simpel gezegd: Omdat anders de duurzame energiesector in Nederland bijna non-existent is. Biomassa levert meer op dan zonne-energie, wind, water en aardwarmte. Bij elkaar. Feit is dus dat ondanks de giga-investeringen van de afgelopen jaren, die duurzame bronnen dus nog geen zak opleveren.
Van het gas af?
Dan de grote strijd van de huidige beleidsmakers tegen het aardgas. Kort samengevat: Nederland is de grootste producent van aardgas in de EU, waar we meer dan 1/3 van alle gas leveren. Aardgas is de schoonste fossiele brandstof. Door toenemend gebruik van aardgas gaat de CO2 uitstoot van sommige landen omlaag. Maar dat is niet goed genoeg (ook al hebben we in Nederland nog kolencentrales en importeren we olie bij de vleet), dus moeten we van het gas af. En dat is nogal een operatie.
Het afbreken van ons gasnet is kapitaalvernietiging: Vrijwel alles aan het gasnet kan nog decennia dienstdoen en is bovendien ook geschikt voor synthetische gassen die met behulp van (bijvoorbeeld) zonne-energie zouden kunnen worden opgewekt (daar werkt de TU Eindhoven op dit moment aan). Bovendien is de kreet ‘van het gas af’ pure symboolpolitiek: Huishoudens zijn bij lange na niet de grootste afnemers van aardgas, de industrie en stroomvoorziening zijn veel groter.
Wat de roeptoeters van ‘volledig groen’ overigens ook volledig lijken te vergeten is dat het niet mogelijk is om vanuit onstabiele bronnen aan alle vraag te voldoen als je geen opslag hebt: Als het niet waait heb je geen windenergie, ‘snachts geen zonne-energie. Op dit moment hebben we niet de opslag om dit verschil te overbruggen en kan geen enkel bestaand elektriciteitsnet de variaties in vraag en aanbod aan die dit oplevert. En we zijn niet de enigen die hiermee zitten.
Zij kunnen het wel… Vergelijking met het buitenland
Maar dan wijzen politici graag op de voortrekkersrol van Nederland. Er zouden andere Europese landen zijn die geen fossiele brandstof meer gebruiken En inderdaad, het CBS becijfert warempel dat een aantal landen grotendeels van de fossiele brandstof af zijn in hun rapport over elektriciteit in Nederland. Wat ze daarbij weglaten is dat ieder EU-land dat succesvol minder dan 30% van zijn elektriciteit uit fossiele brandstoffen haalt dat aanvult met een flinke productie van kernenergie, met uitzondering van Oostenrijk. Dat land haalt meer dan de helft van zijn energie uit waterkracht omdat ze het geluk hebben van rivieren met verval (hoogteverschil) die geschikt zijn voor waterkrachtcentrales. Net als Letland, Zweden en Kroatië trouwens. Waterkracht lijkt de enige energiebron te zijn die iets substantieels kan veranderen aan het energiepatroon.
Verder is er nog Denemarken, dat richting de 40% van hun energie uit windenergie haalt. Verbazingwekkend? Nee, want het is ze zelf ook duidelijk geworden dat dat te duur is. Vooralsnog weigert Nederland te leren van een land dat enorm in die windenergie investeerde, maar produceert de rekenkamer een jubelverhaal over windmolenparken die binnenkort subsidievrij zouden kunnen zijn. Dat de oorzaken van de lage kosten op dit moment onder andere het gevolg zijn van de lage financieringskosten en staalprijs mag de pret niet drukken.
Eerlijk verdelen
Dan naar mijn initiële inspiratie om dit stuk te schrijven: (ik heb wat geknipt voor de leesbaarheid maar de intenties van de sprekers proberen te behouden, hier is het hele filmpje)
Baudet: “Wat is nou voor dhr. Jetten het maximum dat hij vindt dat burgers kwijt zouden moeten zijn aan die absurde klimaatdoelen? 50% van hun inkomen? 80% van hun inkomen?” […]
Jetten: “De initiatiefnemers […] vinden allemaal […] dat de maatregelen die we nemen op een eerlijke manier moeten worden ingevoerd. Dat we goed moeten kijken naar de verdeling tussen huishoudens onderling, tussen huishoudens en bedrijven, dat we ervoor moeten zorgen dat iedereen kan meekomen. […]
Baudet: “Maar u moet toch een idee hebben wat het maximaal mag kosten? ” […]
Jetten: “We willen
Baudet: “Ik heb het niet over eerlijk verdelen, ik heb het erover dat mensen überhoubt die kosten niet kunnen en willen maken.”
Jetten: “Ik vind het jammer dat dhr. Baudet het altijd maar over kosten en waanzin spreekt als het gaat over klimaatbeleid. Ik denk dat mensen die nu een stijgende energierekening op zich af zien komen willen dat we voorkomen dat die energierekening verder stijgt, die mensen willen ook dat hun huis beter wordt geïsoleerd […]. Ze willen dat de overheid helpt met het investeren in die woning, dat de overheid helpt met de aanschaf van een elektrische auto. […]
Naast het feit dat de heren (waarschijnlijk bewust) volledig langs elkaar heen praten zette de laatste woorden van dhr. Jetten mij wel aan het denken: Uiteindelijk is de hele samenleving een systeem waarin mensen arbeid verrichten, daar geld voor krijgen en dat gebruiken om producten, diensten en belasting te betalen. Of je dat nou via de overheid of via bedrijven doet, uiteindelijk zullen mensen werk moeten verrichten en zal ergens geld vandaan moeten komen. Verderop leg ik uit waarom ‘de overheid betaalt’ of ‘het bedrijfsleven belasten’ wassen neuzen zijn, maar eerst even wat nu aan de hand is.
De voorgestelde verdeling
In het kielzog van meneer Jetten komt ook de media met het agendapunt van de ‘eerlijke’ verdeling. De claim is dat burgers worden opgezadeld met 350 miljoen aan subsidie tegen 1800 miljoen aan belasting, terwijl de veel vervuilendere industrie wegkomt met 200 miljoen euro aan subsidie en 650 miljoen aan belasting. Nou, dat is niet eerlijk! Een makkelijk en populair standpunt, dus springen ook milieuclubs op de bandwagen.
Het woord eerlijk is natuurlijk ontzettend populair, maar op dit moment is het feitelijk een afleiding van de werkelijke discussie: Moeten we ons aan deze doelstellingen gaan houden?
Miljarden in de subsidiekringloop
Dan allereerst de ‘eerlijke’ aanpak van meneer Jetten: De overheid die mensen gaat ‘helpen’ met investeren. Er komen subsidies voor leuke groene dingen. Belastingen gaan alleen ‘de vervuiler’ aanpakken. Waar deze denkwijze volledig aan voorbij gaat is dat het uiteindelijk wordt betaald door de burger, die voor elke euro die het systeem van belasting => subsidie => burger doorgaat, ook nog eens de overhead betaalt om dat hele systeem te laten draaien. En hoe ingewikkelder en slimmer de belasting- of subsidieregeling, hoe hoger die overhead is, want al die regels moeten uiteindelijk ook gecontroleerd en gehandhaafd worden.
Er bestaat niet zoiets als ‘de overheid betaalt’, want de overheid produceert niets waaruit ze kan betalen. De overheid kan alleen herverdelen wat door burgers wordt geproduceerd.
Pak de bedrijven!
Dan de andere suggestie: Leg de rekening bij die bedrijven, bij de industrie. Leuk idee, maar ook dat werkt niet zomaar. Een bedrijf is een entiteit die de arbeid van werknemers bundelt, de producten daarvan verkoopt en de winst maximaliseert. Als dat goed werkt krijgt iedere betrokkene een deel: Eigenaar/aandeelhouders, werknemers en leveranciers. En dat wordt allemaal betaald door de kopers van het product. Als je ergens iets geld uit dit systeem haalt om de kosten van het klimaatbeleid te betalen dan gaan bedrijven dat dus herverdelen. De eigenaar of aandeelhouders zijn de sluitpost waarvoor de winst wordt gemaximaliseerd, dus die gaat alleen omlaag als het de enige optie is. Leveranciers hebben ze al de beste deal mee, werknemers hebben bestaande en uitonderhandelde contracten, dus klanten zijn de pineut.
Nu zullen linkse partijen betogen dat het ‘pakken’ van de bedrijven op de een of andere manier de aandeelhouders aanpakt, of rijke eigenaren laat betalen, maar er is economisch geen enkele reden om dat te denken. Alle bedrijven hebben hetzelfde probleem, dus ze zullen allemaal gaan zoeken naar een herverdeling om die kosten op te brengen. De concurrentie doet de prijzen dus omhoog, dus je kan je winst behouden terwijl je die prijzen verhoogt.
De verkeerde discussie
Als het klimaat zodanig van slag is dat er direct een enorm ingrijpen van ettelijke miljarden noodzakelijk is, dan zullen we dat met zijn allen moeten ophoesten. De maatschappelijke discussie is niet gebaat gesteggel over of we dat geld uit onze spreekwoordelijke vest- of broekzak moeten halen, wel over welke maatregelen we precies zullen moeten nemen. Want je hebt onzalige symboolpolitiek: Van het gas af, biomassa, groene stroom van Nederlandse leveranciers en milieuzones. En je hebt werkende, veelbelovende plannen: Getijdencentrales, efficiëntere windenergie en kernenergie.
Onze discussie zou moeten gaan over het onderscheid tussen deze dingen en onze doelen zouden niet moeten worden gesteld voordat we weten wat efficiënt en haalbaar is.
#HouVolKlaas
Toen ik dit schreef, eind december, was de omvang en impact van het klimaatakkoord nog maar net duidelijk aan het worden. Inmiddels is het bijna oud nieuws geworden door vele stemmen die, na de eerste golf van groene euforie, toch hun vraagtekens bij de haalbaarheid van maatregelen begonnen te zetten. Inmiddels, 12 januari 2019, is de tegenbeweging compleet met Klaas Dijkhof die de bom dropt dat hij het kabinet zou laten vallen om het klimaatbeleid maar niet aan ‘de gewone burger’ te hoeven doorrekenen. Sure Klaas, dat de VVD ineens stoer begon te doen voor de verkiezingen hebben we nog nooit gezien. Intussen blaast ook Lilian hoog van de toren om deze verkiezingsstunt te verketteren en verbergt Henk Krol de eigen inconsequentie achter de nog grotere onbetrouwbaarheid van de VVD.
Wat inmiddels duidelijk is: Het steunen van de klimaatwet is niet vanzelfsprekend meer en geen enkele ‘eerlijke verdeling’ gaat nog draagvlak vinden. De groene golf is voorbij.