Vrijdag 28 september presenteerde Theo Francken, de Belgische staatssecretaris voor asiel en migratie, zijn boek Continent zonder grens. Hierin zet hij uiteen wat volgens hem mankeert aan het huidige Europese asielbeleid en komt hij met verbetervoorstellen. Daarbij sprak ook zijn vroegere ambtsgenoot Klaas Dijkhoff, tegenwoordig fractievoorzitter voor de VVD in de Tweede Kamer.
Twee dagen later zat Francken in het VRT-programma De zevende dag (vergelijkbaar met Buitenhof) aan tafel met politicoloog en publicist Paul Scheffer. Francken is lid van de liberaal-conservatieve N-VA, Scheffer van de sociaal-democratische PvdA. De twee mannen bleken het op veel punten met elkaar eens. Francken verklaarde bekend te zijn met Scheffers boeken en hem te bewonderen.
Francken schreef zijn boek om meerdere redenen. In 2015 kwam een grote asielzoekersstroom op gang naar Europa. Hij is een van slechts twee toenmalige bewindspersonen voor migratie die nog steeds in functie zijn (wat overigens te denken geeft over het verloop in de politiek). Op dit dossier is hij feitelijk nestor.
Daarnaast wilde hij weerwoord bieden aan het verwijt dat de N-VA zich alleen uitspreekt tegen migratie en de multiculturele samenleving omdat het scoort. Hij wil aantonen dat zijn opvattingen wel degelijk onderbouwd zijn.
Tenslotte maakt hij zich zorgen om het voortbestaan van de Europese Unie. Veel burgers maken zich zorgen om de toestroom aan migranten. Hij vreest dat als gevestigde politici dit negeren, de animo voor extreem rechts toe zal nemen. Zie Brexit en de Visegrad-landen (Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije) en recentelijk de regeringsdeelname van uiterst rechts in Oostenrijk en Italië.
Kritiek op asielbeleid EU
Volgens Francken zit er een weeffout in het huidige asielbeleid van Europa. Hoewel er voldoende mogelijkheden zijn om legaal asiel aan te vragen, staan er momenteel niet of nauwelijks sancties op illegale migratie. Volgens het Schengenverdrag worden de Europese binnengrenzen weliswaar opgeheven, maar komt daarvoor in de plaats een gemeenschappelijke Europese buitengrens. Volgens het Akkoord van Dublin dient asiel aangevraagd te worden in het land van aankomst. Toen Griekenland in 2015 asielzoekers niet langer verhinderde door te reizen naar andere EU-landen, werden beide akkoorden feitelijk verbroken.
De EU bleek niet in staat hier adequaat op te reageren. Als er al actie werd ondernomen, kwam het van afzonderlijke natiestaten. Hongarije plaatste zelf hekken, de Duitse bondskanselier Angela Merkel besloot zelf tot ‘wir schaffen das’.
Misbruik van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?
In 1950 werd het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) getekend.
Francken wijst op de context waarin dit ontstond. Spanje en Portugal waren fascistisch, de meeste Oost-Europese landen waren communistisch en binnen een aantal West-Europese landen – Frankrijk, Italië, België – waren grote communistische partijen. Er was behoefte en noodzaak aan een juridisch instrument om mensenrechtenschendingen te kunnen veroordelen en om te voorkomen dat democratische landen een ondemocratische kant op zouden gaan.
In 1989 vermoordde een Duitser in de VS twee mensen. Hij ontsnapte, maar werd aangehouden in Groot-Brittannië. Met een beroep op het EVRM voorkwam diens advocaat uitlevering aan de VS. Zijn cliënt kon namelijk de doodstraf krijgen. Sindsdien hebben asielrechtadvocaten steeds vaker een beroep op het EVRM gedaan.
Juridisch betekent dit dat rechtspraak niet langer uitgaat van bewezen handelingen door een concrete persoon of groep, maar van mogelijke toekomstige handelingen door landen. Politiek-filosofisch roept het de vraag op of de trias politica, de scheiding der machten, verbroken wordt. Is wetgeving aan gekozen volksvertegenwoordigers, aan onbenoemde ambtenaren (rechters) of aan advocaten van actiegroepen?
Een vraag die niet alleen relevant is voor asielwetgeving. Denk aan de milieurechtzaak van Urgenda of aan de aanklacht van Bénédicte Ficq tegen de tabakssector.
Het belang van ideeën
Filosofisch gezien is het boek idealistisch: de denkwijze van politici bepaalt het beleid. Het huidige asiel- en migratiebeleid wordt door velen als onvermijdelijk beschouwd. Volgens Francken gaat het echter om opvattingen. Het kan anders, vaak ontbreekt echter de wil.
Veel Europese beleidsmakers zouden migratie zowel een deugd op zich vinden (‘de wereld is van iedereen’) als bevorderlijk voor de economie. Over het eerste zullen links en rechts altijd anders blijven denken, het tweede bevat een aantal oogopeners.
Aziatische expats en intra-Europese arbeidsmigranten zijn inderdaad van toegevoegde waarde, maar hebben de Europese economieën – dienstensector en hightech – baat bij ongeschoolden die de taal niet spreken? De sectoren waar die laatsten zo aan de slag konden – arbeidsintensieve landbouw, mijnbouw, industrie – zijn de afgelopen decennia verdwenen uit Europa.
Hij wijst erop dat sociale wetenschappers in de tweede helft van de twintigste eeuw stelden dat toename van welvaart automatisch leidde tot afname van nationalisme en religie. Veel politici en ambtenaren namen dit over en richtten zich op het technocratische verhelpen van praktische problemen. Ideologie was, zeker na de val van de Muur, verleden tijd. Daardoor ontstond een blinde vlek voor ontwikkelingen die wel degelijk met cultuur en/of religie te maken hadden. Zoals migranten die vasthielden aan hun oorspronkelijke cultuur in plaats van te integreren.
Op dit punt spreekt mogelijk de partijganger. De N-VA combineert al anderhalf decennium economisch liberalisme met cultureel conservatisme. Al maken recente ontwikkelingen maken dit punt niet onaannemelijk. Binnen de sociaal-democratie stond het wereldburgerschap en de internationale solidariteit van de top haaks op de angst van gewone arbeiders dat migratie zou leiden tot meer concurrentie op de arbeidsmarkt en verandering van hun omgeving. En waar West-Europa een halve eeuw lang de natiestaat beschouwde als een bron van oorlog en onverdraagzaamheid waar afscheid van genomen moest worden, waren Oost-Europese landen na 1989 blij eindelijk soeverein te zijn. It’s more than the economy, stupid!
Het Australische model
‘De migratietanker is heel moeilijk te keren op nationaal niveau.’ Francken bepleit dat de EU het Angelsaksische migratiebeleid overneemt. Asielzoekers worden nog steeds opgenomen, maar asiel wordt niet meer verleend bij illegale migratie. Bij arbeidsmigratie worden alleen mensen toegelaten die wat toevoegen aan de interne economie.
Volgens hem is de Europese situatie vergelijkbaar met die van Australië: een welvarend werelddeel op een korte zeereis van een dichtbevolkte arme regio. Australië begon in 2001 met pushbacks: illegale migratie op zee werd tegengehouden door marine en douane. Met andere landen werden verdragen gesloten: opvang van illegale migranten in ruil voor financiële steun.
Dichter bij huis neemt hij Denemarken als voorbeeld, dat in tegenstelling tot buurland Zweden – en haaks op het Europese migratiebeleid – al in 2001 afstand nam van het open migratiebeleid.
2018-2019 Belgisch verkiezingsjaar
Op 14 oktober houdt België gemeenteraads- en provinciale verkiezingen. In mei volgen landelijke, deelstaats- en Europese verkiezingen. De auteur is politicus. Het goede komt dus van zijn eigen voorstellen, andere politici en partijen frustreren dat. Jammer genoeg kon Francken niet de verleiding weerstaan om alsnog te sneren naar zijn critici. Het had hem gesierd als hij daarboven had gestaan.
Francken is in België niet onomstreden. Hij komt regelmatig in nauwe schoentjes door krasse uitspraken te doen, vooral op sociale media. Toen zijn partijvoorzitter, Bart De Wever, afgelopen najaar een Facebookaccount opende met de woorden ‘hopen dat ik hier geen spijt van krijg’, merkten cabaretiers op dat hij dat ook zei toen hij Francken staatssecretaris maakte.
In zijn voorstellen zitten twee zwakke punten.
Zo noemt hij Tunesië het land waar de EU illegale migranten onder zou kunnen brengen in ruil voor geld. Tunesië kampt echter zelf met grootschalige jongerenwerkloosheid. Vanaf de Tunesische oostkust is het slechts 100 kilometer naar Lampedusa en veel jonge Tunesiërs proberen zelf naar Europa te migreren, desnoods illegaal. Dat land heeft dus weinig baat bij dit beleid.
Daarnaast lijkt hij over het hoofd te zien dat Australië en Noord-Amerika zich ook door natuurlijke barrières kunnen veroorloven om een selectief migratiebeleid te voeren. De Middellandse Zee vormde al in de oudheid een economische zone waar mensen van kust naar kust voeren en is ook via het land te omzeilen. Voor Canada is het helemaal makkelijk: noordpool, oceanen en de VS vormen buffers, twee oceanen en aan de VS. Deze bezwaren werden in juni al geuit door journalisten, maar de zomer lijkt hij niet benut te hebben om die te pareren of om met een ander plan te komen.
Daar staat tegenover dat dit boek niet geschreven is door een studeerkamergeleerde of internetstukkenschrijver, maar door een ervaren bewindspersoon. Hij pleit voor Realpolitik. Wat zijn de reële economische behoeften en welke type migrant sluit daarop aan? De bevolking zal steeds minder bereid worden om asielzoekers op te vangen, als de illegale migratie niet tegengegaan wordt.
Frits Bolkestein bepleitte in de jaren negentig: ‘Beperk immigratie, bevorder integratie en bestrijd discriminatie’. De voorstellen van Francken tonen veel overeenkomsten met wat VVD-Tweede Kamerlid Malik Azmani 2,5 jaar terug voorstelde in de Tweede Kamer. Recentelijk riepen academici als Paul Scheffer, Jan Latten en Jaap van Duijn op om na te denken over bevolkingspolitiek.
Het boek van Francken verwijst regelmatig naar de politiek van de afgelopen drie jaar. Daardoor is het actueel, maar zal het ook snel gedateerd zijn. Er zijn momenteel nogal wat Belgische politici die boeken uitbrengen – dat krijg je in verkiezingstijd. Dat neemt niet weg dat het moedig is om te schrijven over dit onderwerp. De opkomst van het Vlaams Belang – dat van 1991 tot 2006 iedere verkiezing groeide – maakte dat in België migratie een taboeonderwerp was. België kende geen Bolkestein of Scheffer. Het is de N-VA die dit sinds een paar jaar probeert aan te kaarten.
Hoe zou het publiek reageren als dit boek niet door hem was geschreven, maar door zijn partijgenote en collega-staatssecretaris Zuhal Demir?