‘Er is bij het opstellen van dat feitenrelaas in het kabinet niets onoorbaars of vreemds gebeurd,’ zei minister-president Mark Rutte na het uitlekken van de notulen van de ministerraad. Toen de journaliste van RTL vroeg of er echt geen informatie was achtergehouden voor de Kamer, herhaalde hij het als een mantra: ‘Er is niets onoorbaars of vreemds gebeurd.’
Onoorbaar. Wat betekent dit plechtstatige woord eigenlijk? ‘Ontoelaatbaar, ongepast, onbetamelijk, onfatsoenlijk, onbillijk…’
Op 4 november 2019 werd een motie ingediend door de Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) Renske Leijten (SP) en Helma Lodders (VVD). In die motie stond o.a.: ‘…verzoekt de regering tevens, bij de rapportage in november ook een volledig feitenrelaas te verschaffen met onder andere wie wanneer welk besluit in CAF-gerelateerde zaken genomen heeft en op basis van welke informatie, en welke handelingen onrechtmatig waren.’
De motie werd met 149 stemmen aangenomen en de regering was dus verplicht de Kamer een volledig feitenrelaas te geven over de CAF-zaken. Namen en rugnummers.
Inmiddels zijn de notulen van de ministerraad vrijgegeven en we kunnen lezen hoe men op 15 november 2019 hierover vergaderde. Heeft Mark Rutte gelijk? Is bij het opstellen van dit feitenrelaas ‘niets onoorbaars’ gebeurd?
Feitenrelaas
Dit is het gedeelte waar het om gaat.
‘De vraag is of de staatssecretaris hiermee wegkomt.’ Waar wilde de staatssecretaris mee wegkomen? Menno Snel wilde simpelweg weigeren om de details te geven waar de Kamer om vroeg. Hij vond dat het niet ging om ‘individuen met kwaad in de zin’, maar om ‘structurele kwesties’. De rest van de ministerraad was het daarmee eens, ook vanwege de ‘verstrekkende gevolgen voor andere dossiers’, oftewel de tienduizenden gevallen die op dat moment nog veilig in de beerput zaten.
De bedoelde ambtenaren hadden zo meedogenloos op onschuldige burgers gejaagd dat in mei 2020 de bewindslieden zelf aangifte tegen hen deden wegens ambtsmisdrijven. En voor deze ambtenaren wilde Menno Snel het recht van de Kamer op informatie – artikel 68 van de grondwet – schenden. Waarom? Om de schade voor de overheid te beperken. Dat was blijkbaar veel belangrijker dan het leed van al die getroffen gezinnen; dit leed werd niet eens genoemd.
De jurist Grapperhaus betwijfelde terecht of de staatssecretaris daarmee weg zou komen en stelde dus een andere tactiek voor. Hij wilde wel – samen met Hoekstra – met Snel meedenken ‘over een wijze waarop kan worden gesteld dat voorliggende kabinetsreactie tevens een feitenrelaas bevat.’
In gewoon Nederlands staat hier: we gaan net doen alsof we wel informatie hebben gegeven terwijl we die niet hebben gegeven.
De hele ministerraad stemde hiermee in, inclusief de huidige leiders van CDA, D66 en VVD. Men was eensgezind van mening dat artikel 68 van de grondwet opzij geschoven mocht worden: het was beter om de Kamer te misleiden. De Kamer vocht in februari 2020 terug met een motie waarin de regering gemaand werd om artikel 68 serieus te nemen, een motie die door dit kabinet ontraden werd.
Wat betekent ‘onoorbaar’ ook weer? ‘Ontoelaatbaar, ongepast, onbetamelijk, onfatsoenlijk, onbillijk…’
Vindt Mark Rutte het ‘toelaatbaar, gepast, betamelijk, fatsoenlijk en billijk’ om de grondwet te schenden? En dat om ambtenaren te beschermen die zich zo misdragen hebben? Waar ligt de grens dan? Wanneer vindt de premier iets wel onfatsoenlijk? Het antwoord daarop vinden we ook in de notulen…
Onfatsoenlijk
In de vergadering van 14 juni 2019 klaagden de bewindslieden over de felheid van de Kamer. Men ergerde zich met name aan de ‘eigen’ Kamerleden: ‘Dit is besproken met betrokken leden van de coalitiefracties. Hopelijk kan een herhaling worden voorkomen.’ Het kabinet had het voortdurend druk met het ‘tot de orde roepen’ van Kamerleden die hun taak serieus namen; deze opmerking was niet uitzonderlijk.
Dan staat er: ‘De minister-president toont zich ontstemd over de reactie op 9 en 10 juni 2019. De vraag is of dit type reactie in de toekomst geheel kan worden voorkomen.’ En even verderop: ‘De minister-president herhaalt dat de reactie op 9 en 10 juni 2019 onfatsoenlijk te noemen is.’
Het schenden van de grondwet vond Mark Rutte niet onfatsoenlijk. Interessant is om te kijken wat hij dan wel onfatsoenlijk noemde. Waar gingen die reacties op 9 en 10 juni over?
Staatssecretaris Menno Snel had achter de rug van hun advocaat om slachtoffers van het toeslagenschandaal benaderd. RTL schreef: ‘De Kamerleden Omtzigt (CDA), Leijten (SP) en Snels (GroenLinks) eisten in een reeks schriftelijke spoedvragen dat ouders zich alsnog konden laten bijstaan door hun advocaat. Uit die vragen blijkt dat zij vrezen dat Snel probeert de ouders nu snel af te kopen met een schadevergoeding, en dat deze gedupeerden ‘geheimhouding’ krijgen opgelegd.’
Waarom was geheimhouding een gevaar? Omdat deze Kamerleden en journalisten begonnen te beseffen dat dit schandaal veel groter was, dat het niet alleen ging om deze paar honderd ouders. En als deze ouders in zouden stemmen met geheimhouding, zou het misschien nog wel moeilijker worden om de andere zaken te vinden. Weer kwamen de Kamerleden op voor de slachtoffers omdat zij zich – terecht! – zorgen maakten over de mentaliteit van de overheid die al jaren de rechten van deze mensen vertrapte.
Dat deze Kamerleden wilden dat de slachtoffers een fatsoenlijke rechtsbescherming hadden – en niet monddood werden gemaakt – vond Mark Rutte dus onfatsoenlijk. Dit zegt alles over het morele kader van de minister-president.
Recht is krom, en krom is recht. De ellende van de slachtoffers deed niet terzake; hun rechtsbescherming was niet van belang. Maar om de overheid en haar ambtenaren te beschermen tegen de gevolgen van strafbaar handelen was het toegestaan om de grondwet te schenden.
Kamerleden sensibiliseren
In de vergadering van 12 juli 2019 was minister Wouter Koolmees ‘zeer ontstemd’ over de ‘activistische woordvoerders van de VVD- en CDA-fracties’, Helma Lodders en Pieter Omtzigt. Natuurlijk was Mark Rutte het volkomen met hem eens: ‘De minister-president kan zich vinden in de inbreng van minister Koolmees (…). Spreker (Mark Rutte, MvC) toont weinig begrip voor woordvoerders van coalitiefracties die zich in de media trachten te profileren en laat weten in de richting van mevrouw Lodders reeds het belang van eenheid binnen de coalitie te hebben benadrukt.’
Deze Kamerleden die opkwamen voor onschuldige slachtoffers van de overheid – echte volksvertegenwoordigers dus – moesten terug in het gareel. Rutte zelf had Helma Lodders al voor zijn rekening genomen. Om Omtzigt onder controle te krijgen, rukten de CDA-ministers Hoekstra en De Jonge aan.
‘Minister Hoekstra sluit zich aan bij minister Koolmees en laat weten dat de relatie tussen het kabinet en de coalitiefracties in de Tweede Kamer ingewikkeld te noemen is. Opgemerkt zij dat door minister De Jonge en spreker veel tijd en energie is gestoken in het sensibiliseren van de heer Omtzigt, met overigens beperkt succes.’
Hoe zou het komen dat Helma Lodders niet meer in de Kamer zit? Hoe zou het toch komen dat Pieter Omtzigt overwerkt thuis zit?
De inbreng van deze Kamerleden was niet gewenst. Het was niet de bedoeling dat zij als volksvertegenwoordigers opkwamen voor onschuldige burgers. Nee, zij moesten de overheid beschermen die de rechten van die burgers vertrapte.
Dat is het ‘fatsoen’ van Mark Rutte en zijn kompanen.
Iedereen doet het
De verdedigingslinie die nu door velen betrokken wordt is: je kunt dit Mark Rutte niet verwijten! Je kunt dit de kabinetsleden niet verwijten! Dit is nu eenmaal de politieke cultuur, iedereen doet het.
Wat dat betreft sprak Rutte helaas deels de waarheid: ‘Er is bij het opstellen van dat feitenrelaas in het kabinet niets onoorbaars of vreemds gebeurd.’ Het is blijkbaar niet vreemd dat bewindslieden de grondwet negeren en de Kamer misleiden. Maar betekent dat inderdaad dat de premier niets te verwijten valt?
Degenen die dit verkondigen, hebben net zo’n gebrekkig moreel kader als de minister-president. Kort samengevat: als iedereen meedoet aan een misdadig beleid, is het beleid blijkbaar niet meer misdadig. Voor wie zich afvraagt hoe massale medeplichtigheid aan ongekend onrecht kan ontstaan; hier is uw antwoord.
Het is overduidelijk dat Mark Rutte hierop anticipeert. Hij pleit al maanden voor het vrijgeven van deze notulen, blijkbaar omdat hij denkt dat de medeplichtigheid van de andere bewindslieden hem vrij zal pleiten. Als iedereen schuldig is, is niemand schuldig.
We hebben hier te maken met een diepe crisis in de Nederlandse politiek, maar ook met een unieke kans. Waar kiezen we voor? Kiezen we voor continuering van deze zieke mentaliteit? Voor het beschermen van de overheid ten koste van vertrapte burgerrechten? Of kiezen we ervoor om onze democratie gezond te maken?
Mark Rutte en al deze medeplichtige bewindslieden zouden op moeten stappen. Weg uit de politiek. Nieuwe leiders zouden hun plaatsen in moeten nemen en integriteit voorop moeten stellen. De Kamer zou vanaf nu onbelemmerd haar controlerende taak uit moeten kunnen voeren zodat machtsmisbruik aan de kaak kan worden gesteld.
De komende tijd zal blijken of onze politici (en media) nog prijs stellen op integriteit. Of zij de trias politica nog serieus willen nemen. Of zij de belangen van de macht willen beschermen of dat zij zullen erkennen dat de macht nooit het recht heeft om onschuldige burgers te verpletteren.
Ik vrees het ergste.
Vond je dit artikel goed? Steun Maaike van Charante via repelsteeltje.backme.org
Voor meer artikelen, zie deze link.
Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen? Volg Maaike (Repel) op Twitter.
.