Nederland zit in lockdown en in de ziekenhuizen is het alle hens aan dek.
Langzamerhand worden er meer vragen gesteld bij de adviezen van het RIVM en het beleid van de regering in de afgelopen maanden, maar velen vertrouwen de overheid. Dat moet ook wel; we kunnen immers niet overal verstand van hebben? Bovendien: als het goed is, hebben we een parlement dat onze regering voor ons controleert. De parlementsleden heten niet voor niets volksvertegenwoordigers.
De vraag is dan natuurlijk: wat deden die volksvertegenwoordigers in de aanloop naar de coronacrisis? Wanneer kregen zij door dat er een mogelijke ramp op ons afkwam en wat hadden wij in alle redelijkheid van hen kunnen verwachten?
Stelden zij zich op de hoogte? Stelden ze kritische vragen aan de regering? Stond het landsbelang voor hen voorop?
Kamervragen
Op 14 januari stuurde de WHO nog een geruststellende tweet: Preliminary investigations conducted by the Chinese authorities have found no clear evidence of human-to-human transmission of the novel #coronavirus (2019-nCoV) identified in #Wuhan, #China
Met andere woorden: ‘De Chinezen zeggen dat ze geen bewijs hebben gevonden dat het nieuwe coronavirus van mens op mens kan worden overgedragen.’
Achteraf een regelrechte leugen, en deskundigen – ook bij het RIVM – vertrouwden dit positieve bericht niet en sloegen aan het rekenen. Inmiddels is wel duidelijk dat de WHO een politieke tweet had verstuurd om de Chinezen niet voor het hoofd te stoten.
Valt het Kamerleden te verwijten dat ze gerustgesteld waren? Natuurlijk niet. Maar in de weken daarna – toen miljoenen Chinezen in lockdown gingen en desinfectieploegen door de straten van Wuhan trokken – toen werd duidelijk dat er wel degelijk iets aan de hand was. Daarom is het interessant om vanaf 15 januari te kijken wat de Kamerleden deden.
De eerste die ik kon vinden was Antje Diertens (D66) die al op 24 januari vragen stelde over maatregelen om te voorkomen dat reizigers uit Wuhan de besmetting naar Nederland zouden kunnen brengen. Diezelfde dag nog zette zij vraagtekens bij de opmerking van minister Bruins die in een brief aan de Kamer schreef dat de kans op corona besmettingen in Europa gering was. Inmiddels waren er twee besmettingen in Frankrijk vastgesteld.
Op 28 januari deed Thierry Baudet een oproep tot een spoeddebat. Hij wees op het gebrek aan controles bij de grenzen en luchthavens en vroeg zich af of het wel verstandig was om een debat hierover te laten wachten tot 6 februari. Hoewel meerdere Kamerleden de urgentie onderstreepten, kreeg hij geen steun voor een eerder debat.
Een heel stel CDA’ers stelde op 30 januari goede vragen over de capaciteit van de ziekenhuizen en over besmettingen in Europa. Moesten we ons niet voorbereiden op een pandemie? En wat deed Nederland om het besmettingsgevaar te verkleinen?
Op 3 februari wees het CDA op de toestand in Italië en vroeg of het vliegverkeer niet beperkt moest worden. Moest er nog wel gevlogen worden op China?
Weer Kamervragen van het CDA op 24 februari. De WHO waarschuwde nu dat patiënten besmettelijk konden zijn voor ze ziek waren, waarom hield het Nederlandse beleid daar geen rekening mee?
Heel wrang werd het toen de CDA’ers – ook op 24 februari – vroegen waarom reizigers uit risicogebieden niet in de gaten werden gehouden. Het antwoord – zie hieronder – ‘reizigers uit deze gebieden worden niet actief gevolgd of opgespoord.’
Hier dook de inmiddels beruchte casusdefinitie van het RIVM op: ‘Het heeft namelijk alleen zin om je te laten testen als je in één van de landen/regio’s met wijdverspreide emissies bent geweest en gezondheidsklachten hebt.’ Op 1 maart bleek een vrouw met corona al een week met een longontsteking in het ziekenhuis te hebben gelegen zonder dat ze getest was, het eerste teken dat de richtlijnen van het RIVM niet voldeden.
Op 25 februari stelde Antje Diertens van D66 vragen naar aanleiding van de uitbraak in Noord-Italië.
De minister verzekerde haar dat de regering de situatie op de voet volgde en zo nodig maatregelen zou nemen. Ook haar vragen over besmettelijkheid voordat er symptomen waren, over de IC-capaciteit van ziekenhuizen, de beschikbaarheid van mondkapjes en een eventueel tekort aan medicijnen werden geruststellend beantwoord. De regering had alles onder controle en Nederland was goed voorbereid.
Er werden meer Kamervragen gesteld, maar zeker met deze vragen van CDA en D66 was veel relevante informatie beschikbaar. En Kamerleden waren niet alleen afhankelijk van de antwoorden van de minister, ze konden ook zelf om meer informatie vragen: de zogenaamde technische briefings.
Kamerlid Chris Jansen van de PVV vroeg nog voor 5 maart meerdere technische briefings aan en drie keer kwamen deskundigen uitleggen wat de laatste stand van zaken was. Onder hen natuurlijk steeds dhr. Van Dissel van het RIVM. Op 9 maart hield Rutte zijn persconferentie over handen schudden en langzamerhand drong tot velen door dat hier toch echt wel iets aan de hand was. De dag daarna – op 10 maart – vond de vierde briefing plaats.
Technische briefings
Welke partijen waren bij deze briefings aanwezig om zich op de hoogte te laten stellen?
De eerste technische briefing was op 4 februari en leden van tien partijen waren hierbij aanwezig. De tweede briefing was op 20 februari en de belangstelling was die dag een stuk minder. De derde briefing was op 3 maart toen de eerste besmettingen in Nederland al waren aangetoond. De technische briefing van 10 maart werd bijgewoond door leden van negen partijen.
Hieronder een overzicht van de aanwezigheid van de Kamerfracties bij deze briefings. De fracties staan op volgorde van het huidige zetelaantal in de Tweede Kamer, het zetelaantal staat bij de partijnaam.
Het is logisch dat grotere partijen meer leden kunnen verdelen over commissievergaderingen en dus vaker aanwezig zullen zijn. De zes grootste partijen waren bij elke briefing present, kleinere partijen vaak maar één of twee keer of zelfs helemaal niet. Toch valt hier op dat de PvdA wel een heel slecht figuur slaat. Deze partij heeft 9 zetels en pas op 10 maart woonde Lilianne Ploumen voor het eerst een technische briefing bij.
Al met al kunnen we concluderen dat veel Kamerfracties zich goed lieten informeren, en de volgende vraag is natuurlijk: wat deden ze met die informatie?
Moties 6 februari
Op 6 februari werd over meerdere moties gestemd.
Chris Jansen (PVV) vroeg om een vliegverbod naar China en andere risicogebieden totdat de virusuitbraak daar over de piek heen zou zijn of een vaccin beschikbaar zou zijn. Alleen PVV en FvD stemden voor. Het CDA diende een afgezwakte versie in: de KLM was al gestopt met vliegen op China en het CDA-voorstel was om de andere vliegmaatschappijen attent te maken op de adviezen van WHO, ECDC en RIVM zodat die misschien zelf zouden besluiten niet meer op China te vliegen. Daarnaast werd de regering gevraagd om te onderzoeken of een verbod afgedwongen kon worden ‘voor het geval dit onverhoopt binnenkort noodzakelijk zou zijn.’ Deze motie – zonder werkelijke maatregelen – werd unaniem aangenomen.
Een andere PVV-motie ging over de communicatie van de overheid naar de burgers. Moest de overheid niet drie scenario’s uitwerken en aan de bevolking uitleggen wat de plannen waren? Stel dat er ingrijpende maatregelen nodig zouden zijn, was het dan niet een goed idee om de bevolking daar alvast op voor te bereiden?
Gezien de latere problemen met mensen die de maatregelen pas na een hoop aandringen serieus gingen nemen, was dit een uitstekend voorstel. Toch stemden alleen PVV, FvD en Van Haga voor, en de motie werd verworpen.
Ter vergelijking: een motie van Corinne Ellemeet (GroenLinks) over eventuele discriminatie van Nederlanders met een Chinese achtergrond vanwege het coronavirus werd met overweldigende meerderheid aangenomen, alleen FvD stemde tegen. Reden voor Ellemeet om hier een veelbetekenende tweet aan te wijden, want alleen racisten zouden immers tegen zo’n motie stemmen… Of zou het kunnen dat het FvD de motie overbodig vond gezien het feit dat dergelijke discriminatie al lang verboden is? Het staat zelfs in de grondwet.
Wie de twitterlijn van Ellemeet doorkijkt, krijgt de indruk dat deze eventuele discriminatie vele malen belangrijker was dan het gevaar van een pandemie waar duizenden Nederlanders aan kunnen overlijden. Het is maar waar je prioriteiten liggen.
In de vier weken daarna werd langzaam duidelijk hoe ernstig de situatie was. Pas op 11 maart verklaarde de WHO officieel dat er sprake was van een pandemie, maar al in januari was het virus opgedoken in 24 landen waaronder Frankrijk, Duitsland, Finland, Italië, Groot-Brittannië en Spanje. In februari breidden de besmettingen zich verder uit naar tientallen andere landen, waaronder ook België en Nederland.
Toch leek onze regering het allemaal niet zo zwaar op te nemen. Op 1 maart verscheen een artikel in het AD over de verschillen tussen het Nederlandse beleid en dat van de buurlanden. In andere Europese landen werden al scholen gesloten, evenementen afgelast, er werd aangeraden om thuis te werken, en de Franse minister van Volksgezondheid verscheen op tv met een oproep om geen handen meer te schudden, te kussen of omhelzingen te geven.
Wat was de Nederlandse reactie?
Citaat: Minister Bruins (Medische zorg) staat niet gelijk te juichen bij alle voorstellen. Bijvoorbeeld bij zo’n oproep van zijn Franse collega van Volksgezondheid. ,,Ik vind dat iedereen gewoon even gezond moet nadenken. Ik vind het prima om mensen een hand of knuffel te geven, maar als je dat vervelend vindt moet je het niet doen. En ik zou zeggen: was eens wat vaker goed je handen als je bezorgd bent.”
In reactie op de verregaande ingrepen in het buitenland zegt Bruins ook: ,,Ik zoek hier steeds naar passende maatregelen. Die wil ik louter baseren op adviezen van experts, de mensen die werkzaam zijn bij RIVM en GGD.” En niet op angst dus.
Niet op angst dus. Geen paniek zaaien. En vooral: de minister wilde zich louter baseren op adviezen van experts. Welke experts? De mensen die werkzaam zijn bij RIVM en GGD. En hoe zat het dan met de vele experts uit binnen- en buitenland die op dat moment al ernstige waarschuwingen lieten horen over dit virus? Die telden blijkbaar niet mee.
Let wel: dit totale gebrek aan urgentie bij de regering was dus twee weken voordat al deze maatregelen uit de buurlanden toch ook in Nederland genomen werden. Twee weken voordat de horeca en de scholen gesloten werden, evenementen werden verboden en mensen dringend gevraagd werd om thuis te werken en afstand te houden.
Bij echte volksvertegenwoordigers hadden uiterlijk op 1 maart alle alarmbellen af moeten gaan, en die gingen ook af. Bij een kleine minderheid.
Moties 5 maart
Op 5 maart was er een coronadebat en de bijdrage van Chris Jansen (PVV) is achteraf schokkend te noemen, zeker gezien de interpellaties van CDA, D66, VVD, CU en GroenLinks.
Jansen blikte terug op de ontwikkelingen van de afgelopen zeven weken en stelde dat de regering niet alleen naar de geruststellende woorden van het RIVM moest luisteren, maar ook naar andere experts die de zaak ernstiger opnamen. Hij wees op de PVV-moties van 6 februari en stelde dat de regering te weinig de regie nam. Hij waarschuwde dat er teveel tijd verloren ging terwijl het virus zich intussen razendsnel verspreidde. Hij noemde het virus een tikkende tijdbom.
De reacties van de andere partijen?
De coalitie – zoals wel vaker versterkt met GroenLinks – kwam protesteren. Deze mensen waren bij de briefings geweest, ze hadden zelf berichten van kritische experts aangedragen, ze hadden vergelijkingen met het buitenland gemaakt. Maar ondanks de kritische vragen die met name D66 en CDA zelf gesteld hadden, leken ze niet in staat tot een inhoudelijke reactie.
- Hayke Veldman (VVD) vond dat de PVV op het RIVM moest vertrouwen en niet naar het buitenland moest kijken. En blijkbaar ook niet naar experts van buiten het RIVM.
- Wim-Jan Renkema (GroenLinks) – van de partij die zich tot op dat moment vooral druk had gemaakt over eventuele discriminatie van Chinese Nederlanders – vond dat Jansen hier paniek zaaide. Volgens hem was het doel van het debat om het hoofd koel te houden, en daar pasten deze bewoordingen niet bij.
- Joba van den Berg (CDA) stoorde zich bijzonder aan de toon. Ze vond Jansen veel te stellig en zelfs schofferend naar alle zorgverleners en artsen, die hij overigens niet eens genoemd had. Hij moest meer vragende bewoordingen gebruiken. De toon, mensen…
- Antje Diertens (D66) – die zich na haar kritische Kamervragen voornamelijk bezig had gehouden met actie voeren voor een doventolk – vond dat de PVV moest luisteren naar de experts. Toen Jansen wees op buurlanden en experts die het niet met het Nederlandse beleid eens waren, bleef Diertens als een mantra herhalen dat er naar de experts – d.w.z. het RIVM – geluisterd moest worden.
- Carla Dik-Faber (CU) vond dat Jansen ‘heel grote woorden’ gebruikte richting de minister maar ook richting experts. Daar stoorde zij zich aan. Ze beschuldigde hem ervan het ‘angstvirus’ aan te wakkeren.
Zoals Jansen terecht opmerkte: de angstkaart werd gespeeld. Er werd niet inhoudelijk op hem gereageerd, er werd hoofdzakelijk geklaagd over de toon. En dat terwijl de PVV met uitstekende voorstellen kwam.
- Negatief reisadvies voor alle besmette gebieden en duidelijke communicatie daarover naar de burgers.
- Verbied vliegverkeer vanuit risicogebieden naar NL.
- Stel een meldplicht in en 14 dagen quarantaine voor inreizigers uit risicogebieden.
- Altijd testen bij mensen met luchtwegklachten, ook als ze niet uit risicogebied komen of op andere manieren ‘verdachte’ contacten hadden (tegen de casusdefinitie van het RIVM in. R).
- Licht de mensen uitgebreid en eerlijk voor. Werk met scenario’s en communiceer duidelijk welke maatregelen daarbij horen. Vertel erbij welke gevolgen dit heeft voor aantallen besmettingen en slachtoffers (de drie scenario’s waarover de PVV al een maand eerder een motie had ingediend. R).
Na dit debat werden weer moties ingediend. De PVV diende de moties van 6 februari in licht gewijzigde vorm nog een keer in en ze werden weer weggestemd, al kregen ze dit keer wel meer steun: de SP sloot zich bij hen aan. Een andere PVV-motie over meldplicht en verplichte quarantaine voor inreizigers uit risicogebieden haalde het ook niet: alleen PVV en FvD stemden voor.
Werden er die dag dan helemaal geen moties aangenomen? Natuurlijk wel.
Twee halfslachtige moties van Dik-Faber en Diertens waarin de regering werd opgeroepen om beter te communiceren haalden het wel. Allebei met 150 stemmen. De heldere motie van Jansen met duidelijke aanwijzingen over de communicatie werd weggestemd, en vrijblijvend geneuzel over ‘eenduidige, begrijpelijke en toegankelijke’ informatie die ‘in elk geval via tv en radio’ verspreid moest worden kwam wel door de keuring.
Twee weken later bleken de richtlijnen van de overheid door grote delen van de bevolking slecht te worden opgevolgd. Zou dat iets te maken kunnen hebben gehad met een slechte communicatie…?
Moties 12 maart
Op 12 maart was de situatie in Italië al zo afschuwelijk uit de hand gelopen dat ook de meest hardhorende politici inmiddels wakker waren. Zelfs de PvdA was op 10 maart uit een pluchecoma ontwaakt en begon haastig te doen alsof men altijd al de vinger aan de pols had gehouden.
Toch bleek het voor velen nog erg moeilijk om toe te geven dat sommige maatregelen uit het buitenland misschien toch ook wel een goed idee waren voor Nederland.
PVV, FvD en DENK dienden moties in over het sluiten van de scholen, maar ze werden weggestemd. Er was wel wat steun, maar de coalitiepartijen en de linkse oppositie stemden eendrachtig tegen.
Ook een motie van Maarten Hijink (SP) haalde het niet. In deze motie werd de regering alleen maar heel beleefd om uitleg gevraagd: wat was de reden dat Nederland zo afweek van de buurlanden? Waarom wilde de Nederlandse regering de scholen niet sluiten?
Zelfs deze bescheiden motie liep stuk op de muur van de coalitiepartijen, voor deze gelegenheid versterkt met de steun van eenmansfractie Van Haga.
Het was een terugkerend fenomeen: hoe verstandig voorstellen van de ‘populisten’ ook waren, ze werden weggestemd. Wat niet wegnam dat hun politieke tegenstanders vervolgens zelf met die voorstellen aan de haal gingen. Kenmerkend was het tv-optreden op 13 maart van Lodewijk Asscher bij Op1.
Hij bepleitte in die uitzending het sluiten van scholen, en niemand vroeg hem waarom hij de vorige dag tegen twee moties gestemd had die om deze maatregel vroegen. Hij werd geraadpleegd als een expert en niemand vroeg hem waarom de PvdA tot drie dagen geleden bij geen enkele briefing was geweest, geen enkele Kamervraag had gesteld en geen enkele motie had ingediend. Asscher had zelfs niet eens een simpele tweet aan de eerste besmetting in Nederland besteed.
Hij zat daar als een betrokken staatsman met een doorwrochte mening en niemand vroeg even verder. Je vraagt je af of een PVV’er of FvD’er zo vriendelijk behandeld zou zijn en de vraag stellen is hem beantwoorden. Toch fijn voor de PvdA om zulke goede contacten bij de NPO te hebben.
Moeten de scholen we of niet dicht? Die discussie wordt uitgebreid gevoerd na het invoeren van de zware maatregelen. @PvdA-leider @LodewijkA vindt van wel, net als kleuterleerkracht Ellen van Pernis. Zij schreef een brief aan @MinPres. pic.twitter.com/3J2LXfMSnp
— Op1 (@op1npo) March 13, 2020
Inmiddels klonken er steeds meer verontruste geluiden over het Kabinetsbeleid.
Op 13 maart riepen gerenommeerde medici – ook uit Nederland – heel Europa op om een onmiddellijke lockdown in te stellen. Op 14 maart verscheen een oproep van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) om per direct de scholen te sluiten. Topvirologen verschenen op tv om strenge maatregelen te bepleiten.
Het werd hoe langer hoe duidelijker dat de maatregelen waar de PVV al weken tevergeefs op aandrong verstandig en noodzakelijk waren. Toch hadden met name de coalitiepartijen, PvdA en GroenLinks de grootste moeite om dit openlijk toe te geven.
Werden er dan helemaal geen ideeën van de PVV overgenomen? Toch wel. Asscher was niet de enige met een lenig geweten.
Gert-Jan Segers diende op 12 maart een motie in over een verbod op vliegverkeer met risicogebieden. Op 6 februari en op 5 maart waren moties van de PVV hierover nog met overweldigende meerderheid weggestemd; alleen FvD en later ook SP hadden de PVV gesteund.
Nu diende Segers de motie in met verwijzing naar adviezen van het OMT (Outbreak Management Team), maar waren die adviezen nieuw? Nee. Op 6 februari – toen de PVV de eerste motie over een vliegverbod had ingediend – had het CDA daar een afgezwakte motie tegenover gezet waarin diezelfde adviezen ook al genoemd waren. Maar ja. Voor de PVV-motie stemmen was zowel op 6 februari als op 5 maart blijkbaar een brug te ver geweest; pas nu de PVV zich bescheiden terugtrok kon men opgelucht voor de motie van Segers stemmen. Die werd unaniem aangenomen.
Moties 18 maart
Op 18 maart was het volgende coronadebat en op diezelfde dag verscheen een column van Sheila Sitalsing in de Volkskrant. De column was een tamelijk sentimentele lofzang op ons land en alle geweldige Nederlanders. Wat zijn we toch een gaaf land…
Enige wanklank: de lofzang begon met een denigrerende omschrijving van Thierry Baudet als een minderwaardig wanklieksel. De saamhorigheid waar de rest van de column over sprak, was blijkbaar niet bedoeld voor het hele Nederlandse volk, maar alleen voor de selectie die overbleef nadat al die akelige populisten eerst buiten de deur waren gezet.
Deze houding is volkomen geaccepteerd in bepaalde kringen en blijkbaar ook in grote delen van de Tweede Kamer.
Op 18 maart werden de volgende moties weggestemd:
- Een motie om voor vier weken een lockdown af te kondigen om de uitbraak onder controle te krijgen.
- Een motie waarin de regering verzocht werd om maatregelen te treffen om te zorgen voor voldoende testmateriaal.
- Een motie met een verzoek om onlangs gesloten ziekenhuizen te heropenen en klaar te maken voor de opvang van coronapatiënten.
- Een motie om bij alle gemeenten erop aan te dringen om ondernemers die op last van de regering dicht zijn vrij te stellen van lokale heffingen en deze kwijt te schelden.
Wat was er mis met deze moties?
Nog geen week later zaten we in feite in een lockdown, al mochten we het zo niet noemen. Op 22 maart verscheen een kritisch interview over testen met Alex Friedrich – arts-microbioloog in het UMCG in Groningen – en al kreeg hij eerst nog een veeg uit de pan van minister De Jonge, op 31 maart werd een nieuw testbeleid afgekondigd.
Inmiddels worden noodhospitalen ingericht en vragen deskundigen zich af waarom de gesloten ziekenhuizen niet heropend worden. Het is niet onwaarschijnlijk dat binnenkort ook die lokale heffingen uit de motie-Kuzu worden opgeschort of kwijtgescholden.
Waarom de moties niet aangenomen werden? De populistische indieners mochten vermoedelijk geen gelijk krijgen.
Conclusie
Wie zich door alle Kamervragen en moties heen worstelt ziet een ontluisterend beeld. Wie daarnaast nog even op Twitter gaat rondkijken wordt lichtelijk onpasselijk. Er wordt vaak geklaagd over ‘de toon’ van Wilders – en hij is bepaald niet heilig – maar de verdachtmakingen en de grofheden over PVV en FvD (ook door vooraanstaande politici en opiniemakers) zijn minstens zo erg.
Erger nog is het feit dat de ‘nette’ partijen blijkbaar zo verblind zijn door hun haat dat het hun politiek handelen beïnvloedt. Als de PVV toch eens serieus genomen was, zouden dan niet al weken eerder maatregelen genomen zijn? Als het zogenaamd beschaafde deel van ons land niet zo’n diepgewortelde afkeer had gehad van de ‘populisten’, zou er dan niet veel beter zijn nagedacht over de inhoud?
Vrijwel alle ideeën van de PVV – vliegverbod, grenscontroles, betere communicatie, scholen sluiten, tijdelijke lockdown – werden uiteindelijk overgenomen waarbij zoveel mogelijk geprobeerd werd om te doen alsof deze voorstellen niet oorspronkelijk van de PVV afkomstig waren. Het was alsof voorstellen pas acceptabel werden als PVV en FvD zich terugtrokken. Deze partijen stemden dan vervolgens maar weer eens mee met de gestolen ideeën; hoezo niet constructief?
Als zelfs in een levensbedreigende situatie partijpolitiek belangrijker is dan het landsbelang, hoe staan we er dan voor in Nederland? Dat PVV en FvD in de media en op Twitter routinematig worden afgekraakt en dood gewenst – beloning duizenden likes – is al erg genoeg, en ik heb nog geen fractie van deze beschimpingen in dit toch al lange artikel genoemd. Maar dat men zelfs in een noodsituatie weigert om voor verstandige moties te stemmen – blijkbaar omdat de boodschapper niet bevalt – dat vind ik misdadige nalatigheid.
We weten niet hoe hoog de golf zal zijn die de komende tijd over ons heen gaat komen. We weten niet of het een alles vernietigende tsunami zal zijn die de zorg volkomen zal overspoelen en duizenden onnodige slachtoffers zal eisen, of dat de golf toch lager zal zijn omdat de maatregelen nog net op tijd kwamen. We kunnen nu niets anders meer doen dan machteloos afwachten en hopen dat het mee zal vallen.
De paradox is: als het meevalt zal ongetwijfeld alsnog geroepen worden dat ‘de populisten’ paniek zaaiden. Zie je wel? Zo erg was het helemaal niet! Eigenlijk waren al die maatregelen overdreven en de economische schade die zij veroorzaakten is geheel voor rekening van de paniekzaaiers.
Als het tegenvalt zal er gerouwd worden. Er zal gesproken worden over saamhorigheid, over niet met de vinger wijzen, over hoe we allemaal ons best gedaan hebben met de kennis die we toen hadden. En mocht de PVV het lef hebben om dan toch kritiek te hebben, dan zal dat ongepast worden genoemd.
Als het aan de coalitiepartijen en de ‘loyale oppositie’ ligt zal er geen parlementaire enquête komen naar de aanloop van de coronacrisis, zelfs niet als deze pandemie in Nederland verhoudingsgewijs veel meer doden zou eisen dan in onze buurlanden. Groenlinks, de PvdA en de coalitiepartijen hebben veel te veel boter op hun hoofd, en dankzij de bevriende media zullen ze voorlopig vast voldoende zetels houden om zo’n onderzoek te kunnen voorkomen.
Of zouden er genoeg journalisten en columnisten zijn die vinden dat men nu te ver is gegaan?
Tom-Jan Meeus schreef al een zeer kritisch stuk over de hypocrisie van Rob Jetten, en dan had hij het nog niet eens over diens twittergedrag. Rosanne Hertzberger sloot zich al eerder aan bij de ‘paniekzaaiers’, haar achtergrond als microbioloog maakte het haar blijkbaar onmogelijk om nog weg te kijken. Pieter Klein heeft al lange tijd keihard gewerkt om het gesjoemel met het Wildersproces boven tafel te krijgen, ondanks het feit dat hij bepaald geen fan van Wilders is.
In de coronacrisis stonden medisch specialisten op om openlijk kritiek te uiten over het Kabinetsbeleid, en hun kritiek heeft ongetwijfeld geholpen om de regering ertoe te brengen toch nog maatregelen te nemen.
Zullen journalisten en opiniemakers het voorbeeld van deze medici volgen? Zullen zij dit enorme probleem serieus nemen en de partijpolitieke spelletjes aankaarten die in de aanloop naar de coronacrisis zo’n grote rol hebben gespeeld? Zelfs met het risico dat zij ‘de populisten in de kaart spelen’?
Ik hoop van harte dat genoeg mensen de integriteit hebben om deze kleinzieligheid aan de kaak te stellen. Want nu zullen we hopelijk met de schrik vrijkomen, maar wat gebeurt er bij een volgende crisis?
Laat die parlementaire enquête er maar komen, want het is hard nodig dat we lering trekken uit deze gebeurtenissen.
Voor iedereen die nog behoefte heeft om zelf te graven in de moties en de Kamervragen, alles is online terug te vinden.
Tot slot nog mijn dank aan @VrouwvdVrijheid voor het mogen gebruiken van haar screenshots van de vele moties over dit onderwerp.
Vond je dit artikel goed? Steun Repel via repelsteeltje.backme.org
Voor meer artikelen van Repel, zie deze link.
Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen? Volg me op Twitter.
.