Na de afgelopen verkiezingen is er een partij die meer heeft verloren dan alleen zetels. De PvdA. De identiteit en en de sociaal democratie als geheel staan ter discussie. De een vind dat de partij zichzelf zou moeten opheffen, de ander wijt het aan gebrek aan communicatie of geeft de VVD de schuld. Er wordt niet gekeken naar wie nou eigenlijk de partij hebben gemaakt tot wat ze vandaag de dag is geworden. De interne intriges, politiek handige manoeuvres en uiteraard de incidenten waarbij personen gebackstabbed werden voor niets anders dan de persoonlijke ambitie van ras politici.
De partij staat nu dan ook op een keerpunt. Het is kiezen of delen deze periode voor de PvdA. Zet zij de huidige koers door dan verwacht ik dat met 1 tot max 3 verkiezingsperiodes er geen PvdA meer is. Wat is de incentive om PvdA te stemmen wanneer je zowel aan de linker als rechter zijde van de partij prima alternatieven hebt? Precies hier gaat het mis. Dit is de commercialisering van de politiek. Een politieke partij zien als een product dat goed gepositioneerd dient te worden in de markt. #marketing Na de mascotte wil je aansprekende figuren die net je aandacht grijpen bij verkiezingen en vervolgens opgaan in de massa. De lijsttrekker, en met een beetje geluk de nummer 2 en 3 op de kieslijst, moet “shinen“. Dat werkt. Althans eventjes totdat er echt gewerkt moet worden. Dit zal men in de toekomst ongetwijfeld het Jesse Klaver probleem gaan noemen. Je doet grootse abstracte beloftes, kiezers geven je de kans en je weet dat je op een gegeven moment daarop afgerekend gaat worden.
Mijn mening is niet dat de sociaal democratie dood is, verre van. Er is nu meer dan ooit werk aan de winkel. Echt werk dat je niet met politiek gedraai kunt oplossen of kunt wegpraten. Om deze uitdagingen en problemen frontaal te tackelen heb je een ander type persoon nodig. Geen politici. Of in ieder geval minder politicus. Mensen die geen genoegen nemen met een politiek handig compromis maar verschil willen maken. Waarbij nalatenschap een belangrijker aspect is dan een leuk baantje voor later.
Om echt verschil te maken zou je aanstaande politici willen aantrekken die zichzelf niet of nauwelijks als politicus zien. Die met idealen burgers wil betrekken en vertegenwoordigen. Personen die een maatschappelijk issue zo belangrijk vinden dat het hen over de streep heeft getrokken om zichzelf verkiesbaar te stellen. Zeker niet mensen die het Kamerlidmaatschap zien als een begin van een leuke carrière. Daar ben ik, en ik denk velen met mij, klaar mee.
Ik had dan ook de PvdA afgeschreven. Een partij die vooral bezig was met en voor zichzelf. Op de grote als minder grote zaken zijn er beslissingen genomen waarvan ik niet begreep hoe deze bijdragen aan de idealen van de partij.
En toen was het 9 juni en las dat een van de personen, die bij mij in de telefoon opgeslagen staat als Heldin, een gooi doet naar het voorzitterschap van de PvdA. Astrid Oosenbrug, een vrouw die niet zomaar opzij stapt of dingen zegt die ze niet meent. Iemand die echt werk heeft gedaan voordat zij verkozen werd tot Kamerlid. Iemand die zelfstandig afscheid heeft genomen van haar Kamerlidmaatschap met tal van nagenoeg anoniem aangenomen moties. Niet bang was om Kamervragen te stellen die ook kritisch richting de eigen partij waren. En die kritiek beperkte zich niet alleen tot Kamervragen. Ik juich kritiek toe. Zeker naar jezelf en naar de groep mensen met wie je samenwerkt kan een gezonde dosis kritiek een belangrijk middel zijn om te groeien als individu en als groep.
Een Partij van de Arbeid met een voorzitster als Astrid zou in mijn ogen de partij alleen goed doen. Ten eerste omdat ze niet door een commissie als een zorgvuldig marketing technische handige keuze wordt voorgedragen, maar omdat ze vooral de lef heeft om zichzelf te zijn. Voor mij zelfs een reden om Partij van de Arbeid te stemmen.
In oktober komt er uitsluitsel en zien we of de PvdA werkelijk iets heeft geleerd van haar nederlaag.