Geachte heer Klomp, Beste Chris,
Omdat je meermaals hebt gevraagd om inhoudelijke argumenten op je artikel waarin je de open brief van Eva Vlaardingerbroek analyseert, bij deze. Voor het gemak laat ik je niet-inhoudelijke argumenten dan ook maar weg in deze analyse. Ik moet je meegeven dat het niet gemakkelijk was om dat te doen, in je hele stuk kan je het niet laten continu niet-inhoudelijke argumenten aan te dragen. Zo stelde je bijvoorbeeld dat Eva lid is van het Forum voor Democratie en dat ze nepnieuws verspreidt, allemaal meningen die er niet toe doen en waarvan je meermaals hebt gevraagd of mensen nou maar niet daarop willen reageren. Dat ga ik dus ook niet doen, maar zou je in het vervolg willen proberen dit soort standpunten dan ook niet aan te dragen? Dan hoeven we ze ook niet te weerleggen. Verder wil ik je graag nog op het hart drukken dat het geloofwaardiger overkomt als je zelf ook stopt met de persoonlijke aanval op Eva en bij de feiten blijft.
Dan naar de inhoud. Om te beginnen, de titel van je bericht, ‘onterechte woede over jeugdige verkrachter’, is natuurlijk al onjuist. Want Chris, volgens mij zijn emoties nog altijd vrij en is het dus niet aan jou om te bepalen of de woede van mensen jegens een jeugdige verkrachter onterecht is of niet. Zo denk ik ook dat de woede van menig persoon goed te begrijpen is, immers voor veel mensen is zelfs de hoogste straf voor een verkrachter niet hoog genoeg, ongeacht de vraag of de rechter al dan niet op een juiste manier heeft geoordeeld.
Daarna stelde je dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden ‘omdat de vrouw tegen het raam aanzat en daardoor niet weg kon komen’. Dat is natuurlijk pertinent onjuist. Er vonden namelijk seksuele handelingen plaats omdat Khalid F. met zijn geslachtsdelen en handen niet van het meisje af kon blijven.
“Populistisch”
Je begint met een truc uit de linkse doos, namelijk het verbanden in de mond leggen van de schrijfster die er nooit zijn geweest. Je stelt dat het een drogreden is dat Eva zich afvraagt of de rechters dochters hebben en je legt het causale verband dat Eva dit vraagt omdat ze denkt dat rechters anders hadden geoordeeld wanneer ze dochters zouden hebben gehad. Nergens lees ik dit verband echter terug, waarom mag Eva zich niet afvragen of de rechters dochters hebben? Daarnaast spreekt Eva niet alleen namens haarzelf als rechtsfilosoof, die heus wel in beschouwing kan nemen dat een rechter oordeelt los van zijn/haar persoonlijke gezinssituatie, maar ook namens heel veel Nederlanders. En deze Nederlanders, waarvan een groot deel – net als jij overigens -, geen rechtenachtergrond hebben, vragen zich wel degelijk af of de rechters dochters hebben.
Dan val je over het woordje zou in de zin: ‘een twintigjarige jongen te berechten onder het jeugdrecht omdat hij een laag IQ zou hebben en omdat hij zou functioneren op het niveau van een minderjarige’, het lijkt of je van mening bent dat de schrijfster zich niet af mag vragen of Khalid écht zo een ongelofelijk laag IQ heeft en daadwerkelijk functioneert op het niveau van een minderjarige. En ook hier leg je haar woorden in de mond, je stelt dat ze zich dit afvraagt omdat de rechter te veel is gaan geloven in de woorden van de reclasseringsmedewerker, ook dit verband lees ik nergens terug. Eva haalt hooguit het bericht van de reclasseringsmedewerker aan waarin hij/zij het heeft over het taboe wat er rust op praten over seks in de Somalische cultuur en stelt dat er teveel naar de reclasseringsmedewerker is geluisterd. Om haar ongelijk te bewijzen beroep je je op een onderzoeksrapport van de forensische jeugd- en kinderpsychiatrie. Dat is nou juist wat ze zich afvraagt, of dat lage IQ uit het rapport onder andere wel degelijk klopt. Die vraag lijkt me niet meer dan terecht na het zien van het YouTube-filmpje van de jongen (hier kom ik zo nog op terug) waarin hij als vlogger opereert en meisjes op straat vraagt wie van hem en z’n vrienden ze zouden doen.
“Trucje”
Daarna ga je in op het feit dat Eva in haar brief vermeldt dat de jongen 20 jaar is op het moment dat hij voor de Rechtbank verscheen, dit is feitelijk gewoon juist. Jij lieten weten dat Khalid op het moment van het plegen van het misdrijf 18 jaar was en dat het voor berechting van belang is wat de pleegdatum van het misdrijf is, ook dat is juist. Jij stelt echter dat Eva dit bewust achter zou hebben gehouden (waarvan ik vrijwel zeker weet dat dit niet het geval is) en verbind hieraan vervolgens de conclusie dat het op de leeftijd van 18 jaar gerechtvaardigd zou zijn om te kijken of de dader onder het jeugdstrafrecht moet worden berecht en zo lijk je te stellen dat het minder gerechtvaardigd is om dit te doen bij een jongen van 20 jaar. Dat is uiteraard onjuist, tot een leeftijd van 23 jaar kán het jeugdstrafrecht van toepassing zijn. De leeftijd van 18 of 20 jaar doet feitelijk dus niet veel af aan de beoordeling of er al dan niet zal worden berecht naar maatstaven van het jeugdstrafrecht en is hier dus ook niet per se relevant. Daarbij is het nog relevant om te herhalen dat het jeugdstrafrecht kán worden toegepast, dit hoeft dus niet, net zo goed als dat voor 16- en 17-jarige het volwassenstrafrecht kán worden toegepast maar dit gebeurt ook vaak niet.
Vervolgens stel je dat Eva een onbegrijpelijk stukje tekst aandraagt, maar geef je verder geen inhoudelijke argumenten om dit tegen te spreken, aangezien ik in het begin heb aangegeven je stuk enkel inhoudelijk te behandelen, kan ik hier dus ook weinig mee.
Het inhoudelijke gedeelte gaat verder op het moment dat je zegt dat rechters niet de jas van deskundige moeten gaan aantrekken en moeten oordelen over de rapporten. Maar wat rechters wel mogen, en misschien zelfs wel moeten doen, is meerdere bronnen gebruiken om tot een standpunt te komen. Onderdeel hiervan had dan ook moeten zijn dat verder werd gekeken dan enkel naar het rapport, bijvoorbeeld naar het YouTube-filmpje waarin Khalid leidinggeeft aan een groepje jongens en aan meisjes vraag met wie van hem of zijn vrienden ze het liefst seks zouden willen hebben.
“Kwetsbaar”
Daarna wil je het standpunt van Eva weerleggen waarin zij stelt dat de verdachte een lagere straf krijgt voornamelijk om zijn kwetsbare persoonlijkheid en zeg je dat dit “onzin” is. Als we naar de uitspraak van de Rechtbank kijken is dit toch wel degelijk het geval: ‘aan de andere kant is verdachte een jonge nog niet uitgerijpte man die, hoewel meerderjarig, gelet op zijn kwetsbare persoonlijkheid en beperkte verstandelijke vermogens zoals hierboven beschreven, niet als een gemiddelde jongvolwassene dient te worden beschouwd’.
Vervolgens vind je het vreemd dat Eva verwijst naar een YouTube-filmpje waarin duidelijk te zien is dat de verdachte helemaal niet zo kwetsbaar is als wat het vonnis doet blijken. Sterker nog, ik zie daar een behoorlijk zelfverzekerde, prima functionerende jongen, over seks praten. Het is dus al helemaal geen taboe meer. Vraag is dan ook waarom het OM dit filmpje niet heeft gebruikt bij de bewijsvoering? Een strafzaak is er toch om de waarheid te vinden? Ik heb een strafrechtadvocaat om zijn mening gevraagd en die stelde dat een dergelijk filmpje zeker aangedragen had kunnen (en misschien zelf wel had moeten) worden als bewijsvoering. Waarom jij hier dan stelt dat het filmpje helemaal niet zo belangrijk is, vraag ik me dan ook met verbazing af.
Daarna haal je nog de volgende zin aan uit Eva haar brief: ‘Indien het strafbare feit bewezen is, is het uw primaire taak het slachtoffer en de samenleving te beschermen, niet de dader.’
En stel je dat dit dus juist niet het doel is van het jeugdstrafrecht. Echter heeft Eva in haar hele brief gepoogd te stellen dat het jeugdstrafrecht ten onrechte is toegepast, het zou dan ook vreemd zijn als ze vervolgens wel het doel van het jeugdstrafrecht als uitgangspunt zou nemen bij haar conclusie. De doelen van het reguliere strafrecht zijn vergelding, bescherming van de samenleving, afschrikken en voorkomen van herhaling. De conclusie die Eva trekt is dus zeker in lijn met het betoog dat zij voert.
“Vonnis”
Als laatste ben je boos dat Eva vooral blijft hangen in de frame dat de dader maar 20 dagen straf gekregen heeft en stel je dat de straf uit veel meer dan dat bestaat. Echter naar de maatschappij toe is dit wel de enige, zichtbare, effectieve straf die de jongen opgelegd heeft gekregen. De psychologische gesprekken zullen heel veel mensen niet als straf zien maar als een hulpmiddel voor de jongen. En dan de 160 dagen voorwaardelijk, daar merkt de jongen uiteraard niets van zo lang hij de fout niet opnieuw ingaat.
Ik vertrouw erop dat je tevreden bent met de inhoudelijke argumentatie in deze brief. Verder ga ik graag het debat hierover met je aan, op de inhoud. Ik verwacht dan ook dat je, net als ik, je eventuele reactie op deze brief feitelijk weet te houden en dat de persoonlijke aanval niet gezocht zal worden.
Met vriendelijke groet,
Kim Boon