Er wordt wel eens beweerd dat de NPO Wilders en Baudet benadeelt; Wilders is hier zelfs zo van overtuigd dat hij al lang geleden besloten heeft om niet meer bij talkshows te verschijnen.
Daar tegenover zijn er ook mensen die zeggen dat de NPO strikt neutraal is en dat PVV’ers en FvD’ers vooringenomen zijn. Er is geen sprake van ongelijke behandeling: dat verbeelden mensen zich maar.
Hier kunnen we lang of kort over praten, maar we kunnen het ook gewoon eens meten en dat is precies wat ik nu heb gedaan.
Woensdagavond 29 januari zaten Thierry Baudet en Rob Jetten tegenover elkaar bij Nieuwsuur. Ze gingen in debat over de rol van de (activistische) rechter, en Mariëlle Tweebeeke was de moderator.
Het hele fragment duurde 22.30 minuten (9.30-32.00).
Eerst was er een introductiefilmpje waarin een zakelijk overzicht werd gegeven van de reden voor het debat. Er werd kort uitgelegd dat rechters uitspraken moesten doen in de Urgendazaak, de stikstofcrisis en de eventuele terugkeer van IS-gangers en hun families. In het filmpje kwamen de zorgen van Baudet aan de orde die stelde dat rechters zich niet met politieke beslissingen moeten bemoeien.
Na het filmpje mocht eerst Baudet vertellen wat zijn punt was, en vervolgens Jetten. Daarna volgde een stukje debat, daarna een filmpje waarin Henk Naves – voorzitter van de Raad voor Rechtsspraak – zijn zegje mocht doen, en daarna ging het debat verder. In totaal hebben de twee politici ongeveer een kwartier gedebatteerd.
Wat kan je nu meten aan een debat?
Om te beginnen heb ik gemeten hoe lang de heren ongestoord aan het woord konden zijn, en hoe vaak ze onderbroken werden.
Voor de ononderbroken spreektijd heb ik alle fragmenten opgeteld waarin iemand langer dan 15 seconden kon praten zonder onderbroken te worden. Waarom deze grens? Omdat een kortere tijd in feite niet toelaat dat iemand een gedachte kan formuleren.
Als ik al deze brokjes bij elkaar optelde, kwam ik voor Baudet op een totale (relatief ongestoorde) spreektijd van 242 seconden, dat is iets meer dan vier minuten. Zijn langste fragment was zijn inleiding die 50 seconden duurde, de gemiddelde lengte van zijn fragmenten was iets minder dan 27 seconden. Voor Jetten kwam ik in totaal op 302 seconden, dat is iets meer dan vijf minuten. Zijn langste fragment was ook zijn inleiding: 110 seconden. De gemiddelde lengte van zijn fragmenten was ruim 43 seconden.
Vervolgens ben ik gaan tellen hoe vaak mensen onderbroken werden, en door wie.
Mariëlle Tweebeeke was degene die het vaakst iemand onderbrak, maar dat is natuurlijk niet zo vreemd. Zij moest het gesprek leiden. Wat wel opviel: ze onderbrak Baudet drie keer zo vaak als Jetten. Baudet werd door haar 36 keer onderbroken en Jetten slechts 12 keer.
Jetten kwam op de tweede plaats: hij onderbrak Baudet 15 keer en Tweebeeke 5 keer. Baudet onderbrak Jetten 6 keer en Tweebeeke 4 keer. Wat opviel: 8 van zijn 10 onderbrekingen zaten in de laatste 5 minuten, toen zijn geduld blijkbaar op begon te raken.
Dat houdt dus in dat Baudet 51 keer door de anderen onderbroken werd, Jetten 18 keer en Tweebeeke 9 keer. Als mensen deze telling willen checken: ik heb alleen de onderbrekingen meegeteld als mensen in hun verhaal onderbroken werden, niet als iedereen door elkaar zat te praten.
Tot mijn verbazing zag ik een tweet van Mattijs Glas waarin hij beweerde dat er in totaal maar 26 onderbrekingen waren geweest. Wel met een scheve verdeling – Baudet 24 keer onderbroken en Jetten en Tweebeeke allebei 1 keer – maar veel minder dan ik er telde. Ik heb hem even om opheldering gevraagd, en het verschil was dat hij alleen de onderbrekingen geteld had in het fragment dat hij tweette.
Verder kunnen we natuurlijk een nationale teldag gaan houden, maar iedereen die een telpoging doet, zal tot de conclusie komen dat Baudet voortdurend onderbroken werd, en Jetten veel minder, al zouden de precieze getallen kunnen verschillen. Iedereen kan objectief vaststellen dat de leider van FvD minder spreektijd kreeg en veel minder gelegenheid om zijn gedachten te formuleren.
Daarnaast vielen nog een paar dingen op.
De beelden in deze uitzending waren opvallend. Achter de sprekers werden achtergronden geprojecteerd, en deze achtergronden waren niet neutraal.
In het eerste deel van het debat was de achtergrond van Baudet een onscherpe foto van een muur met iets wat op graffiti leek, en daarna een foto van fabrieksgebouwen met veel schoorstenen. Achter Jetten zagen we eerst een foto van het Paleis van Justitie (letters groot en duidelijk in beeld) en daarna rechters die in toga meeliepen in een demonstratie. In het laatste deel zat Baudet weer voor de graffiti-muur, en Jetten weer voor het Paleis van Justitie.
Wat is de boodschap van dergelijke beelden?
Hieronder heb ik de situaties even in beeld gebracht, beide politici met de verschillende achtergronden. Bekijk dit maar eens en laat het effect even op u inwerken.
De foto van het Paleis van Justitie is stijlvol en straalt iets voornaams uit. De foto van de muur is nietszeggend en een beetje slonzig. De foto van de demonstratie is vrolijk en vooral menselijk, waarbij de toga’s van de rechters nog even de boodschap benadrukken dat rechters ook maar mensen zijn en heel ludiek kunnen demonstreren. De foto van de fabriek is juist onmenselijk en doet denken aan luchtvervuiling en herrie.
Tot zover de feiten die heel makkelijk objectief zijn vast te stellen. Maar er waren ook feiten waar een kijker wat meer moeite voor moet doen: bijvoorbeeld de mate van vrijheid die beide politici kregen om politieke puntjes in hun verhalen te smokkelen.
Jetten kreeg veel ruimte om voorbeelden te gebruiken die duidelijk bedoeld waren om politiek te scoren. Neem bijvoorbeeld de zin (in zijn inleiding): ‘Ik zelf geloof in een Nederland waar iedereen voor de wet gelijk is.’ De suggestie lag er dik bovenop, volgens hem onderscheidt hij zich hierin van Baudet. Later in het gesprek haalde Jetten zelfs de gaskamers erbij om zijn punt kracht bij te zetten, maar hier werd hij wel door Tweebeeke onderbroken.
Toen Jetten het verhaal van Rosa Parks gebruikte – weer de suggestie: ik ben tegen racisme, Baudet niet – om politiek activisme van rechters te rechtvaardigen, werd hem geen strobreed in de weg gelegd. Hij mocht even een mooi politiek correct verhaal houden.
Baudet probeerde natuurlijk ook zijn puntjes te scoren. In zijn uitleg waarom het Urgendavonnis een te ruime interpretatie van het ‘recht op leven’ is, zei hij (16.55): ‘Als je die weg op gaat kun je ook zeggen: luister eens, op grond van het recht op leven moeten we alle immigratie stoppen, want het is aangetoond dat immigratie voor meer onveiligheid-‘ Hier werd hij onderbroken door de (neutrale?) Tweebeeke: ‘Dat zou u best prettig vinden.’
Toen hij noemde dat de benoeming van Ybo Buruma in de Hoge Raad in 2011 voor ophef zorgde omdat deze jurist een uitgesproken PvdA-man was, werd hij meerdere keren onderbroken. Werd het niet gewaardeerd dat hij noemde dat een PvdA-ideoloog lid van de Hoge Raad is? Ook zijn opmerkingen over de NAVO-bijdrage en het referendum werden snel afgekapt.
Het meest opvallende vond ik nog wel dat Jetten ruim de gelegenheid kreeg om Baudet aan te vallen op zijn Kamerwerk (28.10) waarbij hij zichzelf even in het zonnetje zette. ‘Ik heb zelf al twee keer het edele ambacht mogen doen om initiatiefwetvoorstellen door beide Kamers te loodsen, en ik daag u uit om dat ook te doen.’ Je zou zeggen, als je een politicus de gelegenheid geeft om zijn tegenstander aan te vallen, dan geef je daarna die tegenstander de gelegenheid om zich te verdedigen.
Niet bij Nieuwsuur.
Op het moment dat Baudet – die Jetten beleefd uit had laten praten – wilde antwoorden (28.43) kwam Tweebeeke er snel tussendoor met: ‘Komt u met een wetsvoorstel?’ Het was duidelijk niet de bedoeling dat Baudet de beschuldigingen van Jetten ging weerleggen, en al probeerde hij het wel, hij werd nog drie keer door Tweebeeke onderbroken en ging toen maar weer verder over het eigenlijke onderwerp van het debat.
Tweebeeke liet trouwens vaker merken dat ze niet geheel onpartijdig was.
Nadat Baudet – gehinderd door vijf onderbrekingen – geprobeerd had om uit te leggen wat zijn kritiek op de rechter in de Urgendazaak is, zei Tweebeeke op snibbige toon (20.00): ‘Dit punt heeft u nu echt gemaakt.’ Wat vreemd was, want Baudet had net een halve zin gezegd over artikel 2, maar de kijker moest maar raden naar het vervolg.
Tweebeeke liet hem sowieso niet zijn punten maken, en aan het einde (vanaf 30.40) viel wel heel erg op dat ze niet wilde horen wat hij te zeggen had. Ze vroeg naar zijn plannen, en in de uitleg die hij probeerde te geven (totaal minder dan 1 minuut) werd hij vijf keer door haar onderbroken en twee keer door Jetten. Het lukte hem dan ook niet om zijn punten uit te leggen. Waren haar onderbrekingen terecht? Oordeel zelf.
– ‘Kort.’
– ‘Maar kunnen we, wat wilt u?’
– ‘Dat is de Europese-‘ (dit is een vraag om meer duidelijkheid, neutraal dus)
– ‘Maar gaat u zich daarvoor inzetten? Zou dat kunnen, of gaat u dat proberen?’
– ‘Maar we kunnen nog heel veel nemen van wat er-,’ Geïrriteerde reactie van Baudet: ‘Maar u vroeg mij wat ik wilde.’
Vervolgens sloot Tweebeeke af met: ‘U gaat nu opnoemen wat er allemaal kan, ik vroeg wat u ging doen. Dat is volgens mij nog niet helemaal helder, daar gaan we op wachten.’
Goh, wat een wonder dat het haar nog niet helemaal helder was wat Baudet van plan is. Zou het misschien beter zijn geweest voor de helderheid om hem uit te laten praten? Om hem zijn punten uit te laten leggen?
Hiermee was het debat ten einde en de kijker was weinig wijzer over de precieze punten van Baudet, maar wist wel heel zeker dat Rob Jetten tegen racisme is en vooral tegen Baudet.
O ja, de kijker had nog een boodschap mee gekregen: de NPO was alweer bepaald niet neutraal.
Je vraagt je af hoe lang Baudet het nog vol zal houden om wel bij de NPO te verschijnen.
Vond je dit artikel goed? Steun Repelsteeltje via repelsteeltje.backme.org
Voor meer artikelen van Repelsteeltje, zie deze link.
Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen? Volg me op twitter.