Portugal en Spanje, zoals voetbal hoort te zijn
Zo. Het WK is van start, en het gaat nu al fantastisch.
Gisteren heeft iedere voetballiefhebber zijn hart op kunnen halen aan Portugal-Spanje, een epische wedstrijd die, zoals ik eerder al hoopte/voorspelde, in 3-3 eindigde.
Cristiano Ronaldo liet weer eens zien dat hij de wedergekomen Here Jezus is, of waarschijnlijker nog Achilles of Baldur, en was er met drie doelpunten min of meer in zijn eentje verantwoordelijk voor dat Portugal een punt pakte tegen een buitengewoon sterk Spanje, dat na twee mislukte toernooien eindelijk weer eens dat heerlijke tiki-taka voetbal liet zien waar we zo van smulden in de periode 2008-2012 (behalve dan die ene afgrijselijke finale natuurlijk).
Op toernooien zijn grote ploegen nog wel eens geneigd de eerste wedstrijden met de handrem erop te spelen om de krachten te sparen, waardoor fantastische affiches als Portugal-Spanje nog wel eens in een teleurstellende 0-0 eindigen.
Gelukkig gebeurde dat niet: Portugal-Spanje had alles wat je wilt zien in een voetbalwedstrijd: hoogstaand voetbal, spanning, goals, emotie en twee ploegen die, ondanks compleet verschillende speelstijlen, heerlijk aan elkaar gewaagd waren, allebei hadden kunnen winnen en ook allebei speelden om te winnen.
Aan de ene kant Spanje, met subliem veldspel, dat Portugal geregeld helemaal dol speelde en tot in de zestienmeter bleef combineren.
Aan de andere kant Portugal, tien subtoppers en één wereldster, die in zijn eentje genoeg kwaliteit heeft om de tekorten van de anderen te compenseren. We zagen Ronaldo twee keer zijn ploeg vanuit een onderliggende positie op voorsprong knallen, en we zagen Diego Costa twee keer met een gepast antwoord komen.
En als de kwaliteit van Spanje de doorslag lijkt te geven via een mooie 3-2 van Nacho, en Portugal minutenlang niet aan de bal komt, dan komt die gelijkmaker uiteindelijk toch nog, omdat Ronaldo geen veldoverwicht nodig heeft om doelpunten te maken. Eén vrije trap is voldoende voor de meester.
Heerlijk. Als dit de finale was geweest, was het zonder twijfel de leukste finale geweest sinds 1986.
Uitbuikende Suikerfeestploegen stellen teleur
En natuurlijk, waar je op een WK niet altijd de garantie hebt dat je goede wedstrijden zult zien, heb je helaas wél de garantie dat er een paar absolute prutspotten tussen zitten. Het toeval wil dat we de eerste twee dagen al vier islamitische landen hebben zien spelen, en alle vier kunnen ze er helaas geen hout van.
Oké, fair is fair, Egypte was niet slecht, dat klopt, die moesten pas in de 88e minuut een doelpunt toestaan tegen Uruguay, de favoriet in groep A. Egypte deed het best goed, helemaal als je bedenkt dat sterspeler Mohammed Salah nog niet mee kon doen. Dus complimenten voor de Farao’s.
Maar Saoedi-Arabië, dat in de openingswedstrijd met 5-0 wist te verliezen van Rusland, was wél uitzonderlijk slecht. Met de Saoedische verdediging kun je nog uit de Jupiler League degraderen, dat is donderdag wel gebleken. Als de meest simpele passes tussen verdedigers niet over de zijlijn verdwenen, dan kwamen ze wel in de voeten van Russische aanvallers terecht en de Russen waren eigenlijk nog best genadig door er ‘maar’ 5-0 van te maken. Je vraagt je af wat Suarez en Cavani straks gaan doen, als Uruguay mag aantreden tegen Saoedi Arabië. Mochten de Saoedi’s weer zo dramatisch spelen, dan zijn dubbele cijfers niet ondenkbaar.
Bert van Marwijk zal ongetwijfeld opgelucht adem hebben gehaald dat hij ontslagen is bij Saoedi Arabië, je moet er toch niet aan denken dat je zo’n wanprestatie op je conto hebt als topcoach.
Maar hoe slecht de Saoedi’s ook waren, de Russen lieten bij vlagen best aardig spel zien, en hun laatste twee doelpunten, van Cheryshev en Golovin, waren van ongekende schoonheid. Omdat de Russen onverwacht voor een aantal momenten van goed voetbal zorgden, was er in de openingswedstrijd nog altijd genoeg te beleven.
Dat was helaas niet het geval in de wedstrijd tussen Iran en het door de NPO intens gehypete Marokkaanse elftal.
Deze wedstrijd was veruit de slechtste en de saaiste van de eerste vier wedstrijden van dit WK. Ik heb zelf alleen de tweede helft van deze wedstrijd live gezien, althans, die paar momenten ervan dat ik wakker kon blijven.
Ik was echt wel geïnteresseerd, ik heb namelijk een lichte sympathie voor Iran. Ten eerste omdat het zo ongeveer het enige land is in de “Wieg van de Beschaving” van het Midden Oosten, dat deze oorspronkelijke beschaving al die tijd redelijk heeft vastgehouden, en waar de bevolking overwegend uit sympathieke, sociale, verstandige mensen bestaat.
En ten tweede omdat Iran niet kan voetballen. Dat klinkt wat hard, maar het is nu eenmaal zo, dit viel me in 2014 in Brazilië al op, toen Iran veruit het slechtste team van het toernooi had. Maar het mooie was dat het ze gewoon kon niets schelen, ze vonden het heerlijk om bij zo’n toernooi te zijn, en na drie verliespartijen keerde men glimlachend huiswaarts. Iran doet voor spek en bonen mee, en doet dat van harte. Het is de underdog waar je van nature sympathie voor koestert.
En daarom genoot ik ervan, toen de Marokkaanse aanvaller Aziz Bouhaddouz de bal kundig voorbij zijn eigen doelman kopte en de Perzen hun tweede WK-zege uit de geschiedenis bezorgde. Het is altijd mooi als kleine voetballanden succesjes boeken op een WK, want hoe klein en onbetekenend zo’n 1-0 zege op Marokko ook lijkt voor ons verwende Hollanders, in Iran is dit een historische zege en feest men de hele nacht door, blij om eindelijk eens de straat op te kunnen gaan omdat er iets léuks is gebeurd, in plaats van dat er een middeleeuws debielenregime moet worden omvergeworpen.
En dat is, wat mij betreft, ook één van de dingen die een WK zo mooi maken: een land hoeft niet het toernooi te winnen om haar bevolking gelukkig te maken. Elke wedstrijd heeft de potentie om legendarisch te zijn. Of je nou onder een dictator leeft of onder een democratisch gekozen regering, in een rijk of een arm land, het WK is voor alle deelnemers een feest, ook als je eigenlijk niet kunt voetballen. Elke wedstrijd opnieuw kan geschiedenis worden geschreven en een compleet volk in extase worden gebracht.
Marokko is uitgespeeld, Allahzijdank
Goed, u zult dus wel merken dat ik Iran redelijk liev vind. Voor Marokko koesterde ik gisteren echter geen enkele sympathie, en dat is voornamelijk de schuld van de NPO.
Want mijn God, wat een gedeug allemaal zeg, met al die BN’ers en voetbalanalisten die over elkaar buitelden om te laten zien hoe ontzettend fantastisch ze Marokko toch wel niet vonden, en dat ze zich eigenlijk allemaal Marokkanen voelden dit WK. “Kijk eens hoe pro-Marrokaans ik ben! Ik ben niet als Geert Wilders! Ik ben een Goed Persoon!”
Het Nederlandse voetbaljournaille lijkt getroffen door een epidemie van het Linda Voortman-virus, dat fatsoenlijke, normale mensen in hijgerige wannabe-Marokkanen verandert, met tenenkrommende deugreels tot gevolg, waarin voornoemde BN’ers en ex-voetballers een hopeloze poging doen om de Nederlandse voetbalkijker warm te maken voor een ploeg waar hij echt niet de geringste interesse in heeft.
Foto: Linda Voortman, ideologisch inspirator van Nederlandse sportjournalisten en meninkjeshebbers.
Want waarom zou hij? Laten we wel wezen, de reden waarom wij allemaal per sé idolate Marokko-supporters moeten worden van de NPO is volslagen belachelijk: “wij horen ons verbonden te voelen met Marokko, want daar voetballen meerdere spelers die in Nederland zijn geboren en opgegroeid, dat zijn dus eigenlijk Nederlanders.”
Pardon? Als wij Nederlanders zoveel binding hebben met deze jongens, waarom voetballen ze dan voor Marokko? Zij hebben namelijk ooit gekozen voor dat land te voetballen, omdat ze blijkbaar meer met Marokko hebben dan met Nederland.
En dat mag natuurlijk gewoon, maar als zij niets hebben met Nederland, waarom zou Nederland dan wel iets hebben met hen? Ze kiezen er zelf voor om niet als Nederlanders voor Oranje te spelen, maar als Marokkanen voor de Atlasleeuwen. Dus hoezo moeten we hen steunen “omdat ze Nederlanders zijn?” Dat is gewoon niet logisch, ze kiezen er zelf namelijk expliciet voor zich juist van hun Nederlanderschap te distantiëren.
En nogmaals, dat mag natuurlijk. Maar dat werkt ook twee kanten op. Zij vertegenwoordigen Nederland niet. Dus voelt Nederland zich ook niet door hen vertegenwoordigd. Zo simpel is het.
Nederlanders kijken dus naar Marokko door een neutrale bril, en door die neutrale bril zien Nederlanders dat het spel van Marokko tegen Iran niet om aan te gluren is; het team is een onsamenhangend geheel van spelers die op zich best getalenteerd zijn, maar die spelen alsof ze de voetbalsport voorafgaand aan dit WK nog nooit eerder in teamverband hebben beoefend. Talent zat, maar geen enkel strategisch plan, geen enkele indicatie dat deze Marokkanen ooit eerder samen in het veld hebben gestaan. Tegen een buitengewoon matige tegenstander worden 3 of 4 redelijke kansen gecreëerd en verprutst (tja, Marokkanen en geboden kansen aangrijpen…oh, wacht, dat mag ik helemaal niet denken…), en twee goede kansen weggegeven, waarvan één tot een doelpunt leidt omdat een aanvaller probeert mee te verdedigen.
Kortom, Marokko is geen ploeg die iets toe te voegen heeft aan een WK. Groepsgenoten Spanje en Portugal zijn dat wel, en zullen gelukkig vrijwel zeker doorstromen naar de volgende ronde, want het niveauverschil met Marokko en Iran is gigantisch. Je moet er toch niet aan denken dat je straks in de achtste finale tegen die ploeterende chaosberbers aan moet staren, in plaats van de sprankelende Spaanse voetbalmachine of het genie van Cristiano Ronaldo in bloedvorm. Deug wat je wilt Humberto Tan, maar dat kun je de neutrale voetbalkijker natuurlijk niet aandoen, dat spreekt voor zich.
Zin in!
Afijn, dat waren de eerste vier wedstrijden van het WK, genoeg te bespreken dus! Laat hieronder weten wat jij ervan vindt, jij bent tenslotte ook gewoon één van de 17 miljoen bondscoaches in dit land, dus ook jouw mening telt. Vandaag Frankrijk-Australië, Argentinië-IJsland, Peru-Denemarken en Kroatië-Nigeria. Wie gaat vandaag uitblinken? Wie maakt er vandaag een puinzooi van?
Ik kan niet wachten om het te ontdekken.