Fascisme roepen
We horen vaak roepen dat het fascisme terug is in Nederland, waarbij dan meestal verwezen wordt naar Geert Wilders, Denk, Thierry Baudet, Antifa of Pegida.
Nu is het woord ‘fascist’ inmiddels net zo ver gedevalueerd als ‘nazi’ of ‘racist’.
De gruwelen die door de oorspronkelijke fascisten, nazi’s en racisten bedreven werden, zijn niet te vergelijken met de woorden en daden van de mensen die tegenwoordig deze etiketten opgeplakt krijgen.
En daarin schuilt een groot gevaar. Want als er werkelijk racisme of fascisme opduikt, zullen we het dan nog wel herkennen? Of zullen we dan zo afgestompt zijn door al het geschreeuw dat we het niet eens meer serieus zullen nemen?
De laatste tijd begin ik me af te vragen, of dit niet is wat er gaande is.
Volgens mij komt het hedendaagse fascisme niet van splintergroepen in onze samenleving of van populistische politici, maar van de gevestigde orde. En het heeft geen bruin hemd of grove laarzen aan, maar gaat keurig gekleed en beschaafd door het leven.
Dat is nogal een bewering, nietwaar? Daarom moeten we deze stelling eens nauwkeurig onder de loep nemen. De gevestigde orde langs de fascistische meetlat.
Wat noemen we fascisme?
Voordat we kunnen beoordelen of ergens sprake is van fascisme, is het goed om eerst te definiëren wat we met fascisme bedoelen.
In het dagelijks spraakgebruik gaat het namelijk meestal niet om ‘zuiver’ fascisme, maar om het fascisme zoals dat onder Hitler vorm kreeg. In vrijwel alle artikelen waarin personen of bewegingen fascistisch worden genoemd, wordt een parallel getrokken met wat er in de jaren ’30 in Duitsland gebeurde.
Nu kunnen we heel puristisch alles aan ‘zuiver’ fascisme afmeten, maar gezien de verschuiving van de betekenis is het logischer om vooral te kijken hoe het fascisme van Hitler de macht greep in de jaren ’30, want dat is waarnaar meestal verwezen wordt.
Hoe is Hitler eigenlijk aan de macht gekomen?
Vaak wordt gedaan alsof Hitler democratisch aan de macht is gekomen, en die aanname wordt dan weer gebruikt om achterdocht tegen ‘het volk’ te rechtvaardigen.
Als de elite het volk niet tegen zichzelf in bescherming neemt, kan het zomaar gebeuren dat de dierlijke instincten de overhand krijgen en het fascisme baren, toch? Volgens deze redenering loopt er een rechte lijn van de ‘onderbuik’ naar het fascisme.
Maar dat is niet hoe Hitler aan de macht is gekomen. Het verbazingwekkende is, dat hij niet aan de macht is gekomen ondanks het establishment, maar dankzij het establishment.
Hitler had eerder wel geprobeerd om via een staatsgreep – München 1923 – aan de macht te komen, maar dat leverde hem alleen een gevangenisstraf op.
Vervolgens besloot hij om het langs democratische weg te proberen, wat een reeks frustrerende verkiezingsuitslagen tot gevolg had.
Toen Hitler op deze manier niet voldoende aanhang kon verzamelen, sloeg hij een andere weg in. Hij sloot bondgenootschappen met rijke zakenlieden, invloedrijke politici en militairen, en tenslotte de Rijkspresident. Dit waren geen randfiguren, dit waren geachte leden van de toenmalige Duitse elite.
Deze elite ging ‘even’ buiten de democratie om. Ze wilden Hitler gebruiken om de orde in Duitsland te herstellen en het gevaar van het opkomende communisme te bezweren. Na de teleurstellende verkiezingen van november 1932 sloegen deze partijen de handen ineen, en Hitler werd benoemd tot rijkskanselier. Hitler schreef onmiddellijk nieuwe verkiezingen uit om zijn machtsbasis te versterken, en de propaganda bereikte hoogtepunten.
En toen kwam de Rijksdagbrand.
Volgens de propaganda was het parlementsgebouw aangestoken door de communisten, maar het kwam de nazi’s wel verdacht goed uit.
Meteen werd een noodverordening van kracht: de persvrijheid werd opgeschort, vrijheid van vergadering bestond niet meer en zelfs het briefgeheim werd opgeheven. En natuurlijk werden oppositieleiders – vooral socialisten en communisten – gearresteerd en voor huiszoekingen waren geen gerechtelijke besluiten meer nodig.
Er volgde een hoop intimidatie van politieke tegenstanders – sommigen werden zelfs uitgesloten van verkiezingsdeelname – en vervolgens konden de nieuwe verkiezingen plaatsvinden. Dit zijn de verkiezingen die vaak aangehaald worden als ‘bewijs’ dat Hitler democratisch aan de macht is gekomen, maar zelfs onder deze omstandigheden lukte het hem niet om de meerderheid van de stemmen te krijgen.
Maar dat maakte niet meer uit: de noodtoestand gaf hem alle bevoegdheden die hij nodig had om een dictatuur te vestigen.
De basis van de machtsgreep van Hitler
Hitler kon zijn dictatuur vestigen door middel van:
- Grootschalige propaganda en het elimineren van persvrijheid.
Joseph Goebbels werd minister van propaganda. Hij was van onschatbare waarde voor Hitler: hij creëerde een mythe rondom Hitler als de verlosser van het Duitse volk, en hij leverde vijanden om tegen te strijden: de Joden en de communisten.
Goebbels organiseerde grootschalige bijeenkomsten en zorgde dat via alle mogelijke kanalen de lof van Hitler werd bezongen en de roemrijke toekomst van het Duitse volk werd verheerlijkt. Deze grondige aanpak was volstrekt nieuw en erg succesvol.
Bovendien werd na de machtsgreep in 1933 kritische stemmen het zwijgen opgelegd: journalisten moesten in de pas lopen of verloren hun baan. - Het uitschakelen van de trias politica. De scheiding der machten – wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – werd aangetast. Na de rijksdagbrand mocht de regering wetten doorvoeren zonder eerst parlementaire goedkeuring nodig te hebben; rechters en politici conformeerden zich of werden buiten spel gezet.
- Het aanvallen van burgerlijke vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting, het briefgeheim en de vrijheid van vergadering. De geheime politie – de Gestapo – kreeg uitgebreide bevoegdheden om de eigen bevolking te bespioneren.
- Saboteren van tegenstanders: dit betekende niet alleen het afschaffen van vakbonden en politieke partijen, maar ook het intimideren van tegenstanders, met name door de SA, de straatvechters van Hitler.
En natuurlijk, zodra Hitler vast in het zadel zat, werd de kring rondom hem gezuiverd. Alleen de ‘echte’ aanhangers bleven over, en het verheven ‘derde rijk’ kon beginnen.
Maar wat voor parallellen zijn er met onze tijd? Laten we eens punt voor punt bekijken of er overeenkomsten zijn met onze situatie.
Propaganda
Elke machthebber die een dictatuur van plan is, moet eerst zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen. Dat betekent dat de pers zoveel mogelijk gelijkgeschakeld moet worden, en eensgezind hetzelfde ideaal moet verkondigen.
Voelt u al nattigheid? Elke Nederlander die het nieuws probeert te volgen, kan met gesloten ogen het lijstje goedgekeurde idealen opdreunen.
Een paar voorbeelden van het dominante narratief:
- We krijgen voortdurend te horen dat het zo goed gaat met Nederland. Dat de misdaad afneemt, dat we bovenaan alle belangrijke lijstjes staan en dat de koopkracht groeit. Op al deze ‘waarheden’ valt wel het één en ander af te dingen, maar dat gebeurt vooral in de marge.
- De EU wordt zoveel mogelijk positief in beeld gebracht, niet alleen in kranten en op tv, maar ook in schoolboeken. Dat geldt trouwens voor meer EU-landen; wat dat betreft is het geen wonder dat in Groot-Brittannië vooral de jongeren tegen een Brexit stemden.
- Een andere wensdroom is de veelgeroemde multiculturele samenleving. Tegenwoordig vertoont dit ideaal wat scheurtjes, maar het is jaren gepredikt.
En de vanzelfsprekende opvolger hiervan is het promoten van open grenzen en migranten welkom heten, al begint ook dit ideaal alweer slijtplekken te vertonen. Maar geen nood, het volgende Utopia is alweer in aantocht: lang leve de diversiteit!
Daar tegenover staat natuurlijk een vijandbeeld. En ook dit zal ons niet onbekend voorkomen. Bij de nazi’s waren het de Joden en de communisten, maar wie zijn het bij ons?
- Ten eerste: het volk. En dan met name die lastige onderbuikers die de boven hen gestelden niet vertrouwen, die zeuren om referenda, die de zegeningen van de EU en de multiculturele samenleving niet willen zien, en die eigenlijk allemaal stiekeme racisten zijn.
- Dan natuurlijk GeenStijl en andere ‘foute’ media die bovengenoemde onderbuikers op het verkeerde pad brengen.
Ai, zomaar een andere mening verkondigen? Ik ben de tel kwijt van het aantal keren dat GeenStijl werd neergesabeld door de ‘fatsoenlijke’ media.
Er kwam zelfs – onder het mom van feminisme – een oproep aan adverteerders om niet meer bij GeenStijl te adverteren, een oproep die vooral kwam van de ‘goede’ media: de nette kranten en de NPO. - En niet te vergeten: populistische politici. Wilders is natuurlijk al jaren de gebeten hond, maar ook Baudet wordt om de haverklap voor fascist uitgemaakt. En dan hebben we het maar niet over Pim Fortuyn, die door een linkse activist vermoord werd nadat hij grondig gedemoniseerd was door de ‘fatsoenlijke’ politici en opiniemakers.
En zelfs politici in het buitenland – Trump, Orban en tegenwoordig ook Salvini van Italië – worden continu van de meest vreselijke dingen beticht.
Kortom: wij krijgen als burgers voortdurend een ‘goedgekeurd’ narratief opgedrongen, en de meeste journalisten lijken braaf in de pas te lopen. Er zijn wel dissidenten zoals GeenStijl, maar die worden chronisch verdacht gemaakt en tegengewerkt.
Het begint er zelfs op te lijken dat er – vooral via de EU – regelrechte pogingen tot censuur worden gedaan, al hebben die tot nu toe nog niet veel succes. Maar wat als het onze overheid lukt om het internet te reguleren? Dan wordt het de zittende macht wel heel makkelijk gemaakt om ongestoord propaganda te bedrijven.
Scheiding der machten onder druk
De scheiding der machten is ooit uitgevonden om te voorkomen dat er te veel macht bij één groep terecht zou komen, want helaas, macht corrumpeert. Vandaar dat rechters onafhankelijk horen te zijn, en vandaar dat het parlement (de wetgevende macht) de regering (de uitvoerende macht) hoort te controleren.
En hier komen we meteen aan een zorgelijk punt, want het lijkt erop dat in ons land deze drie machten hun mensen rekruteren uit een beperkte, homogene groep. En als de topgroep van deze drie machten in feite een kliek van ‘ons soort mensen’ wordt, in hoeverre zijn de machten dan nog afdoende gescheiden? Dan is onze enige hoop dat de leden van deze groepen hier op een integere manier mee omgaan, maar het is de vraag of dit gebeurt.
Om te beginnen de rechterlijke macht. Er wordt maar al te vaak geklaagd over D66-rechters; klopt het dat onze rechterlijke macht niet langer neutraal is?
Er zijn wel degelijk tekenen die daarop wijzen, denk maar eens aan de uitspraak van rechter Sebastiaan Hermans die zei dat hij PVV’ers niet geschikt vindt om rechter te worden. Ook de veroordeling van Wilders voor racisme verdient zeker geen schoonheidsprijs. En als we kijken naar de vervolging van de BlokkeerFriezen en de straffeloosheid van de KOZP-activisten dan knaagt dat aan ons rechtsgevoel.
Ik ben bang dat we de rechterlijke macht in Nederland niet helemaal kunnen vrijpleiten, zeker niet als we zien wat er zoal niet bestraft word.
En hoe staat het met de scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht?
Diepe zucht.
Uit onderzoek is gebleken dat in de tweede kamer een rigide fractiediscipline heerst. Dit is een serieuze ondermijning van de scheiding der machten. Hoe kan het parlement de regering controleren als de parlementsleden geen stap naast de partijlijn mogen doen? Dan wordt het parlement een farce. En de laatste poging om het controlerende element te versterken – de invoering van referenda – is door de huidige regering met steun van het dociele parlement doeltreffend gesaboteerd.
Alles bij elkaar is het niet om vrolijk van te worden. De gezondheid van onze rechtstaat laat te wensen over, en het lijkt wel alsof de heersende klasse daar totaal niet mee zit.
Bespioneren eigen bevolking
Maar we zijn toch nog altijd vrij? We mogen zeggen wat we willen, we mogen doen wat we willen. We zijn bevoorrecht vergeleken met heel veel andere mensen in de wereld.
Dat is helemaal waar, maar waarom denken we eigenlijk dat dit vanzelfsprekend zo zal blijven?
Hoe zat het ook alweer met die sleepwet? Waarom wil de geheime dienst eigenlijk steeds meer bevoegdheden?
En waarom heeft minister Ollongren een kritisch rapport over diezelfde AIVD eigenlijk achtergehouden tot na het zwaarbevochten referendum over de sleepwet?
We kunnen natuurlijk eindeloos uit blijven gaan van de goede wil van onze overheid. We kunnen ervoor kiezen om telkens weer te zeggen dat ‘de gewone burger’ toch echt niets te vrezen heeft van de overheid. Wij hebben toch niets te verbergen?
Maar waarop baseren we dat vertrouwen eigenlijk? Als we de resultaten tot nu toe op een rijtje zetten, dan kan ik niet zeggen dat mijn vertrouwen in de overheid hierdoor groeit.
Saboteren van tegenstanders
Maar we zijn er nog niet. Het laatste punt waar de nazi’s hun heerschappij op baseerden was het saboteren van tegenstanders.
Intimidatie door grof geweld was het terrein van de SA (Sturmabteilung). Berucht is een grote manifestatie van de SA in 1931 in Braunschweig. Aansluitend gingen de demonstranten op communistenjacht; er vielen twee doden en 61 gewonden.
Maar straatgeweld was niet het enige middel. Twee maanden voor de verkiezingen van maart 1933 werd de communistische partij aangeklaagd wegens samenzwering tegen de staat. En drie weken later – na de rijksdagbrand – werden communisten en socialisten massaal gearresteerd, geheel conform de legaal afgekondigde noodtoestand.
De verkiezingen werden dus gemanipuleerd, en na de machtsovername werden de ongewenste partijen zelfs onwettig verklaard.
Kortom: het saboteren van tegenstanders rustte op vier pijlers:
- Straatterreur
- Tegenstanders juridisch aanpakken
- Verkiezingen manipuleren
- Organisaties van tegenstanders wettelijk verbieden
Straatterreur in Nederland
Kennen wij in Nederland straatterreur? Komt het in Nederland voor dat bendes de straat op gaan om politieke tegenstanders de mond te snoeren?
En dan moeten we toch denken aan Antifa. De kreet ‘laat ze niet lopen’ is in naam gericht tegen fascisme, maar in de praktijk doen deze mensen precies wat de SA ook deed: desnoods met geweld politieke uitingen van tegenstanders in de openbare ruimte onmogelijk maken.
Maar kunnen we Antifa zien als een verlengstuk van de overheid?
We hebben in de afgelopen jaren al heel wat geweld van Antifa meegemaakt in Nederland, inclusief het verstoren van Pegida-demonstraties, maar ik kon maar één veroordeling vinden voor geweld van Antifa in Nederland.
Komt het geweld van Antifa de overheid soms te goed uit?
Antifa is in elk geval wel effectief in het smoren van tegengeluiden: wie durft er nog met Pegida mee te lopen? Alleen nog een paar diehards en wat bedenkelijke lieden waarmee je als fatsoenlijk burger niet gezien wilt worden.
Maar Antifa zou maar beter aandacht kunnen schenken aan het lot van de SA, want het liep niet goed af met de straatvechters van de nazi’s toen Hitler ze niet meer nodig had: honderden vooraanstaande SA-leden werden vermoord en de SA was geen factor van betekenis meer.
Nu wordt Antifa misschien nog ontzien, maar als het zwarte blok te lastig wordt, heeft de AIVD een prachtig dossier klaarliggen om de voormannen te kunnen uitschakelen.
Tegenstanders juridisch aanpakken
Hierbij denken we natuurlijk meteen aan Geert Wilders.
Nadat de eerste rechtszaak tegen hem mislukt was, werd er een tweede rechtszaak opgetuigd naar aanleiding van zijn ‘minder, minder’-uitspraken. De manier waarop de overheid de aangiftes tegen Wilders faciliteerde was al een aanfluiting, en vervolgens moesten Marokkanen tot ras verklaard worden om een veroordeling wegens racisme mogelijk te maken.
Waarom wordt Wilders op zo’n absurde manier aangepakt? Waarom kan hij niet gewoon inhoudelijk bestreden worden? Het lijkt hem vooral kwalijk genomen te worden dat hij voortdurend tegen het heersende narratief ingaat.
En het gaat niet alleen om Wilders.
Iedereen die niet meegaat in de gewenste richting lijkt meer van de rechterlijke macht te moeten vrezen dan diegenen die precies hetzelfde doen, maar wel ‘goedgekeurd’ zijn. Denk maar aan de BlokkeerFriezen en, alweer, Pegida.
Zelfs mensen die in het kader van de veelbezongen diversiteit op het oog goed scoren, moeten niet proberen uit de pas te lopen. Shirin Musa kan erover meepraten.
En Gregorius Nekschot werd door een arrestatieteam van zijn bed gelicht wegens… het tekenen van ‘foute’ cartoons. Zou hij ook van zijn bed gelicht zijn als hij alleen maar cartoons getekend had over Wilders of de Katholieke kerk?
De vraag stellen, is hem beantwoorden.
Verkiezingen manipuleren
Maar onze verkiezingen zijn toch gewoon eerlijk? Er wordt toch niemand gevangen gezet of van de kieslijst gehaald?
Nee, zo openlijk wordt er niet te werk gegaan, maar eerlijk?
Hoe komt het eigenlijk dat de VVD de laatste twee keer de grootste partij is geworden?
Even uw geheugen opfrissen: in 2012 was de PvdA volgens Rutte ‘een gevaar voor Nederland’. Het werd een felle strijd tussen de PvdA en de VVD. Veel kiezers werden door de opgeklopte tegenstellingen naar deze twee partijen gedreven, maar na de verkiezingen vielen de VVD en de PvdA elkaar in de armen en vormden Rutte II. Met name de SP bleef bedrogen achter.
Was dit niet een tikkeltje manipulatief?
En de verkiezingen van maart 2017 waren nog schandaliger.
Herinnert u zich de Turkijerel?
Eind februari stond de PVV nog op riante voorsprong in de peilingen, maar gelukkig, pal voor de verkiezingen kon Rutte zich profileren als staatsman dankzij pogingen van Erdogan om in Nederland campagne te voeren voor de Turkse verkiezingen.
En goh, ineens vloog de VVD omhoog in de peilingen, net op tijd om als grootste partij uit de bus te komen.
Er is volgens mij wel degelijk sprake van manipulatie van onze verkiezingen, al gaat het heel wat slinkser dan destijds in het Duitsland van 1933.
Organisaties tegenstanders wettelijk verbieden
En zo komen we aan het laatste punt: de organisaties van politieke tegenstanders wettelijk verbieden.
Er wordt genoeg gedroomd op dat vlak. Veel mensen zijn er zo van overtuigd dat de PVV fascistisch is, dat ze de partij graag zouden verbieden. En ook de PVV zelf laat zich niet onbetuigd: Wilders zou Denk graag verbieden.
Toch zijn er maar weinig politieke partijen ooit verboden in Nederland, het meest recente voorbeeld is de Centrumpartij ’86 die verboden werd wegens aanzetten tot geweld tegen allochtonen.
Verder zijn alleen de motorclub Satudarah en de pedofielenvereniging Martijn verboden, maar dat was niet vanwege hun politieke richting, maar vanwege criminele aspecten.
Het lijkt er dus op dat we nog altijd vrijheid van vereniging hebben. Er zijn weliswaar politici van de gevestigde orde die partijen als PVV en FVD graag in het beklaagdenbankje zetten, maar voorlopig schijnt onze wet nog genoeg bescherming te bieden om een verbod op politieke organisaties heel moeilijk te maken.
Conclusie
We hebben nu de gevestigde orde van Nederland langs de fascistische meetlat gelegd, en het resultaat is om somber van te worden.
Op vrijwel alle terreinen wordt onze democratische rechtsorde gevaarlijk ondermijnd, en niet door randgroeperingen, maar door de macht zelf. Hoe fout de ideeën van sommige populisten en activisten misschien ook zijn, zij hebben eenvoudigweg niet de middelen om de rechtsstaat werkelijk te beschadigen. Maar de heersende klasse heeft die macht wel en gaat er bijzonder onverantwoordelijk mee om.
Zijn deze mensen dan slecht? Hebben zij een verborgen agenda en zullen zij straks hun maskers afrukken en onvervalste despoten worden?
Nee, ik geloof niet dat er een geheime samenzwering bestaat om van Nederland een fascistische staat te maken. Ik geloof eerder dat onze politici en bestuurders – een enkele uitzondering daargelaten – ongelooflijk nonchalant en kortzichtig zijn.
Hoe stupide sommige mensen ook zijn, ik geloof dat de meesten handelen uit simpel eigenbelang of zelfs uit goede bedoelingen. Ze staren zich blind op de vermeende gevaren van racisme en fascisme bij randgroeperingen, net zoals destijds de vooraanstaande Duitsers zich blindstaarden op de communisten.
En net als die Duitsers van destijds hebben ze niet door waar werkelijk gevaar dreigt.
Maar het is de hoogste tijd dat Nederland zich wel zorgen gaat maken, want deze ontwikkelingen zijn wel degelijk gevaarlijk.
We kunnen onze democratische rechtsorde wel bij het grofvuil zetten, maar wat krijgen we ervoor terug?
En vooral: waar zetten we de deur voor open?
Als wij het fascisme in Nederland de voet dwars willen zetten, is het eerste wat we moeten doen onze rechtsorde beschermen. Een sterke democratie waarin de grondrechten van burgers volledig zijn gewaarborgd, is de beste bescherming tegen fascisme.
Afsluitende opmerking
Sommige aspecten van zowel het klassieke fascisme als het nationaalsocialisme heb ik in dit artikel buiten beschouwing gelaten.
- In de eerste plaats het extreme nationalisme; dat is in feite een groepsgevoel, en ‘het volk’ is in dit artikel niet de groep waar het om gaat. Voor het verheffen van ‘ons soort mensen’ tot een nieuw Herrenras zouden we een andere term moeten gebruiken.
- Ten tweede de rassenleer die Hitler verkondigde, omdat dit voor de machtsgreep zelf niet wezenlijk uitmaakte, al waren de gevolgen voor de inwoners van Duitsland en omliggende landen verschrikkelijk.
- En tenslotte het imperialisme, want het imperialisme van de nazi’s kwam pas nadat ze hun machtsbasis gevestigd hadden.