Aanleiding
Met stijgende verbazing zit ik twitter te lezen. Dit kan toch bijna niet waar zijn. Iedereen en zijn moeder lijkt het eens te zijn over ‘die achterlijke gristenhonden’ en hun ‘homohaat’. Overduidelijk is dat minder dan 5% van de mensen die met hun mening uitstoot de Twittosfeer opwarmen de volledige tekst van de Nederlandse Nashvilleverklaring daadwerkelijk heeft gelezen.
Er worden alleen krantenkoppen nagepraat, met termen als ‘haatmanifest‘ of ‘antihomopamflet‘, maar zodra je vragen stelt over de inhoud dan komen mensen met een soort kip-ei cirkelredenering: Men is verontwaardigd, dus moet er wel iets kwetsend zijn. Ik ga ongetwijfeld morgenochtend duizend antwoorden hebben van mensen die ook verontwaardigd zijn, maar inhoudelijk verwacht ik weinig. Vandaar dat ik even met wat meer dan die paar honderd tekens uiteen ga proberen te zetten waarom ik het grote drama van deze verklaring niet zie.
Iets nieuws onder de zon?
Kortweg, nee. We wisten al dat Bijbelvaste christenen niet zo denderend enthousiast waren over homo- en transseksualiteit. Dat kan, we zijn een vrij land. Het woord ‘zonde’ valt dan ook wel eens. Ook dat mag, want het christelijk geloof roept gelovigen niet op tot het benadelen van zondaars.
De hoekstenen van de verklaring zijn al bijna zo oud als de kerk zelf:
- Het huwelijk is alleen voor man en vrouw.
- Seks mag alleen in het huwelijk.
- Volgend uit bovenstaande zaken mag homoseks nooit.
De rest is daarop een verdieping die eigenlijk weinig nieuws toevoegt met betrekking tot homoseksualiteit, maar vooral veelgebruikte ‘mazen in de wet’ door meer gematigde christenen dichttimmert. Volgens mij heeft niemand zich ooit de illusie gemaakt dat iemand als Kees van der Staaij homoseksualiteit te rechtvaardigen zou vinden bij een ‘langdurig patroon van verlangen’, dus ik zie hier ook geen enkele verrassing.
De positionering ten opzichte van transgender personen was voor mij een grotere verrassing, misschien omdat ik me daar nooit in verdiept hebt. Deze positie sluit namelijk iedere vorm van transitie naar het andere geslacht uit, ongeacht medische problematiek, mentale gesteldheid of last die mensen ondervinden. Dat is heftig.
Gevolgen
Strafbaarheid
Wat mensen zich wel moeten beseffen is dat dit een verklaring van eigen geloof is. De ondertekenaar geeft aan wat zijn overtuiging is en maakt de verklaring daarmee een zuivere mening. Een mening is, zelfs als deze discriminerend is, niet strafbaar. Mensen willen nog wel eens naar artikel 1 van de Grondwet verwijzen:
“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”
Die stelt dat ongelijkheid in behandeling verboden is, maar niet ongelijkheid in gedachte. Bovendien is het nog maar zeer de vraag of de Nashville verklaring echt ongelijkheid voorstaat:
“WIJ BEVESTIGEN dat mensen die seksuele aantrekkingskracht ervaren tot mensen van hetzelfde geslacht een rijk en vruchtbaar leven kunnen leiden dat door het geloof in Jezus Christus aangenaam is voor God, wanneer zij een rein leven leiden – zoals dat voor alle christenen geldt.”
Dat zet mensen op behoorlijk gelijke voet. Homo of hetero, als je vreemdgaat is dat een zonde. Ook de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen krijgt een plekje:
“WIJ BEVESTIGEN dat God Adam en Eva, de eerste mensen, naar Zijn beeld heeft gemaakt, voor God als personen gelijkwaardig, als man en vrouw verschillend.
WIJ ONTKENNEN dat de door God bepaalde verschillen tussen man en vrouw hen ongelijk maken in waardigheid of waarde”
Dat is heel fijn voor God en toevallig in overeenstemming met onze grondwet. Niets hier (of in het complete pamflet) roept op tot haat, en zelfs als iemand dat op basis van de 14 artikelen zou kunnen aannemen hebben de Nederlandse vertalers een naschrift toegevoegd om hun intenties duidelijk te maken.
Haat
De kernwoorden van dit naschrift zijn zorg en God. Het is geen boodschap van haat, verstoting of geweld. Het is een oproep tot eenheid en gemeenschapszin.
“Zij die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen of worstelen met hun geslachtelijkheid, mogen weten in de christelijke gemeente een volwaardige plaats te hebben. Niemand kan zich immers laten voorstaan op iets goeds van zichzelf, maar allen moeten leven van genade.”
Dit vind ik een prachtig citaat en het geeft in één keer aan wat het verschil is tussen de christenen die dit document hebben getekend en hun critici. Voor veel van die critici kan kritiek alleen van bovenaf komen. Om iemands levenskeuzes af te wijzen moet je jezelf wel beter vinden dan de ander. Het idee komt niet bij hen op dat mensen zichzelf en anderen zien als reizigers op eenzelfde moeilijke reis en elkaar uit oprecht medeleven proberen op het rechte pad te houden.
Er zijn natuurlijk mensen die vervuld zijn van haat met de Bijbel in de hand, maar net zoals bij de Islam is het belangrijk om het onderscheid te blijven maken tussen hatelijke extremisten en goedwillende gelovigen. Door dit stuk een haatpamflet te noemen zonder je te verdiepen in de inhoud en de principes waar het op gebaseerd is doe je niemand een plezier.
Afsluiting
In discussies probeer ik mij altijd verre te houden van identiteitspolitiek: Het maakt niet uit wie ik ben, het is aan u, de lezer, om mijn bijdrage op waarde van de bijdrage zelf te schatten, niet op basis van de slachtofferstatus van de schrijver. In dit geval wil ik een klein inzicht toevoegen.
Ik ben christelijk opgevoed, maar zelf geen praktiserend christen meer. Vanuit de kerk heb ik nooit haat of discriminatie ervaren tegen homoseksuelen, wel zorgen over de voorgestelde zondigheid van hun gedrag. Hoewel ik me verre van de community hou, hoor ik zelf ook bij een LHBTI-groep en in die zin raakt het pamflet mij ook persoonlijk. Het is pijnlijk om zo onder de loep van een goddelijk oordeel te worden gelegd. Desalniettemin is het niet mijn God en weegt voor mij de vrijheid om te geloven wat je wil zwaarder dan de frustratie over de afwijzing van mijn levenskeuzes.