In het stadion van Europa overheersen de spreekkoren van de populisten.
De eurofielen kijken bezorgd om zich heen en steken af en toe weifelend hun EU-vlaggetjes op, maar wat waren hun leuzen ook alweer?
Meer Europa? Daar gaat het niet mee lukken.
Europa best belangrijk? Dat gaat hem ook niet worden.
Verenigd in verscheidenheid? Of was het ‘in verscheidenheid verenigd?
En intussen galmt het stadion van ‘Weg met de graaiers! We willen ons land terug!’
D66-aanhangers moffelen hun vlaggetjes met ‘Hup Sophie!’ gegeneerd in hun tassen, want de spandoeken met ‘Sophie in ’t Geld!’ zijn groter en feller van kleur.
De PvdA’ers deppen hun bloedneuzen na een confrontatie met ‘Brusselmans!’ scanderende meutes.
De CDA’ers zijn verwikkeld in een hevige stammenstrijd want Wopke is voor een ‘ever closer union’ terwijl de Kamerfractie net tegen heeft gestemd.
De VVD’ers maken nijdig plaats voor groepen populisten met Pinokkiomaskers die arm in arm over de tribunes hossen.
In de ereloge luisteren de lobbyisten bezorgd naar de spreekkoren.
Zoveel enthousiasme tegen de EU hadden ze niet ingecalculeerd.
Er is te veel gelogen.
Er is te veel over de hoofden van de kiezers heen beslist.
Een manisch opgewekte Rob Jetten en de wereldvreemde EU-fans van Volt kunnen niet verhullen dat de EU bij de meeste Europeanen geen dierbare gevoelens opwekt, maar gevoelens die variëren van onverschilligheid tot regelrechte haat.
In de bestuurskamer overleggen de coaches van het pro-EU-kamp.
De meningen zijn verdeeld.
Moet de EU weer opgehemeld worden als de brenger van vrede en de bescherming tegen fascisme?
Dan gaat het straks weer over de immigratie en de islamitische aanslagen. Dan lopen er nog meer kiezers over naar de populisten.
Zou het nog helpen om te roepen dat de economische voordelen doorslaggevend zijn?
Maar die rotpopulisten beginnen dan over Poolse bouwvakkers die de Nederlanders uit de markt drukken, over boeren die gek worden van de Europese regels, en over die pulsvissers die door de EU gedupeerd zijn.
Ze kunnen de populistische coaches horen.
Die moeten het doen met een van de kleedkamers, maar het schijnt ze weinig te kunnen schelen.
Het gelach en geroep klinken gedempt, maar niet minder triomfantelijk.
De oudste coach hakt de knoop door.
‘We moeten nu niet de confrontatie zoeken, want dat verliezen we.
We moeten op de achtergrond blijven tot na de verkiezingen. Hoe lager de opkomst, hoe beter.’
De meesten knikken somber.
Alleen Brusselmans en Sophie weigeren mee te werken en verlaten de de bestuurskamer om hun aanhangers toe te spreken.
De anderen trekken samen nog een fles wijn open.
‘Op de lange duur winnen we,’ zegt een coach hoopvol. ‘Tenslotte hebben wij de elite, de MSM en het partijkartel aan onze kant.’
En zo bleef het stil aan de overkant.
Vond je dit artikel goed? Steun Repelsteeltje via repelsteeltje.backme.org