U kunt Sid Lukkassen steunen via BackMe.
Steevast komt ieder politiek debat op de vraag of het populisme dan definitief zal doorbreken bij de stembusgang. In 2012 vreesde men een doorbraak van de SP en PVV; in 2017 werd een PVV-monsterzege gevreesd. Steeds bleken die scenario’s niet uit te komen: men haalde opgelucht adem en alles pruttelde verder volgens de ingeslagen weg.
Wie dit breder beschouwt, ziet de samenleving als een snelweg. Met Joop den Uyl sloeg Nederland de weg in naar een linksliberale monocultuur. Deze snelweg leidt via een sociaal-democratisch model van distributiekapitalisme naar progressieve smaakaccenten op het vlak van cultuur, moraliteit en esthetiek. Inmiddels is het punt bereikt dat we vanuit de auto de baan aan de overkant zien; langzaam begint het te dagen dat we eigenlijk die baan hadden moeten hebben, maar kilometers te ver zijn doorgereden. We zien landen als Zwitserland en Noorwegen, en zelfs Denemarken dat ondanks haar EU-lidmaatschap toch een beperkend migratiebeleid handhaaft en voor haar eigen burgers een pro-actieve gezinspolitiek voert.
Balkenende had de sleutel
Balkenende had die afslag nog kunnen nemen. Bovendien had hij het perfecte mandaat: alles wat Fortuyn had losgemaakt, plus de uitslag van het referendum over de Europese grondwet. Balkenende had het over een “VOC mentaliteit” en over normen en waarden. Hij liep rond in wijken waar hij flatgebouwen vol schotelantennes zag. “Zijn deze mensen er nu echt op gericht om een toekomst vorm te geven als onze medeburgers in dit land?” zo vroeg hij hardop.
Maar nu is het aan ons om de balans op te maken − kunnen wij nu terugblikken en zeggen: “Ja, daar was een punt waar Balkenende zich boven de tijdsgeest verhief en een principiële stellingname voerde”? Kunnen we één moment aanwijzen waarop hij beleid verankerde dat diende ter verdediging van het Europese cultuurkarakter van Nederland? Hij rolde net als iedereen voor en na hem mee met de stroom van gebeurtenissen die als onvermijdelijk werd gezien en geacht. Voor mijn generatie, om nog op die andere baan te komen, is het de enige optie om te spookrijden en onvermijdelijk te botsen met de instituties. Tegen beter weten in rijden we stug door. We zijn een breakaway society waiting to happen.
Naast de legacy van Balkenende is het relevant om in deze analyse terug te blikken op de deelname van Silvio Berlusconi aan de Italiaanse verkiezingen rond het jaar 2000. Berlusconi werd vanaf alle kanten belachelijk gemaakt. Zijn partij zou totaal geen wortels in de samenleving hebben, was puur gemaakt als presentatieplatform rond zijn ego, en werd bovendien niet gefinancierd door participerende burgers maar door kapitalistische bedrijven. Er was zelfs geen coherente ideologie. De linkse socioloog Colin Crouch schreef het boekje Post-democracy als aanklacht tegen dit fenomeen, dat hij als ondermijnend voor de representatieve democratie ervoer: als fundamenteel bedreigend zelfs.
We spoelen door naar 2017. Frankrijk in de greep van Marine le Pen: het Front National met steun in alle maatschappelijke geledingen. Rijke mensen in villa’s maar ook arbeiders op de bedrijfsvloer, politieagenten en soldaten. Allemaal verenigd in een oude partij met een coherente en nationalistische ideologie. De post-nationale elite gruwt ervan. Erger nog: de tegenkandidaten van de gevestigde partijen hebben hun luister verloren. Er dreigt paniek − wat zou Le Pen als president van Frankrijk betekenen voor de euro en de EU?
De post-democratische Macron
Toen gingen de sombere wolken open − plots was daar dan zonnekind Macron. Zonder ideologie, maar wél met wortels in het bankwezen. De campagne draaide vooral om zijn persoon en een nieuwe partij zag het licht met slogans als ‘En Marche!’ en ‘Révolution!’ − die in alles natuurlijk de gevestigde orde diende en daarom alles behalve revolutionair was. Zo werd het gehele establishment van West-Europa plots afhankelijk van een politieke aanpak die tot voor kort door henzelf werd verguisd. Minstens zo ironisch was het dat de social justice warriors die een vrouwelijke president normaal zeer progressief zouden vinden, zich daarover plots stilhielden.
De pijnlijke vraag die niemand stelde was of Macron niet populistischer was dan Le Pen. Populisme heeft de bijklank van meewaaien met alle winden, van principeloze en opportunistische stemmingmakerij. In die zin is het Front National niet populistisch want het vertelt al twee generaties hetzelfde verhaal. Front National vertegenwoordigt daarom eerder een parallelle samenleving binnen Frankrijk. De pijnlijke vraag kwam echter niemand goed uit doordat nationalisten “populisme” hanteren als geuzennaam − ‘inderdaad, wij komen op voor het volk’, terwijl linksliberalen er vooral hun vijanden mee willen besmeuren. Dat dezelfde term zó verschillend wordt ervaren wijst opnieuw op een parallelle samenleving.
We zien de wenkende baan aan de overzijde maar rijden stug door omdat een linksliberale monocultuur de instituties beheerst: daarin geldt de vaste aanname dat de ingeslagen koers onvermijdelijk samenhangt met de globalisering. Wie een andere weg wil inslaan, plaatst zich buiten het leidende discours en is daarmee feitelijk een reactionair gekkie of erger.
U kunt Sid Lukkassen steunen via BackMe – zo maakt u deze analyses mede mogelijk. U maakt tegelijk Sid gelukkig en uzelf!