Straks zijn er weer EU-verkiezingen.
‘Europese verkiezingen’ moeten we zeggen, maar die naam dekt de lading niet.
Er is namelijk een wezenlijk verschil tussen Europa en de EU:
- Europa is ons veelkleurig continent waar we – al handeldrijvend, vechtend en soms verbroederend – in de afgelopen eeuwen iets hebben uitgevonden wat we tegenwoordig ‘westerse beschaving’ noemen: iets wat zo succesvol bleek dat de hele wereld het gekopieerd heeft.
- De EU was oorspronkelijk een poging om verschillende Europese staten vooral op economisch gebied te laten samenwerken. Helaas wordt deze EU steeds meer een megalomaan project van een globalistische elite die het liefst zo weinig mogelijk te maken heeft met het gewone volk.
De voortdurende claim op de term ‘Europa’ is dan ook een retorische truc van EU-aanhangers: zeg altijd Europa als je de EU bedoelt.
Zeg nu zelf: welke Europeaan kan ooit tegen Europa zijn?
Maar het is manipulatief taalgebruik.
De term ‘Europa’ verhult de verscheidenheid binnen de EU. Deze woordkeus suggereert dat de afzonderlijke landen minder belangrijk zijn dan het geheel; het woord impliceert een eenheid die er niet is.
En vooral: het legitimeert het streven van politici en lobbyisten naar een Europa als wereldmacht en het bagatelliseert de wens van de bevolkingen van de afzonderlijke landen om hun eigenheid te behouden.
De leiders van de EU worden steeds onbeschaamder in hun streven naar een EU-supermacht.
Alleen als er – eens in de vier jaar – verkiezingen op komst zijn, worden veel politici tijdelijk wat bescheidener om de kiezers niet af te schrikken.
Dan wordt er meelevend geluisterd, deugdzaam in camera’s gekeken en vroom verkondigd dat men de zorgen van ‘de gewone man’ toch echt heel serieus neemt. Tot na de verkiezingen natuurlijk, dan kunnen de mooie praatjes weer de kast in tot de volgende keer.
Ach, de kiezer heeft toch geen geheugen…
Denkt men.
Ever closer union
En zo verscheen op 25 april – keurig vier weken voor de verkiezingen – een blije tweet van Kamerlid Roelof Bisschop van de SGP.
Er was een EU-kritische motie aangenomen in de Tweede Kamer.
De SGP heeft principiële bezwaren tegen de machtshonger van de EU, en de partij probeert regelmatig aan de noodrem te trekken. Nog maar een paar weken geleden sneuvelde een voorstel van Kees van der Staaij om de soevereiniteitsoverdracht naar de EU democratischer te regelen, en dus moeilijker te maken.
Misschien dat de SGP daarom als goedmakertje nu dit kruimeltje toegeworpen kreeg, want meer dan een kruimeltje is het niet.
Een Kamermeerderheid van SGP, SP, PvdD, 50+, VVD, CDA, CU, PVV en FvD had voor een SGP/SP-motie gestemd waarin gesteld werd dat de zinsnede ‘ever closer union’ (een steeds hechtere unie) uit de EU-verdragen moet.
Tenslotte betekent ‘ever closer union’ niets minder dan steeds verder gaande integratie, totdat Europa niet meer een unie van afzonderlijke landen is, maar een superstaat.
Zo’n motie lijkt een succesje voor SP en SGP, maar voor opportunistische partijen als VVD en CDA is het niet meer dan een handigheidje in de verkiezingscampagne.
Even deugdzaam glimlachen naar de kiezer, en als de arme sukkel straks het juiste vakje heeft ingevuld, hem voor de zoveelste keer achteloos laten vallen in ruil voor de gunst van Brussel.
En wie denkt dat de EU een probleem zal hebben als deze term uit de verdragen gaat?
De woordkunstenaars van Brussel verzinnen graag een nieuwe term, een nieuw rookgordijn om de kiezers mee zoet te houden net zo lang totdat… de ever closer union een onomkeerbaar feit zal zijn geworden.
Deze mensen zijn tenslotte al decennia geduldig aan het werk om de Europese landen samen te smelten tot een grootmacht waarvan zij en hun vrienden dan de ‘verlichte’ leiders zullen zijn.
Onder het mom van economische voordelen is destijds eerst de EEG opgetuigd – de Europese Economische Gemeenschap – en we worden nog altijd met de ‘economische voordelen’ om de oren geslagen als we het wagen om kritisch te zijn over het heil van de EU.
Hiermee wordt twijfelaars vaak het zwijgen opgelegd, want wie is er nu niet voor economische samenwerking?
Men beseft vaak niet wie degenen zijn die de economische voordelen opstrijken. Hint: het zijn niet de pulsvissers.
Maar het gaat al lang niet meer om economische motieven.
De aspiraties van de huidige politici en hun bondgenoten gaan daar ver bovenuit.
Niet alleen politici als Juncker en Verhofstadt dringen voortdurend aan op meer overdracht van soevereiniteit naar de EU, ook Merkel en Macron beijveren zich voor verdere – zelfs militaire – integratie.
Allerlei beleid – variërend van lokale politiek tot beslissingen binnen de EU tot ver buiten de EU – wordt niet meer aan de burgers voorgelegd, maar over hun hoofden heen bepaald.
Een volgende stap is de kapitaalmarktenunie, een plan van de EU-commissie om de Europese financiële markten verder te integreren.
Zal de net aangenomen motie van SP en SGP iets aan deze realiteit veranderen?
Hooguit zal het etiketje ‘ever closer union’ vervangen worden door een andere benaming, maar de mammoettanker van de EU stoomt ongehinderd door in de richting van een EU-superstaat.
Deze politieke koers is desastreus voor de democratie en vrede in Europa.
De elite tegen het volk
De politici verwijderen zich steeds verder van de kiezers.
Er is nog steeds behoorlijk veel steun onder de bevolking voor een EU-lidmaatschap, maar de politici lopen ver voor de troepen uit met hun pogingen om de EU om te vormen tot een wereldmacht.
In 2016 – na het Brexit-referendum – werd onderzoek gedaan naar de meningen van inwoners van tien EU-landen over o.a. de overdracht van soevereiniteit naar de EU.
Slechts 19% wilde meer soevereiniteit overdragen, 27% wilde de situatie houden zoals die op dat moment was, en maar liefst 42% wilde dat er weer meer zeggenschap naar de natiestaten zou gaan.
Hieronder deze vraag uitgesplitst per land:
Is de koers van de EU ook maar enigszins in overeenstemming met deze voorzichtigheid onder de bevolking?
De vraag stellen is hem beantwoorden.
De Britse bevolking kreeg de kans om zich uit te spreken over het verlies van soevereiniteit aan de EU, en de winst voor Leave bleek nog relatief bescheiden te zijn gezien de mening van de Britten hierover.
Maar liefst 65% van de Britten wilde meer zeggenschap terug naar het eigen parlement en slechts 6% was bereid om nog meer soevereiniteit over te dragen aan de EU.
Er waren dus heel wat potentiële Leave-stemmers die uit voorzichtigheid toch Remain kozen.
De kiezers waren voorzichtiger dan de politici, want wat proberen de Britse politici sinds het referendum voor elkaar te krijgen?
Of ze toch een vorm kunnen vinden om wel in de EU te blijven.
Het lijkt erop dat de Leave-stemmers een stuk realistischer waren. Zij zagen hoe hun democratie ondermijnd wordt door een globalistische elite die zelf veel voordeel heeft van de EU, maar die weinig oog heeft voor de positie van de gewone bevolking.
Zij besloten om uit deze trein te stappen, ondanks de doemscenario’s die door de vele experts verkondigd werden.
In de Nederlandse MSM worden de Leave-stemmers vaak als dom en kortzichtig afgeschilderd.
Ze zouden onverantwoord zijn geweest en massaal spijt krijgen van hun stem, kijk maar eens naar de chaos waar Groot-Brittannië nu op af stevent.
En veel Nederlanders hechten daar geloof aan.
Wat deze nieuwsconsumenten nogal eens vergeten, is dat veel journalisten zo vervlochten zijn met het wereldje van de politiek, dat zij maar al te vaak napraten wat de gevestigde politiek vindt.
Luister maar eens naar de eerste vier minuten van dit radiofragment, waarin Nikki Sterkenburg vertelt hoe onwillig veel journalisten zijn om kritisch over de gevestigde politieke partijen te berichten.
En de gevestigde politieke partijen zitten vuistdiep in de EU.
Een duivels dilemma
Dankzij onze waanwijze politici lijken er twee doemscenario’s over te blijven voor de toekomst van de EU:
- De politici weten de democratie uit te schakelen of te omzeilen en de EU integreert verder tot een wereldmacht, maar zonder wezenlijke democratische inspraak van de burgers.
- De politici overspelen hun hand en ontketenen een opstand onder de eigen burgers.
In dit geval zijn weer twee scenario’s mogelijk:- De opstand wordt onderdrukt – zoals Macron nu de gilets jaunes aanpakt – en scenario 1 wordt met enige vertraging toch doorgevoerd.
- De opstand ontaardt in brede onlusten die kunnen leiden tot het uiteenvallen van de EU of in elk geval tot het vertrek van sommige lidstaten.
Is dit wat de politici willen?
Zijn ze zo verblind door hun zucht naar macht dat ze de gevaren niet zien?
Of zijn de lobbyisten in Brussel zo machtig dat de politici bereid zijn om voor hen de democratie te ondermijnen en zelfs een burgeroorlog te riskeren?
Het is te hopen dat de EU-kritische partijen eind mei zoveel stemmen krijgen dat er weer wat gezond verstand door zal dringen in Brussel.
Het is te hopen dat de EU-aanhangers gaan beseffen dat zij Europa zullen ruïneren als zij op deze manier doorgaan: Zij zullen onze beschaving vernietigen door de democratische ziel van Europa te verstikken, of zij zullen haar zelfs letterlijk vernietigen door de zoveelste bloedige oorlog op Europees grondgebied.
Zullen zij genoeg van Europa houden om geen dictatuur te willen vestigen?
Als onze politici niet tot inkeer komen, zullen de burgers voor de keus komen te staan:
Willen zij pionnen worden in een dictatoriale superstaat?
Of willen zij het risico nemen om zich los te maken van deze waanzin?
Geen van beide alternatieven zijn aantrekkelijk, dus laten we hopen dat we door onze stem bij de komende verkiezingen kunnen voorkomen dat dit onze keus wordt.
Laten we stemmen op partijen die werkelijk EU-kritisch zijn, ook na de verkiezingen.
Laten we stemmen op partijen die de machthebbers voor de keus durven te stellen:
Of er wordt serieus hervormd, of we verlaten de EU.
Uit een rijdende trein springen is levensgevaarlijk, maar als die trein op een afgrond af raast, kan het toch de beste optie zijn.
Vond je dit artikel goed? Steun Repelsteeltje via repelsteeltje.backme.org