Verantwoordelijkheid
Nederland rouwt om Anne Faber, een jonge vrouw die het verdiende om nog 60 jaar langer te leven, te lachen, te genieten en gelukkig te zijn op deze planeet. Haar dood is een woestmakende tragedie die heel Nederland, terecht, tot haar fundamenten heeft geschokt.
Nu ze gevonden is lijkt er een omslag plaats te vinden in onze maatschappij. Een petitie die vraagt om onderzoek naar de misstanden in onze omgang met criminelen en onze softe rechtspraak trok binnen 48 uur 300,000 ondertekenaars (de overige 16,700,000 Nederlanders kunnen hier tekenen). Over één ding lijkt men het eens te zijn over het gehele politieke spectrum, letterlijk van Joyce Brekelmans tot Joost Niemöller: deze gruwelijke daad mag nóóit zonder gevolgen blijven voor de mensen die verantwoordelijk zijn voor de onverdedigbare vrijheid van haar moordenaar, een veroordeelde verkrachter die tot 2022 vast had moeten zitten. Laten we hen ter verantwoording roepen!
Dit artikel levert daar een bijdrage aan door te onderzoeken wat voor mensen de rechters waren die Panhuis in 2012 strafvermindering gaven en hoe zij tot hun besluit gekomen zijn.
We moeten natuurlijk focussen op de mensen die daadwerkelijk verantwoordelijk ZIJN, dus niet, zoals Jan Dijkgraaf bijvoorbeeld doet, David Moszkowicz aanpakken, de advocaat van Michael Panhuis. Moszkowicz is juist de enige persoon in dit hele fiasco die zijn werk wél goed gedaan heeft.
Het zijn het OM en de rechters die gefaald hebben. Als Michael Panhuis een lage straf kreeg door een goed pleidooi van zijn advocaat is dat niet het falen van de advocaat, maar het falen van de rechters die door de mooie woorden heen hadden moeten prikken en hun oordeelsvermogen hierdoor niet hadden moeten laten vertroebelen.
Gek genoeg kijken mensen meer naar advocaten dan naar rechters. Kijk bijvoorbeeld naar dit artikel van het AD. Moszkowicz wordt met naam genoemd, maar zodra het over het oordeel van de rechters gaat zegt men braaf “Het Hof vond zus” en “Het Hof besloot zo”. Waarom die voorzichtigheid? Waarom bespreken we niet wie de mensen zijn, die als “Het Hof” tot deze besluiten kwamen?
Wie zijn deze rechters?
Nou, als die media het niet willen doen dan doe ik het maar. Het wordt tijd dat rechters uit hun ivoren torens treden en verantwoording afleggen. Laten we onderzoeken wat hun ideologieën zijn, hun politieke ideeën, hun mensbeelden, hun morele standaarden, et cetera.
Gerechtelijke uitspraken zijn vanzelfsprekend al openbaar. Dit is de uitspraak van het gerechtshof in 2012 over de zaak Michael Panhuis, en onderaan lezen we wie de rechters zijn:
“Aldus gewezen door
mr M. Otte, voorzitter,
mr G. Oldekamp en mr A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr I.I.D. Leene, griffier,
en op 9 oktober 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.”
Daarom gaat dit artikel over de rechters Rinus Otte, Gert Oldekamp en AJ Smit.
Hierbij moet de aantekening gemaakt worden dat Otte, Oldekamp en Smit slechts een deel van de schuld dragen. Ten eerste lijkt de voornaamste oorzaak van de vrijheid van Panhuis te liggen in de corruptie, incompetentie en onverantwoordelijkheid van het bestuur en de dagelijkse begeleiders van Altrecht Aventurijn. Zij zijn de hoofdschuldigen hier, deze rechters zijn medeschuldigen. Ten tweede was Panhuis, ook als hij de volle 16 jaar had gekregen, uiteindelijk vrijgelaten en dan had Anne Faber misschien nog geleefd, maar dan was er in 2027 in haar plaats iemand anders vermoord. Onze wetgeving moet worden aangepast zodat dit soort maniakken vastgehouden kunnen worden, ook nadat hun straf is uitgezeten, zolang ze een gevaar vormen voor anderen. Zolang die mogelijkheid er niet is, kunnen we van rechters ook geen volledige oplossingen verwachten, aangezien zij gebonden zijn aan de wet.
Maar in dit specifieke geval zal blijken dat Otte, Oldekamp en Smit absoluut en onvergeeflijk hebben gefaald.
Straf omlaag door precedentwerking
Laten we de uitspraak van 2012 er nog eens bijpakken. Onder de kop: “Oplegging van straf en/of maatregel” wordt de strafmaat onderbouwd. Eerst een aantal alinea’s waar de rechters uitspreken hoe ernstig de aard van de misdaden is en hoe sadistisch en gewetenloos Michael Panhuis zich had misdragen. Je zou dus denken: “mooi, het is tot de rechters doorgedrongen hoe verschrikkelijk dit allemaal is, hoe twee jonge meisjes op beestachtige wijze verkracht en getraumatiseerd zijn door dit monster.” Maar dan sluiten Otte, Oldekamp en Smit hiermee af:
“Mede gelet op de straffen die doorgaans voor soortgelijke feiten plegen te worden opgelegd is het hof van oordeel dat ondanks de aard en ernst van de afzonderlijke bewezenverklaarde feiten ook als deze in samenhang worden beschouwd, de door de rechtbank opgelegde straf (een maximaal mogelijke gevangenisstraf voor de duur van 16 jaar) niet in verhouding staat tot de aard en ernst van deze feiten. Alles afwegende komt het hof tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaren.”
Oftewel, ja, het is heel gruwelijk allemaal, maar 16 jaar is disproportioneel, 11 jaar is beter. Dat 11 jaar een proportionele straf zou zijn is niet gebaseerd op morele, rationele of zelfs wettelijke argumenten, maar puur “omdat dat in vergelijkbare zaken ook wordt gegeven.” Dit is weer een voorbeeld van de juridische pest die “precedentwerking” heet, waarbij rechters op de stoel van de wetgever gaan zitten en op eigen houtje gaan besluiten wat een “rechtvaardige” straf is.
Het is niet voor niets dat de wet mogelijkheid biedt tot 16 jaar celstraf dus wie denken deze rechters dat ze zijn, om even onderling te besluiten daar standaard 5 jaar vanaf te trekken omdat één van hen ooit besloot, al dan niet op een warme zomeravond filosoferend in zijn studeerkamer, dat 11 jaar “proportioneler” was? Volgens welke morele maatstaf is dat proportioneel en waarom wordt deze morele maatstaf als leidend gehanteerd? Zou dat niet moeten worden vastgesteld door de wetgevende macht, die over democratische legitimiteit beschikt en dus namens de maatschappij als geheel kan besluiten wat “proportioneel” is?
Gert Oldekamp
Dus laten we eens kijken naar de rechters die zich verscholen achter de fopstraffen van andere rechters en weigerden de moreel juiste beslissing te nemen in deze zaak. (Noot: ik ben geen onderzoeksjournalist en ben ook niet juridisch onderlegd. Ik ben slechts een burger die kan Googlen en die vindt dat vrouwen veilig over straat moeten kunnen. Er zal ongetwijfeld meer te vinden zijn over deze mensen, maar dat laat ik over aan de professionals.)
Allereerst Gert Oldekamp. Over hem kon ik weinig vinden, anders dan dat hij eerder bij het OM werkte als officier van justitie en geweldig geblunderd heeft in een zaak tegen de Hells Angels, waarbij de gesprekken van verdachten met hun advocaten werden afgeluisterd zodat de zaak niet ontvankelijk kon worden verklaard. Hij lijkt dus een niet al te competent iemand te zijn en je vraagt je af hoe zulke faalhazen door de selectieprocedure kunnen komen en zo’n verantwoordelijke en machtige positie bij een gerechtshof kunnen bemachtigen. Maar over zijn persoonlijke motivaties kan ik weinig vinden.
AJ Smit
Dan AJ Smit (voornaam en geslacht kon ik niet vinden). Op de blog “Ivoren Toga” is dit interview te vinden met deze rechter. En nu begint het interessant te worden. Enkele hoogte/dieptepunten:
“Tenslotte noem ik Gabriël Meijers die mij heeft geleerd om op een integere wijze de verdediging in strafzaken te organiseren. Van hem heb ik ook geleerd dat met het uitsluitend dienen door een advocaat van de belangen van de verdachte juist ook een groot maatschappelijk belang wordt gediend hetgeen door het publiek wel eens wordt vergeten.”
Ah, dus het domme gepeupel snapt niet hoe belangrijk het is dat Michael Panhuis óók wordt gehoord en begrepen. Gelukkig is AJ Smit een wijze en verstandige rechter die wél begrijpt hoe belangrijk de belangen van Michael Panhuis zijn. (NB: ik vul “Michael Panhuis” in waar Smit “verdachte” zegt. Dit interview gaat niet over een specifieke zaak, maar het illustreert uitstekend hoe Smit naar verdachten kijkt en dus ook naar Panhuis in deze zaak.)
“Het is mijn streven om er voor te zorgen dat procespartijen en met name de verdachte na afloop van de behandeling van zijn strafzaak, het gevoel hebben gehad dat zij zoveel als mogelijk is in een gedwongen en met symboliek omgeven setting van een strafzitting, hebben kunnen zeggen wat zij belangrijk vonden. Dit gevoel om gehoord te zijn maakt op een later moment ook de acceptatie van beslissingen eenvoudiger. Een belangrijke factor hierin is persoon van de rechter die in de relatief beperkte en vooraf bepaalde tijd wezenlijk contact moet zien te maken met een verdachte en met hem zo ongedwongen mogelijk het gesprek moet aangaan waarbij alle informatie die van belang is voor de te nemen beslissing aan de orde komt.”
Zoveel aandacht als er voor het welzijn van Michael Panhuis is bij AJ Smit, zo afwezig lijkt de interesse te zijn in zijn slachtoffers. “Met name” Panhuis moest het gevoel krijgen dat hij kon zeggen wat hij belangrijk vond (zoals hoe trots hij was dat hij twee meisjes bruut had verkracht). Daarom wilde AJ Smit “wezenlijk contact” maken met Panhuis. Smit geeft hier nadrukkelijk aan méér prioriteit te geven aan het welzijn van de verdachte dan het welzijn van andere partijen, zoals zijn slachtoffers.
“Het openbaar ministerie bij het gerechtshof wordt vertegenwoordigd door de advocaat-generaal en het standpunt van de advocaat-generaal wordt doorgaans als een belangrijke steun ervaren bij de vorming van een beslissing in een strafzaak. Dit is zeker zo als de opstelling van de advocaat-generaal blijkt geeft van een weging van belangen waarbij ook uitdrukkelijk rekening is gehouden met de belangen van de verdachte en die belangen ook worden benoemd.”
Hier zegt AJ Smit dat hij/zij van mening is dat het OM, dat de taak heeft namens de maatschappij gevaarlijke psychopaten de cel in te krijgen, “uitdrukkelijk rekening moet houden met de belangen van de verdachte.” U dacht misschien dat de advocaat en de rechters daarvoor betaald worden, maar nee, de openbaar aanklager moet óók werken in het belang van de gewelddadige verkrachter. We zouden deze rechter waarschijnlijk goedkeurend kunnen hebben zien knikken, toen het OM in de zaak Michael Panhuis met de aanzienlijk lagere eis van 9 jaar op de proppen kwam.
“Als advocaat ben je immers ook ondernemer en is de klant koning en is een, in ogen van anderen, efficiënte verdediging soms ondergeschikt aan zijn wensen. Dit aspect van de relatie tussen verdachte en advocaat onttrekt zich aan het zicht van de andere procespartijen en het vergt van de rechter vaak ook inlevingsvermogen om dat in te zien en een in zijn ogen mogelijk minder efficiënt pleidooi op waarde te schatten.”
Rechters moeten volgens AJ Smit extra inspanning leveren om een slecht pleidooi van de verdediging toch “op waarde te schatten.” Dus als je het pleidooi voor Michael Panhuis niet overtuigend vindt moet je er gewoon wat langer over nadenken, totdat je de redelijkheid van het standpunt van Panhuis wat beter begrijpt. Dat is een kenmerk van “goede rechtspraak” volgens AJ Smit.
“De samenleving verlangt een voortvarende en zorgvuldige afdoening waarbij beslissingen ook duidelijk worden uitgelegd. Motiveren gebeurt nu meer en beter dan voorheen en dat is een bevredigende ontwikkeling.”
Fantastisch, mijnheer/mevrouw Smit. We wachten met smart op uw motivatie en uw uitleg aan de samenleving, waarom het rechtvaardig en humaan was om Panhuis zo’n lage straf te geven en waarom het acceptabel was om het leven van Anne Faber daarvoor in de waagschaal te stellen. Het zou inderdaad een bevredigende ontwikkeling zijn om daar wat meer duidelijkheid over te krijgen.
Rinus Otte
Tenslotte de voorzitter van het gerechtshof, Rinus Otte. Deze rechter schrijft voor Ivoren Toga, het blog waar ook het interview met AJ Smit vandaan komt (niets ten nadele van dit blog overigens, check deze takedown van de Nederlandse zachteheelmeesterscultuur). Otte is nogal breedsprakig en het is niet makkelijk om een beeld te krijgen van’s mans overtuigingen. Maar er komt het één en ander naar voren.
Ten eerste een buitengewoon zorgwekkend feit: Rinus Otte lijkt binnen zijn beroepsgroep te worden gezien als een “strenge” rechter. Dit geeft te denken. Als een “strenge” rechter al zulke lage straffen uitdeelt, wat kunnen we dan verwachten van “softe” rechters?
En als we wat meer van zijn bespiegelingen lezen ontdekken we dat ook hij bepaalde ideeën erop nahoudt die nogal “soft” gevonden zouden worden buiten de elitaire magistratenbubbel. Zo verdedigt hij bijvoorbeeld beruchte fopstraffen voor levensgevaarlijke, recidiverende doodrijders in Den Haag en Limburg (u kent deze casussen wellicht van dit en dit artikel op GeenStijl) door te verwijzen naar precedentwerking, want “anders wordt het willekeur.” Dat de strafmaat met betrekking tot verkeersovertredingen oorspronkelijk bepaald is door de willekeur van een clubje rechters dat om een tafel ging zitten om de strafmaat te bepalen op basis van hun eigen persoonlijke opvattingen, dat zegt Otte er even niet bij.
Wat ook wel gek is, is dat Rinus Otte expliciet tégen minimumstraffen is. Dit is nogal vreemd, want als precedentwerking een manier is om een standaard te stellen waarmee willekeur voorkomen wordt, waarom zouden minimumstraffen dat dan niet kunnen zijn?
Precedentwerking betekent in de praktijk dat één rechter naar zijn eigen willekeur een onbekwame, onrechtvaardige en/of maatschappijbedreigende uitspraak kan doen, waarna die uitspraak zich als een kankercel vermenigvuldigt in ons rechtssysteem tot het uiteindelijk de nieuwe norm wordt. Zo schrijven en herschrijven rechters in feite de wet, tenminste waar het de strafmaat aangaat. Is het niet veel zinniger om dat over te laten aan de wetgevende macht, die democratisch gecontroleerd wordt?
Hier zien we dus al een man naar voren komen die heilig gelooft in precedentwerking en vindt dat rechters elkaar moeten volgen. Wat we ook terugzien in de uitspraak in de zaak Michael Panhuis.
Maar de crux ligt in dit artikel, waar Otte ingaat op de publieke perceptie van het strafrecht:
“Rechters die zich bekommeren over onrust onder burgers vanwege de lichte uitvoering van de gevangenisstraf overtuigen me ook niet direct. Rechters zijn getraind minder gevoelig te zijn voor trends onder de burgerij, anders zou het aantal levenslang gestraften exorbitant stijgen.”
Dat zou inderdaad kunnen, maar zou dat verkeerd zijn? Alleen als je er bij voorbaat van uit gaat dat burgers populistische boostokkies zijn en de wijze verstandige rechters het beter weten. Maar weet Rinus Otte niet donders goed dat er rechters rondlopen die zo licht mogelijk straffen zodat ze zichzelf “humaan” kunnen voelen? Hij zegt tenslotte zelf in een ander artikel:
“Deze geringe voorspelbaarheid heeft weinig van doen met tijdgebrek. Eén verklaring voor de tombola is de samenstelling van de strafkamers. Soms is er volgens de verdediging sprake van een bloedraad die bekend staat om exorbitant hoge straffen. Een andere keer is er sprake van een strafkamer waarin volgens omstanders bijkans maatschappelijk werkers zetelen die zelfs bij een strafblad van 40 pagina’s elke keer weer overtuigd zijn van het goede in de verdachte en dat de straf zo kort mogelijk moet zijn. Straffen heeft dus voor een deel ook van doen met het mens- en maatschappijbeeld van de individuele rechters, maar wat in de beslissing ten onrechte geobjectiveerd wordt gepresenteerd laat onverlet dat het prijsgeven van die onderbuikgevoelens niet veel zal baten.”
Voor de duidelijkheid, als een politicus dit zegt wordt hij een populist genoemd, maar Rinus Otte zegt hier gewoon precies hetzelfde: er zijn wel degelijk softe rechters die zich inspannen om de straf zo laag mogelijk te krijgen.
Betekent het verschil in opvatting tussen rechters en gewone burgers dan niet gewoon dat het rechtvaardigheidsgevoel van de rechters compleet uit het lood geslagen kan zijn, niet langer aansluit bij het rechtvaardigheidsgevoel van de samenleving die de rechterlijke macht dient en gewoon bijgesteld moet worden? Bijvoorbeeld door monsters als Michael Panhuis maximaal te straffen? (Update: aanvankelijk stond hier “levenslang straffen.” Hiermee bedoelde ik het verschil in denkwijze aan te geven tussen rechters en de bevolking, maar het kon gelezen worden alsof ik de rechters kwalijk nam dat ze geen levenslang gaven in deze specifieke zaak, wat natuurlijk niet redelijk zou zijn aangezien ze daar geen bevoegdheid toe hebben. Daarom deze verduidelijking.)
Rechters gaven Panhuis geen 11 jaar. Ze gaven hem 7 jaar.
Otte vervolgt zijn verhaal, en gaat in op het feit dat het de overheid vaak anders uitvoering geeft aan de door de rechter opgelegde straffen dan de rechter had gedacht:
“De rechter beslist over de duur van de vrijheidsstraf, maar de minister bepaalt volgens de wet of en onder welke voorwaarden de veroordeelde via vrijheidsbeperkende en reïntegratie bevorderende programma’s buiten de gevangenis zijn vrijheidsstraf mag ‘uitzitten’. Daarom is het mijn tweede natuur geworden om met mijn collega’s in raadkamer te rekenen met feitelijke en brutoduur van de op te leggen gevangenisstraf.”
De laatste regel is vetgedrukt, vanwege de verbijsterende implicaties die dit heeft voor de veroordeling van Michael Panhuis. Rinus Otte houdt er in zijn beraadslaging rekening mee dat maar tweederde van een straf daadwerkelijk wordt uitgezeten. En zijn collega’s doen, volgens hem, hetzelfde.
Dit betekent dus dat, toen Otte, Oldekamp en Smit gezamenlijk tot deze straf van 11 jaar besloten, ze dat deden in de overtuiging dat slechts een jaar of 7 zou worden uitgezeten. Wanneer ze “11 jaar cel” zeggen in hun uitspraak, bedoelen ze dus gewoon “7 jaar cel.” Dat is letterlijk wat hier staat.
En wat zeiden ze ook al weer in hun motivatie om de straf voor Michael Panhuis terug te brengen naar 11 jaar? “De door de rechtbank opgelegde straf staat niet in verhouding tot de aard en ernst van deze feiten.” Met andere woorden:
De rechters Rinus Otte, Gert Oldekamp en AJ Smit vonden ZEVEN JAAR cel een straf die “in verhouding stond” tot de daden van Michael Panhuis.
Twee jonge meisjes getekend voor het leven (onderschat NOOIT de psychologische gevolgen van extreem seksueel geweld), gewapende overvallen en ga zo maar door, en u was verbaasd dat de rechters “maar” 11 jaar cel oplegden? Het is dus nog erger, want ook dat vonden Rinus Otte, Gert Oldekamp en AJ Smit te veel. Ze hebben nooit bedoeld dat Panhuis daadwerkelijk 11 jaar vast zou zitten, nee, ze hebben expres gekozen voor een straf die in de praktijk zou neerkomen op 7 jaar. Er werd zelfs rekening gehouden met eventuele “reïntegratie bevorderende programma’s” waardoor de daadwerkelijke celstraf nóg korter zou worden dan dat (al was de vrijheid die Panhuis genoot in zijn traject deze rechters natuurlijk niet aan te rekenen, dat ligt volledig aan de inrichting).
Ze hebben de daden van Michael Panhuis op een rijtje gezet, gezegd: “ja, 7 jaar is een rechtvaardige en proportionele sanctie” en hun handtekening eronder gezet.
En nu is Anne Faber dood. Omdat we één rechter hebben, AJ Smit, die een duidelijke prioriteit legt bij het luisteren naar en begrijpen van de verdachte zodat hij/zij zich modern, inlevend en humaan kan voelen en een andere, Rinus Otte, die zich verschuilt achter precedentwerking waardoor een straf van 7 jaar blijkbaar de norm is geworden nu voor lui als Panhuis. Nogmaals, dat Panhuis zoveel vrijheid genoot ligt natuurlijk volledig aan de inrichting, maar dat hij überhaupt zo kort gestraft werd, dat ligt aan rechters Rinus Otte, Gert Oldekamp en AJ Smit. Zij hadden een rechtvaardiger straf kunnen uitdelen, zij hadden de maatschappij langer kunnen beschermen tegen deze gek, maar dit hebben ze nagelaten.
Laten we maar afsluiten met een laatste overpeinzing van Rinus Otte:
“Gelet op de diversiteit aan gevoelens en zinsbeleving bij verdachten en slachtoffers moet de rechter in het per definitie beperkte tijdbestek van een zitting zeer voorzichtig en omzichtig zijn in de uitstraling een en ander wel te begrijpen. Het kort en bondig spreken, behandelen van de feiten, luisteren en uiteindelijk motiveren van de beslissingen lijkt misschien saai en minder modern, maar houdt het instituut van de rechtspraak klassiek, tijdloos en overlevingsgericht.”
Geen zorgen, mijnheer Otte. Helemaal niets in uw uitspraak in de zaak Michael Panhuis heeft bijgedragen aan de uitstraling dat u, Gert Oldekamp en AJ Smit ook maar IETS hebben begrepen van het één danwel het ander.
Ons rechtssysteem is door en door verrot en Rinus Otte, Gert Oldekamp en AJ Smit zijn hier exponenten van. Het zou deze mensen sieren als ze de komende dagen hun verantwoordelijkheid nemen voor deze schande en schuld erkennen. Bij voorkeur door uit de ambten te stappen die ze op dit moment vervullen. Als eerste stap. Misschien kan het psychologenteam dat het besluit nam om Panhuis op deze manier vrij te laten dat voorbeeld vervolgens volgen.
En dringt het besef tot hun collega-rechters door dat een lage straf alleen “humaan” is jegens de crimineel. Voor zijn slachtoffers is het allesbehalve humaan. Want voor de duidelijkheid, het grote probleem hier zijn niet eens deze individuele rechters, maar de denktranten waaronder ze opereren, zoals blijkt uit deze interviews en blogposts. Dat is wat we nu eens ter discussie moeten stellen.
Heel veel sterkte gewenst aan de vriend, de familie en de overige nabestaanden van Anne Faber.