Foto via Defense For Children
PLEIDOOI VOOR EEN NIEUWE IMMIGRATIEPOLITIEK
De zaak Lili en Howick veroorzaakte heel wat opschudding in Nederland. Het onzekere lot van twee Armeense tieners die waren afgewezen als asielzoekers verdeelde het publiek tot op het bot in twee kampen van haast gelijke grootte.
Het ene kamp vond dat ze hun reeds uitgezette moeder naar Armenië achterna moesten reizen nu ze eenmaal waren uitgeprocedeerd en hun asielaanvraag finaal was afgewezen. Het tweede kamp vond dat de blijkbaar perfect geïntegreerde tieners aanspraak konden maken op het zogenaamde ‘kinderpardon’ dat hen in staat zou stellen te blijven en hun toekomst verder in Nederland uit te bouwen.
Beide kampen schermden met redelijke argumenten om hun eis kracht bij te zetten. De voorstanders van de uitwijzing beriepen zich op het oordeel van opeenvolgende rechters die zich over de zaak hadden gebogen en vonden kennelijk dat er onvoldoende elementen waren om te besluiten de kinderen een permanente verblijfsvergunning te verlenen.
‘Regels zijn regels’, zo lijken ze te denken, als we ons bij het bepalen van een asielbeleid laten leiden door medelijden en sentiment dan is het einde zoek en wordt het rijke westen het toevluchtsoord voor miljoenen fortuinzoekers uit armere delen van deze wereld. Die last kan onze maatschappij niet bolwerken, zelfs als ze dat zou willen. Onze sociale zekerheid is er niet op berekend.
Bovendien, zo was gebleken, had de moeder de procedure nodeloos getraineerd door van meet af aan te liegen over hun identiteit en herkomst. Op die manier had ze samen met haar kinderen kans gezien om negen lange jaren in Nederland te blijven terwijl, als ze eerlijk was geweest, de asielaanvraag meteen zou zijn afgewezen, hetgeen alle betrokkenen al die jaren van stress en onzekerheid had bespaard. Het alsnog toekennen van asiel zou aldus een beloning zijn voor de list en het bedrog.
Kinderrechten prevaleren
Degenen die zich het lot van de kinderen hadden aangetrokken waren stellig van mening dat dit lot niet moest worden gekoppeld aan een eventuele misstap van de ouder(s). Dat zou neerkomen op een schending van de kinderrechten, zoals overeengekomen in het kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties.
Deze kinderen konden het niet helpen dat ze in een ver verleden, als kleuter nog, hierheen waren gebracht onder ouderlijk gezag en vervolgens gedwongen werden om hier school te lopen. Nu ze waren opgegroeid tot keurige, westers denkende tieners die perfect onze taal beheersten, zou een gedwongen repatriëring naar hun land van herkomst waarvan ze de taal niet spraken en amper een glimp hadden meegekregen, worden ervaren als een traumatische gebeurtenis en bovendien als een straf voor iets dat ze zelf nooit bewust hadden begaan, namelijk het uitzoeken van een land met betere toekomstperspectieven.
In hun wanhoop schreven de kinderen smeekbrieven naar premier Rutte en andere leden van zijn kabinet, maar die gaven geen krimp. In een officiële verklaring gaf Rutte te kennen dat Armenië bekend stond als een veilig land. Aangezien de kinderen niet op de vlucht waren voor oorlog of geweld waren er geen redenen voorhanden om hen hier te houden en was het zaak om trouw te blijven aan de wet.
Allicht speelde bij Rutte ook de afweging mee dat elk vertoon van zwakte bij zijn besluit om zich aan deze wetten te houden, in de kaart zou spelen van politieke partijen die vasthielden aan een streng asielbeleid. Hiermee leek het lot van de kinderen bezegeld. Het was nog slechts een kwestie van dagen of uren vooraleer de arm der wet de kinderen zou ophalen om ze op het vliegtuig te zetten richting Armenië, waar ze overigens niet met hun moeder zouden worden herenigd maar in een weeshuis zouden worden geplaatst. De in Armenië geldende gezinsregels dulden immers niet dat kinderen worden opgevoed door een psychologisch labiele, alleenstaande moeder.
Eén dag voor de uiteindelijke datum van uitzetting werden de kinderen opeens als vermist opgegeven. De politie plaatste een opsporingsbericht dat misdaadjournalist Peter R. de Vries er toe aanzette te tweeten dat eenieder die zou meehelpen de kinderen uit te leveren aan de autoriteiten wat hem betrof mocht worden vergeleken met NSB’ers. Daarmee vergeleek hij op emotionele wijze het lot van de geviseerde kinderen met dat van joden die werden opgejaagd ten tijde van het naziregime.
De oorsprong van de kilheid
Hoe is het zover kunnen komen? Hoe kon het gebeuren dat zowat de helft van alle Nederlanders niet alleen ijzingwekkend kil reageerde op de verwachte deportatie van twee onschuldige, zelfs sympathiek ogende Armeense kinderen, maar sterker nog: Daar reikhalzend naar uitkeek, als was die uitwijzing een ‘overwinning’ die moest worden gevierd?
Het antwoord is niet ver te zoeken: Na het aanslepen van de oorlog in Syrië en de volksverhuizing die deze met zich meebracht richting onze contreien van voornamelijk vluchtelingen met een islamitische achtergrond, met in hun kielzog duizenden economische migranten uit andere moslimlanden die hun identiteitspapieren weggooiden en zich valselijk voordeden en voordoen als hulpbehoevende Syriërs, is bij een groot deel van onze publieke opinie de overtuiging gegroeid dat deze invasie van moslimgelovigen onverzoenlijk is met onze Europese democratische normen en waarden.
Daar valt veel voor te zeggen. Het aantal jihadistische aanslagen in Europa is na ons gastvrij onthaal van grote aantallen moslims in ons midden niet afgenomen, integendeel. Men zou verwachten dat ongelukkige migranten die in onze landen een veilig heenkomen vinden spontaan onze democratische beginselen gaan omarmen, maar niets is minder waar. Ze onderwerpen zich liever aan de wetten van de sharia dan aan de wetten van het land dat hen ultieme veiligheid bood.
Dat alles zorgt voor toenemende onrust onder de bevolking en geeft populistische partijen die een uiterst streng asielbeleid voorstaan wind in de zeilen. Voor een deel terecht, want ik deel hun bezorgdheid. De grote fout die men daarbij maakt is dat men alle migranten bij voorbaat op één hoop veegt. De grenzen dicht gooien voor massale immigratie van moslims is een wijs besluit, de grenzen dicht timmeren voor alle immigratie is echter een grove misrekening en die stelling verdient een nadere toelichting.
Armenië is Afghanistan niet
Angela Merkel wist drommels goed waaraan ze dacht toen ze de historische woorden ‘Wir schaffen das’ uitsprak, toen op het hoogtepunt van de oorlog in Syrië duizenden vluchtelingen de Duitse grens bereikten en ze haar landgenoten opriep hen warm te ontvangen. Ongetwijfeld was haar, als leider van de grootste economie van Europa, door adviseurs ingefluisterd dat de Duitse industrie in haar maag zat met de prognose dat door toenemende vergrijzing een nijpend tekort aan beschikbare werkkrachten aanstaande is.
Volgens haar (al zei ze dat niet met zoveel woorden) mocht de toevloed aan migranten dus gezien worden als een geschenk uit de hemel die dat toekomstige gevaar kon counteren met het inschakelen van een nieuwe lichting gastarbeiders. Dat al deze toekomstige medewerkers aan de Duitse economie moslims waren leek slechts bijzaak.
Wie daar wel een gevaar in ziet is de Afd partij in haar land, en in Hongarije de partij van Viktor Orban, in Frankrijk de partij van Le Pen en in Nederland de PVV van Wilders, om er slechts een paar te noemen. Al deze politieke tenoren op rechts willen de Europese buitengrenzen hermetisch afsluiten voor nieuwkomers, alle nieuwkomers, en dat vind ik een ondoordacht besluit.
Wie het specifieke geval Lili en Howick onder het vergrootglas legt, kan zich terecht de vraag stellen waarom deze broer en zus als een bedreiging worden gezien en niet als een aanwinst. De aangekweekte angst voor verse aanvoer van allochtonen met radicale meningen en jihadistische training heeft er voor gezorgd dat we iedereen over dezelfde kam scheren en bij voorbaat onze grenzen en ons hart sluiten voor nieuwkomers die niet in dat hokje thuishoren en wel degelijk een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan onze toekomstige samenleving.
Wie Lili en Howick in de media heeft zien optreden kan er niet omheen dat het twee intelligente tieners lijken die zich goed uit de slag kunnen trekken en goed zijn uitgerust om de maatschappelijke ladder te beklimmen, op eigen houtje.
Wat me in heel dit debat buitengewoon heeft gestoord is dat de meeste mensen die hierover een mening spuiden niet lijken te weten dat het land waar zij vandaan komen, Armenië, honderd percent christelijk is. Het was zelfs het eerste land ter wereld dat officieel volledig christelijk werd!
Nu heb ik naoorlogs Europa altijd begrepen als een continent waar joden, christenen en seculieren stilzwijgend hebben afgesproken om in vrede met elkaar samen te leven. De enige stoorzender in dit samenlevingsmodel is de islam die pretendeert superieur te zijn aan alle drie genoemde groepen niet-moslims en daarom, strikt genomen, mag worden beschouwd als een veroveringsgodsdienst die eerst op kousenvoeten en later, eenmaal ze de overhand heeft verkregen, met luide trom zich nieuw terrein wil toe-eigenen om daar heer en meester te spelen.
Het is niet alleen dom om Armeniërs te vergelijken met Syriërs, Iraniërs of Afghanen, het is zelfs schadelijk voor ons samenhorigheidsgevoel. Onze identiteit ontlenen we immers voor een groot stuk aan onze christelijkheid. Europa is mede uitgegroeid tot wat het is dankzij onze kathedraalbouwers en onze christelijke denkers.
Twee onschuldige kinderen uit een bij uitstek christelijk land, Armenië, onderdak en gastvrijheid weigeren is hetzelfde als de middelvinger opsteken naar onze eigen christelijke voorgeschiedenis en eigenheid. Het is dus buitengewoon kortzichtig, wetende dat dit christelijke land ingeklemd zit tussen drie uitgesproken islamitische landen, te weten Iran, Turkije en Azerbeidzjan en haar volk ooit het slachtoffer was van een poging tot uitroeiing door de Turken.
Deze ‘Armeense genocide’ wordt tot op de dag van vandaag hardnekkig ontkend, in de eerste plaats door de huidige Turkse machthebber Erdogan. Iedereen weet dat wie niet leert uit de fouten uit het verleden, geneigd is om deze te herhalen. De dictatoriale eigenschappen van Erdogan kennende is het heel goed denkbaar dat hij in de toekomst een nieuw gewapend conflict met zijn Armeense christelijke buren uitlokt en op de spits drijft.
Als de Nederlandse premier dan noodgedwongen Armenië zal moeten betitelen als ‘onveilig land’ dan zal het Nederlandse volk, vanuit haar christelijke solidariteit met een christelijk volk dat belaagd wordt door een islam-dictator, bereid moeten zijn om desnoods tienduizenden Lili’s en Howicks op te vangen.
We hebben dus veel meer met Lili en Howick gemeen dan we op het eerste gezicht zouden vermoeden. En veel minder met de Fatima’s en Mohammeds die vanuit het Midden-Oosten bij ons binnenstromen. Dat onderscheid moeten we durven maken. Als het volk dat zo aanvoelt dan moeten de politici volgen die nu eenmaal regeren bij de gratie van het volk.
Categorieën maken, zoals Trump dat doet
De Amerikaanse president Trump durft het wel aan dat onderscheid te maken. Zowat het eerste wat hij na zijn aantreden deed was een inreisverbod instellen voor migranten uit moslimlanden die werden aangeduid als sponsor of broeihaard van terrorisme.
Zijn voorbeeld verdient navolging in Europa. Het overgrote deel van de migranten die hij tot dusver het land binnenliet waren christen. Met andere woorden: Trump zou, indien hij het dossier Lili en Howick op zijn bord kreeg, hen allicht wel toelaten, wegens niet bedreigend voor de Amerikaanse samenleving. In dat opzicht zou hij zich dus minder wreed opstellen dan Rutte, die droogjes meldde dat Lili en Howick moesten worden uitgewezen omdat ze afkomstig waren uit een ‘veilig land’. Nederland importeert dus met genoegen vluchtelingen uit islamitische landen waar oorlog heerst terwijl het van mening is dat twee kinderen uit een vredelievend christelijk land niet van onze welvaartsstaat mogen genieten. Op die manier verloochent het land haar eigen identiteit en afkomst.
Inmiddels weten we dat het met Lili en Howick goed is afgelopen. Nadat naar verluidt de moeder in Armenië gedreigd had met zelfmoord als de kinderen Nederland zouden worden uitgezet en nadat de overheid bang was geworden dat ook de kinderen zichzelf iets zouden aandoen toen ze tijdelijk van de radar verdwenen besloot de staatssecretaris voor vreemdelingenzaken dat het welzijn van de kinderen gevaar liep als de uitzetting werd doorgezet. Derhalve gebruikte hij na rijp beraad zijn discretionaire bevoegdheid om te beslissen de kinderen in Nederland te houden.
Er gingen onmiddellijk stemmen op dat deze uitzonderingsmaatregel een politiek gevoelig precedent schiep aangezien er weet was van ongeveer vierhonderd andere kinderen die zich in een gelijkaardige positie bevonden. Nu Lili en Howick deze gunst was verleend zou het moeilijk worden om deze ook te weigeren aan hun lotgenoten, zo luidde de conclusie.
We moeten daarin beslissende keuzes durven maken en als land, liever nog als Europa, zelfstandig kunnen bepalen wie we wel toelaten en wie niet, zoals Trump terecht aangaf in zijn tweede speech voor de V.N. van 25 september 2018.
Op dat vlak staat Europa voor een kruispunt: Gaan we blijven toestaan dat migranten met een moslimachtergrond in grote getale ons continent komen bevolken zodat er op lange termijn een demografisch onevenwicht ontstaat waardoor onze Europese cultuur, normen en waarden verloren dreigen te gaan? Of zal men, in navolging van het Hongarije van Orban, beslissen dat men moslims de toegang ontzegt?
Mijn inziens is dat laatste de enige verstandige optie om het Europa van de toekomst te vrijwaren van nog grotere maatschappelijke en politieke onrust die uiteindelijk kan uitmonden in oproer en zelfs een regelrechte burgeroorlog.
Waarom kan men niet in de schoot van de V.N. tot een globale afspraak komen die er in bestaat dat moslimlanden moeten voldoen aan de morele plicht om moslimvluchtelingen op te vangen (wat in de praktijk ook gebeurt, denk aan Turkije, Jordanië en Libanon, maar wel veel te weinig door de meer kapitaalkrachtige landen zoals Saudi-Arabië, Oman en Qatar) en het Westen op haar beurt moet instaan voor de opvang van christenen en vrijzinnigen op de vlucht?
Dit is geen kwestie van discriminatie maar van gezond verstand. Overigens, als Saudi-Arabië weigert om getroffen geloofsgenoten uit bijvoorbeeld Syrië op te vangen, dan zijn het in de eerste plaats de Saudi’s die hun moslimbroeders en –zusters discrimineren en zodoende richting Europa doorverwijzen…
Zodra we die afspraak voor mekaar hebben dan zal er veel minder maatschappelijke onrust ontstaan als twee tieners uit een christelijk land als Armenië verklaren hier te willen blijven. Zij doen immers op geen enkele wijze afbreuk aan Europa’s ware identiteit en richting.
Olli Salvatore is geopolitiek denker en opiniemaker. Auteur van o.a. ‘De Redding van Europa’ en ‘Het Basisinkomen als Mensenrecht’.