De kop verklapt het al, bijna overal maar niet in Amsterdam. Ongeveer twee jaar geleden begon Sergio Herman een keten van zogenaamde frietateliers. Hij noemt het om precies te zijn ‘Frietatelier Amsterdam’. Iets wat bij veel Utrechters niet echt lekker valt. Waarom noemt Sergio het ‘Frietatelier Amsterdam’? Omdat de flagshipstore in Amsterdam staat. Een flagshipstore voor een snackbar, dan zijn we verloren als Nederland. Ik heb daar ook al menigmaal over geschreven. Klein herstel. Het antwoord van Sergio waarom het zo heet, moet eigenlijk zijn: “De flagshipstore komt in Amsterdam te staan”, want wat schetst mijn verbazing. Na dik twee jaar zijn er op veel plekken ateliers geopend die kunstig in de weer zijn met loeiheet frituurvet en staafjes aardappel. Zo zitten ze in Gent, Antwerpen, Arnhem en Den Haag. Hartstikke leuk, maar waar blijft die zogenaamde flagshipstore? In Amsterdam nog niet. Misschien dat de mogelijke buren niet willen dat er naast hun flagshipstores van Mercedes, Tommy Hilflikker en ga zo maar door, iemand even van die ordinaire frituurlucht de lucht in komt blazen. Dat plebs wat friet vreet, wil je niet in je zaak hebben. Vette vingers op dure kleding en als ze iets willen kopen dan gaan ze wel naar zo’n outlet-hel in Lelystad dan wel Roermond. Je weet het dus niet. Feit is wel dat die zaak er nog niet is en dus Sergio beteuterd doorgaat met frietbakken in zaken die dus geen flagshipstore zijn.
Het is allemaal maar gemierenneuk van mij, maar het komt voort uit liefde voor mijn stad en het gebrek aan liefde voor onze hoofdstad, daarnaast ben ik wars van iets mooier maken dan het is. Toch wil ik heel graag positief schrijven over Sergio en zijn frietbakkende kunstenaars. Dat is niet heel moeilijk, want ondanks die marketingbagger, wordt er wel degelijk een goed product gemaakt. Die marketing maakt Sergio geen slechte kok, absoluut niet. De beste man moet ook geld verdienen en dat lukt nu eenmaal beter met friet waar je €5,50 vraagt. Ik kom er graag, alleen niet voor de friet. Met zijn friet is op zich niks mis, maar ik vind ze niet top en de prijs te hoog. Daarnaast zijn de frieten veel vetter dan in de meeste friettenten. Dat komt omdat ze ervoor kiezen om de friet niet voor te bakken, maar voor te stomen. Leuk bedacht, maar de aardappel wordt hierdoor poreus en als je het dan gaat afbakken zuigt dat staafje aardappel zich vol met vet.
Waarom kom ik er dan wel graag? Voor de kroketten! De kroketten zijn werkelijk briljant. Ze hebben drie verschillende: draadjesvlees, Hollandse garnalen en kaas. Stuk voor stuk de beste kroketten die je op dit moment als consument kunt krijgen. De draadjesvleeskroket heeft heerlijk zacht gestoofd vlees binnenin en een mooie dunne korst en wordt geserveerd met een beetje Amsterdams zuur. De kaaskroket bestaat uit 3 soorten kaas en is moddervet, maar het is kaas dus dat moet ook vet zijn. Mijn favoriet is de Hollandse garnalenkroket. Dit is precies hoe een kroket moet zijn. Zeeuwse grijze garnalen, heerlijke dunne korst en er knalt een heerlijke bouillonsmaak bovenuit. Dat laatste zie je te weinig bij de kroket van tegenwoordig. Bouillon is samen met de korst het belangrijkste van de kroket en aan alles proef je dat hier een heerlijk bisque is getrokken van diezelfde Zeeuwse garnalen.
Mijn bindende advies voor wie een bezoekje brengt aan een van die kunsthallen van Sergio”: ‘Vergeet zijn friet, maar bestel al die drie kroketten in een keer!’. En voor de Amsterdammers onder ons, als jullie ook zo’n kroket willen. Die van de Febo zijn ook top!
Genoten van dit artikel, en wil je mij in staat stellen om nog meer culinaire content te maken? STEUN MIJ dan via tomstaal.backme.org, je kunt backer worden al vanaf 1 euro per maand.