Populisme, Grunberg en drugs
Is het nodig nog eens in te gaan op de speech van Grunberg tijdens de Dodenherdenking? Is daar niet alles al over gezegd? De meningen zijn helder: je bent of een groot voorstander van de woorden van Grunberg en schaart je er volledig achter, of je bent pijnlijk geraakt en begrijpt niet waarom iemand zo kortzichtig kan zijn – er lijkt niet veel ruimte over te blijven voor enige nuance.
En toch ga ik het onder de aandacht brengen, die nuance. Want er is hier veel meer aan de hand dan het verkondigen van een mening waar een mens het wel of niet mee eens kan zijn. Het gaat hier om drugs – of, om precies te zijn: neurotransmitters.
Feelgood drugs
Waarom kunnen woorden gif zijn? Of omgekeerd: waarom kunnen woorden heerlijk aanvoelen? Grunberg had hier beslist een punt, want woorden missen hun uitwerking zelden. De vraag is hoe dat dan komt, en het antwoord is vrij eenvoudig: ons lichaam.
We weten dat ons lichaam eigenlijk een biochemische fabriek is, en dat die biochemische processen bepalen hoe we ons voelen – zowel lichamelijk als emotioneel. Iedereen weet wat voor uitwerking hormonen kunnen hebben op onze stemming en onze kijk op de wereld. Iedereen weet dat ons lichaam in staat is tot het aanmaken van pijnstillers, zoals endorfine – het woord is niet voor niets een samenvoeging van ‘endogeen’, ‘door het lichaam aangemaakt’, en ‘morfine’, een stevige pijnstiller. Maar endorfine werkt als een neurotransmitter: het geeft een signaal door. In dit geval geeft het een signaal dat de pijn doet stoppen of verminderen.
Er zijn nog meer neurotransmitters in ons lijf, en degene waar ik het over wil hebben is oxytocine. Veel psychologen noemen dit onze ‘moraliteitsdrug’, maar dr. Paul Zak, neuro-econoom, noemt het een ‘trust drug’ – een ‘vertrouwensdrug’. Ik ben het met hem eens, gezien de uitwerking ervan.
Wat doet oxytocine?
Zonder het verhaal al te ingewikkeld te maken: oxytocine is de neurotransmitter die onze ‘lekkere gevoelens’ doorgeeft. Of het nu gaat om seks, muziek, eten, onze lievelingsfilm of een ritje in de achtbaan: het is oxytocine dat ons een lekker gevoel geeft, samen met endorfine dat ons ongemak verdooft zodat het lekkere gevoel ruim baan kan krijgen. Je ziet makkelijk het terug in mensen die heerlijk zitten te eten: dat ogen sluiten, dat ‘mmmm’-effect, DAT zijn de endorfine en oxytocine die in ons lichaam loskomen. Niet de smaak van het eten, maar het vrijkomen van deze stoffen veroorzaakt dat gevoel: een bijna orgastisch genot. En zoals men zal begrijpen is het dus het begin van iedere verslaving: zelfs een klein kind zal elke avond hetzelfde verhaaltje willen horen voor het slapengaan, want het wil een herbeleving van die heerlijke kick.
Want woorden kunnen een vrijkomen van oxytocine veroorzaken. Grunberg is geen domme jongen. Zoals hij begrijpt dat woorden gif kunnen zijn, toonde hij met zijn toespraak dat hij het omgekeerde principe ook heel erg goed begrijpt: hoe overtuig je mensen met woorden, hoe zorg je ervoor dat ze vinden dat jouw woorden waar zijn en dat men zich er achter schaart?
Het antwoord is dus ‘oxytocine’. Grunberg haalde alles aan waarop we inmiddels geconditioneerd zijn er ontroerd door te raken. Want welbeschouwd zei hij niets nieuws, bracht hij geen boodschap die zijn aanwezigheid verklaarde. Wat hij zei is al duizend keer gezegd, door zoveel mensen; de enige toevoeging was wellicht dat hij, als jood, zichzelf betrok en op die manier de manipulatie nog groter kon maken. Want dat was het, dat is wat elke verteller doet, en ook ik in dit artikel: manipuleren. Ik wil dat mijn gedachten bij u binnenkomen en dus schrijf ik ze zo aantrekkelijk mogelijk op. Meer is het niet.
Grunbergs toespraak
Ook Grunberg deed dat, maar dan met een wapen dat, zoals ik net al uitlegde, teruggrijpt op het kind in ons: herhaling. Hij vertelde een verhaal dat zo vaak wordt herhaald omdat mensen het lekker vinden. En dat is te merken aan de respons: de scheidslijn tussen aanhangers en critici is vrij scherp. Zij die een ander soort van ‘lekker’ nodig hebben hadden geen ‘feelgood’-reactie op de boodschap van Grunberg; het publiek dat van te voren al achter deze boodschap stond, zag z’n verslaving bevestigd en bevredigd. Als ware junks was bij hen dan ook de agressie groot ten opzichte van mensen die zich niet door die drug hadden laten meesleuren: ‘Bederf ons goede gevoel niet!’
Want meer is het niet: een moment van ‘goed gevoel’. Oxytocine zakt af, endorfine ook, en het zoeken is dan naar de volgende bevrediging. En anderen staan dat in de weg met hun kritieken en hun meningen en zelfs aanwezigheid.
Langzaamaan zie ik vooral het linkerdeel van onze samenleving veranderen in een enorme groep oxytocinejunkies, die hun band met de werkelijkheid aan het verliezen zijn en, omwille van het alsmaar scoren van de drug en de kick, zelfs hun eigen omgeving van zich weten te vervreemden. Men vertoont a-sociaal gedrag, is volslagen in zichzelf en de eigen belevingswereld gekeerd, en mensen als Grunberg zijn in dat opzicht dus weinig meer dan ordinaire drugsdealers die de verslaafden gratis en voor niks nog een fijn shotje ‘feelgood’ geven.
Hij doet weinig meer dan elke reclamemaker, elke populist, elke sekteleider doet, en zelfs (aangezien Godwins als historisch vergelijk flauw zijn) paus Urbanus II maakte er gebruik van toen hij in 1095 opriep tot de eerste Kruistocht: het feelgood-effect van vijanddenken en het aanspreken op de simpelste emoties. ‘Vertrouw mij, ik spreek de waarheid’, aldus mensen als Grunberg en Urbanus II.
En daarom noemt dr. Zak het een ‘trust drug’: mensen zijn ongekend bereid iemand te geloven die hen iets vertelt dat hen een lekker gevoel geeft. Daarom reageert iedereen alsof Grunberg iets nieuws en fris zei, terwijl dergelijke gedachten en overwegingen al sinds WOII gemeengoed zijn. Je vertrouwt mensen en dingen die een goed gevoel geven, ja toch?
Het wachten is op het volgende shotje dat links tot zich gaat nemen.