Toen ik wat jonger was kregen zo nu en dan enkele wereldvreemde, serieuze mannen, geheel in het zwart gekleed en afkomstig uit dorpjes op de Veluwe, airtime in kranten, op de radio en héél af en toe televisie. Ze kwamen dan waarschuwen voor de verloedering van de zeden omdat ze op een onbewaakt moment op een verlaten NS-station een reclameposter van Hunkemöller hadden gezien, of omdat iemand op de radio een schuin mopje had verteld, of omdat een cabaretier een vloek had uitgesproken op televisie. Dat was dan altijd weer even lachen want vrijwel iedereen reageerde dan op zo’n mannenbroeder met “ach stel je niet zo aan, vent” of “er zit een knop op je radio hè!” of (nog dodelijker) “je hébt geen eens televisie man, waar bemoei je je mee!”. En als dan het lachen verstomd was en de zwarte hoed weer veilig aan de kapstok in Staphorst hing, ging iedereen weer over tot de orde van de dag.
Dat lijkt me ook de normale gang van zaken. Een sprookjesboekenlezer is gekwetst, de normale mensen nemen kennis van zijn flauwekul (hij heeft immers óók recht op zijn mening) en dat is dan dat. Zo is het evenwel niet meer. Onder druk van een aantal processen bewegen West-Europese landen langzaam maar zeker in de richting van een neo-puriteinse maatschappij waar de jaren vijftig nog bij zouden verbleken. Met als absurde hoogtepunt bovenstaande foto, afkomstig uit België: dat het nou juist de charme van Manneken Pis is dat iedereen zijn plassertje kan zien, dat precies om die reden duizenden toeristen naar Brussel komen is blijkbaar ondergeschikt aan het neo-puriteinse ideaal.
Het ligt voor de hand om bij de vraag hoe dit zo gekomen is te kijken naar het snel groeiende aandeel van de aanhangers van die andere religie in de Europese landen, de islam. Zeker gaat er van dit weinig vrolijk stemmende geloof een invloed op seksualiteit en naakt uit: neem alleen al de kledingvoorschriften voor vrouwen die tot doel hebben de driften van de man in toom te houden. Dat die mannen vervolgens nogal onplezierig gedrag gaan vertonen in onze grote steden, onze zwembaden en dancings, houdt hier rechtstreeks verband mee: wanneer je eenmaal ontdekt dat je met je piemeltje ook nog wat anders kunt doen dan urineren, is er geen houden meer aan. Wat verboden is, wordt daarmee des te interessanter. De spastische verhouding met het begrip seksualiteit in de moslimgemeenschap en de nadruk op reinheid en maagdelijkheid zorgen ook in het normale dagelijks leven voor rare botsingen. Botsingen die voor ons hier in het westen eigenlijk helemaal geen botsingen meer zouden moeten zijn. Voorbeelden te over, zo las ik dat Westlandse scholieren een petitie beginnen om hun eigen gymkleding te mogen dragen. Nou ja, niet de scholieren natuurlijk, maar hun ouders. De school is daar op tegen vanuit veiligheidsoverwegingen: met een lang gewaad kun je gemakkelijk ergens aan blijven haken en een ongeluk krijgen. Gesteld dat die scholieren ouders hun zin krijgen en hun kind overkomt iets, dan staan ze daarna natuurlijk wel meteen bij de rechter om die school dat in de schoenen te schuiven. Want zo werken die dingen. Ik voorzie dat deze zedigheidsassertiviteit (dat onderbroekdouchen is ook zoiets) aanhoudt en zelfs erger wordt.
Toch komt de truttigheid niet alleen uit die hoek. In Amsterdam zetelt een knetterlinks college, dat aan het onderzoeken is of de prostitutie in de binnenstad (de Wallen dus) niet verboden kan worden. Op zich snap ik de overwegingen wel, want met de komst van het massatoerisme is de openbare orde daar, vooral in de weekenden, nauwelijks nog te handhaven, zó veel mensen mannen komen erop af. Desondanks zou zo’n verbod wel weer in hetzelfde neo-preutsheidsideaal vallen: seks is bah vies. Eerder deze week vernam ik dat in Alkmaar (daar schijnt ook een hoerenbuurt te zijn) een deel van de gemeenteraad serieus wilde gaan vergaderen over de komst van een door een bordeelhouder gefinancierd (erotisch) kunstwerk. Het laat zich raden: de fophef kwam ook daar weer van links, namelijk GroenLinks en de PvdA. Nou mag van mij een gemeenteraad over van alles en nog wat vergaderen (hier in Rotterdam was er laatst een raadslid dat zich ergerde aan het feit dat de klokken niet goed lopen), maar niet over kunst. Waar gaan we heen als de politiek kunst ‘ontaard’ gaat noemen? Saillant is overigens dat een van de fusiepartijen binnen GroenLinks de PSP was, u weet wel, die van die verkiezingsposter met die ontblote dame en die koeien. Wat is er in die partij gevaren? Gaat het behagen van de groep, in de alinea hierboven, zo ver dat zij desnoods alles weg zou geven waar zij ooit voor stond?
Zijn bij ons de mannenbroeders een stuk bescheidener geworden dan een jaar of 40 geleden, mede onder druk van juist partijen als de PSP, in de Verenigde Staten vormen de evangelicals een machtige lobby. Dat merken we ook als we Amerikaanse diensten afnemen, zoals Facebook of YouTube, waar zelfs de suggestie van een nipple kan leiden tot blokkering van de account of de verwijdering van content. Onbegrip maakt zich dan al snel meester van de (vrijgevochten, Europese) gebruiker: “Waar gáát dit over!”. Toch is dit wel de hedendaagse realiteit. De invloed van een ander uit de Verenigde Staten overgewaaid fenomeen, de social justice warriors, mag evenmin onderschat worden. De witte blanke man (de andersgekleurde of lichtgetinte man blijft doorgaans buiten schot) wordt aangewreven dat hij een seksistisch monster is dat vanuit zijn bijna aangeboren neiging tot toxic masculinity aan slut shaming doet, kortom, de vrouwtjes alleen maar als een lustobject ziet. Kom er dan maar eens voor uit dat je op straat een lekker wijf zag. Of vertel maar eens een lekker schuine bak.
Ik zat zojuist onderstaand liedje te beluisteren. Nou, die tekst liegt er niet om. Het komt uit 1963 (!) en ik vroeg me af waarom zo’n liedje tegenwoordig niet meer kan. We gaan toch hopelijk niet terug naar de verstikkende tijd waarin erotiek, vrije seks en stoute fantasieën weer bevochten moeten gaan worden?