De Nederlandse Publieke Omroep is niets wat het behoort te zijn. Nederlands is het niet echt meer. Dagelijks wordt er een vloedgolf pro-Europese Unie propaganda bij de consument naar binnen gebeukt. Ze noemen de EU niet eens meer de EU, maar Europa. Want hoe kan je nou toch tegen Europa zijn? Als er Nederlandse tradities bekritiseerd of afgeschaft moet worden staat de NPO vooraan. Blanke autochtonen worden heel activistisch “wit” genoemd, want dat moet ze op hun plek zetten. Ze schaffen ons het liefste morgen nog af.
Publiek is het ook nauwelijks. Het is links, linkser en uiterst links. Waar ze op radio1 nog roepen dat het het “nieuws van alle kanten is” weet de rechtse Nederlander al meer dan genoeg. Zijn kant wordt alleen belicht als er de termen extreemrechts, populist of alt-right aan gekoppeld kan worden. Waar in Den Haag het partijkartel heerst, heerst in Hilversum het mediakartel. Er is maar één smaak. Dat de mediawet voorschrijft dat alle smaken moeten worden bediend doet er helemaal niet toe. De toezichthouders zijn namelijk onderdeel van die ene alles bepalende smaak.
Een omroep. Tja. De NPO is de slippendrager van Den Haag. Overheidsbeleid wordt dagelijks, slordig verpakt als journalistiek, aan de burger overgedragen. Hoe te denken. Hoe te zijn. En vooral wat goed en fout is. Dus een nieuw initiatief juich ik van harte toe om dat bastion te breken. Maar Ongehoord Nederland zou natuurlijk helemaal niet nodig zijn geweest als die gasten van PowNed gewoon hun werk hadden gedaan.