Ik kom zojuist terug van een fotoconfrontatie bij de politie. Een aantal maanden geleden werd ik voor mijn huis in elkaar geslagen. Nu was mijn vertrouwen in de rechtstaat al niet zo best, na mijn mishandeling is het ver onder nul verdwenen. De fotoconfrontatie bestond uit acht foto’s van mogelijke verdachten, die ik vier seconde te zien kreeg. Nu heeft dit überhaupt dik drie maanden geduurd voordat ik met zijn tronie geconfronteerd werd, maar vier seconden kijken om iemand te herkennen die mij een zware hersenschudding in het donker sloeg lijkt mij wel erg summier. Liever gezegd, de MAX geheugentrainer is er niks bij. Ik vroeg nog aan de dienstdoende agente of het de bedoeling was dat we een dader gingen oppakken of dat we een spelletje gingen doen.
Maar wat had ik ook in mijn hoofd gehaald met het idee dat het om opsporing ging. De recherche, die de dag na de zware mishandeling hier thuis aan tafel zat, zei al de ze normaal dit soort zaken niet eens onderzoeken. Het was de media-aandacht dat hun baas had doen laten besluiten er toch maar iets mee te doen. En dat iets was mij aandacht geven. Het is als een inspraakavond bij de gemeente, je mag even stoom afblazen, maar er wordt vrijwel niks meegedaan.
Vanwege de bizar weinige tijd heb ik niet iemand met 100% zekerheid kunnen aanwijzen als dader. En dus is het onderzoek nu gesloten. De volgende keer zal ik me niet laten slaan maar terugvechten, de volgende keer zal ik de politie niet meer bellen en de volgende keer zal ik ook geen aangifte meer doen. Het is zonde van de tijd, zonde van de energie en het levert niks op. Ik los het de volgende keer zelf wel op. Dan kan de minister zeggen dat het land veiliger is geworden omdat er steeds minder aangifte gedaan wordt en krijgt de dader toch de straf die hij verdient.