Zij: Beloof jij vanaf nu ook geen transfobe opmerkingen te maken dan?
Ik: Dat heb ik nooit gedaan.
Zij: Je zei: ‘Nikkie had een pikkie‘.
Ik: Wat is daar fobisch aan?
Zij: Had je Alice haar video gezien? Hij was niet heel aardig naar je, maar misschien wel heel duidelijk om uit te leggen waarom dit niet kan.
Ik: Ik weet heel goed wat een fobie is. Blijkbaar is een grapje of belediging nu ook opeens fobisch. Totale nonsens. Er bestaat geen recht om niet beledigd te worden.
Zij: Ik snap heel goed dat jij – vanuit je positie – dit niet als ‘kwaadaardig’ bedoelt. Maar iemand die dag in dag uit te maken heeft met dit soort stigma’s kan dit als fobisch ervaren. Wees enkel en alleen blij dat jij dat niet hebt en bedenk je of het je leven echt zoveel minder leuk zou maken als je zo een grapje zou laten.
Ik: Je kan ook een krentenbol als fobisch ervaren, maar dat betekent niet dat het fobisch is. Ik ben naar aanleiding van dat grapje twee weken met de dood bedreigd. Allemaal uit de hoek van de tolerante LHGBTI+ gemeenschap. Dus die moeten zwaar hun bek houden over respect en dat soort zaken. Ik maak grapjes over alles en iedereen. Als je daar niet tegen kan is dat vervelend. Tip: kijk niet. Oproepen tot deplatformen en cancelen, kom op. En dan zelf gaan huilen als iemand iets over je zegt. Echt grow some balls (figuurlijk dan).
Zij: Dan mag alles en iedereen daar iets over vinden, Jan. Jij bent hier niet het slachtoffer, want als je jouw verantwoordelijkheid had gepakt door de grapjes niet te maken dan was er niets aan de hand geweest. Je kent de consequenties van je acties en hebt een hoog intellect, laat dat eens spreken.
Ik: Dit is echt ziek wat je zegt. Echt heel ernstig ziek.
Zij: Nee, Jan. Neem je verantwoordelijkheid.
Ik: Wat is mijn verantwoordelijkheid? Donder een eind op. Gaan we humor afschaffen omdat er een paar mensjes niet tegen kunnen. Wat voor wereld wil jij?
Zij: Een wereld waarin humor niet ten koste gaat van anderen.
Ik: Hou toch op.
Zij: Nee.
Ik: Dan kan dus elke cabaretier stoppen. Wat een kleinzieligheid.
Zij: Je bent geen cabaretier Jan.
Ik: Oh, wil je ook humorpolitie?
Zij: Zucht.
Ik: Die bekeuringen geven aan mensen die niet geregistreerd staan als cabaretier? Je maakt hiermee juist een wereld waar het onmogelijk is om jezelf te zijn. En dat wil je toch zo graag? Dat is die zogenaamde inclusiviteit, die extreem exclusief is. Die pluriformiteit, zonder alles en iedereen die je niet leuk vindt. Daar is dus ruimte voor niemand. Een onvrije samenleving waar niks mag en alles moet.
En toen bleef het stil.
Steun Jans 12-uurtjes via janroos.backme.org